Stil zijn bij God

Elia was op de vlucht omdat hij met de dood was bedreigd. Daar zat hij dan in een spelonk vertwijfeld na te denken, met een hoofd vol vragen en met een angstig hart. Hij voelde zich verlaten, moe en eenzaam. Hoe zou God hem uit deze situatie helpen? Hij wist het niet. Maar God zocht en vond hem en vroeg: ‘Elia, waarom zit je hier? Heb Ik je hiernaartoe gestuurd? Waarom heb je je verstopt? Waar ben je bang voor, Elia?’ En God zegt tegen hem: ‘kom uit je schuilplaats, uit je isolement en ga staan voor het aangezicht des Heren’.

Inhoud:

  • Inleiding
  • Kwetsbaar zijn
  • Eigen rechter
  • Op de plaats, rust
  • Gericht zijn op boven
  • Rust mijn ziel, uw God is koning
  • Stil zijn bij God

Inleiding

Lezen: 1 KONINGEN 19:1-3 EN 9-15a.

Elia vluchtte om zijn leven te redden. Hoe is het mogelijk zou je denken, na zo’n geweldige overwinning op de Baäl priesters en dan op de vlucht! Wat was er gebeurd? We kennen het verhaal misschien wel, Elia had de profeten van de Baäl belachelijk gemaakt en ze allemaal gedood. Zie 1 KONINGEN 18:20-40. En nu? Elia was op de vlucht omdat hij met de dood bedreigd was.

Daar zat hij dan in een spelonk vertwijfeld na te denken, met een hoofd vol vragen en met een angstig hart. Hij voelde zich verlaten, moe en eenzaam. Hoe zou God hem uit deze situatie helpen? Hij wist het niet.

  • Had God hem nog wel nodig
  • Zat zijn taak erop
  • Liet God hem nu maar aan zijn lot over
  • Waar was God in dit alles
  • Waarom liet God dit allemaal toe
  • Wat had het voor nut
  • Hij diende God, waarom dit dan nu

Zijn hart zat vol onrust en zijn vertrouwen op God had hem in de steek gelaten. Herkennen we dat? Zijn dat vragen die we ons zelf ook vaak stellen? Ik denk het wel.

Elia was op de vlucht geslagen en had zich verstopt, maar God is getrouw en zoekt Elia op. Jezelf voor God verbergen heeft geen enkele zin. Denk maar eens aan de woorden uit PSALM 139:7-12:

Hoe zou ik aan uw aandacht ontsnappen, hoe aan uw blikken ontkomen? Klom ik op naar de hemel – u tref ik daar aan, lag ik neer in het dodenrijk – u bent daar. Al verhief ik mij op de vleugels van de dageraad, al ging ik wonen voorbij de verste zee, ook daar zou uw hand mij leiden, zou uw rechterhand mij vasthouden. Al zei ik: ‘Laat het duister mij opslokken, het licht om mij heen veranderen in nacht,’ ook dan zou het duister voor u niet donker zijn – de nacht zou oplichten als de dag, het duister helder zijn als het licht”.

Elia kreeg God op bezoek, Die wist hem wel te vinden. En God begon hem toe te spreken en vroeg hem: ‘Elia, waarom zit je hier? Heb Ik je hiernaartoe gestuurd? Waarom heb je je verstopt? Waar ben je bang voor, Elia?’ En God zegt tegen hem: ‘Kom uit je schuilplaats, uit je isolement en ga staan voor het aangezicht des Heren’.

Op het moment dat God wilde komen om met Elia te spreken, was er een geweldige stormwind, een aardbeving en een vuur. Je vraagt je af hoe dat mogelijk is, juist op het moment dat God wil gaan spreken is daar een hoop natuurlijke onrust. Om bang van te worden. Was dat nou van de Heer of was het de satan die van zich laat horen, omdat hij een verschrikkelijke nederlaag heeft moeten incasseren, toen Elia 450 van zijn volgelingen had laten doden?

Ik denk het niet! We moeten het zien, dat als God zich openbaart het gepaard kan gaan met enorme krachten. Krachten, die als herauten voor Hem uittrekken om aan Elia duidelijk te maken: ‘Ik ben de God van hemel en aarde, weest niet bevreesd’. Het is zoals ons gezegd wordt in PSALM 50:3:

“Hij komt, onze God, en zal niet zwijgen! Laaiend vuur raast voor hem uit, rondom hem wervelt een storm”.

Die geweldige natuurverschijnselen zijn hier de voortekenen, de voorbereiding van de komst des Heren, die zich na al dat geweld openbaart in de stilte. Toen het stil was geworden voelde Elia het suizen van een zachte koelte. De Statenvertaling zegt: “Het suizen van een zachte stilte”. Letterlijk kunnen we lezen: ‘God sprak met een stem van zachte stilte’. Voor Elia en voor ons zit hier een belangrijke les in die God ons vandaag wil leren.

Toen God zich openbaarde in de stilte, werd het ook stil in Elia’s hart. Al zijn vragen, zijn angst en zijn twijfels werden het zwijgen opgelegd, want hier ging God spreken.

Na de stilte, zo lezen we in VERS 15, komt er een nieuwe opdracht: “Daarop zeide de Here tot hem: keer op uw schreden terug en dan…” NBG. God had nog een plan met Elia. Hij geeft het niet op! Hij kent ons, Hij weet dat angst soms onze leidsman is, daarom grijpt God in.

God openbaarde zich in de zachte koelte, in een verfrissende zachte windvlaag. Dat doet me denken aan GENESIS 3:8 waar de Here in de avondkoelte wandelde om Adam en Eva op te zoeken. Om met hen te spreken, om hen ter verantwoording te roepen om wat ze gedaan hadden. God houdt van de stilte, van rust, om van daaruit te communiceren met de mens. Zijn rust en stilte zijn genezend voor de mens, daar wil ik graag bij stilstaan.

Kwetsbaar zijn

Alleen bij God vindt mijn ziel haar rust (…) Zoek rust, mijn ziel, bij God alleen, van hem blijf ik alles verwachten. Hij alleen is mijn rots en mijn redding, mijn burcht, ik zal niet wankelen. Bij God is mijn redding en eer, mijn machtige rots, mijn schuilplaats is God. Vertrouw op hem, mijn volk, te allen tijde, open voor hem uw hart, God is onze schuilplaats” PSALM 62:2-9.

Wat een mooie psalm is dit en wat staan daar geweldige woorden in! Hij is mijn heil, mijn rots, mijn burcht, ik zal niet wankelen, mijn schuilplaats.

Als we deze psalm lezen, krijgen we de indruk dat David een man was die altijd in de glorie was, die geen teleurstellingen meer kende, dat zijn leven één en al overwinning was. Hij is mijn rost en ik zal niet wankelen, wat geweldig. Was David een man die alles van God begreep, geen vragen meer stelde, geen situaties kende die hem uit balans sloegen? Had God al zijn problemen opgelost, was zijn leven één en al voorspoed en overwinning? Had hij afgerekend met al zijn vijanden, bestonden er voor hem geen nederlagen meer?

Ik denk dat het leven van David en Elia veel overeenkomsten kenden.

Wie de Psalmen en de verhalen van David leest, zal ontdekken dat hij wel vragen had. Dat er wel situaties waren die hij niet begreep, dat God niet altijd direct zijn problemen oploste en dat hijzelf vele nederlagen moest ondergaan op velerlei terrein, enzovoort.

Temidden van een zo bewogen leven had David een belangrijke les geleerd. Ik haalde al PSALM 139 aan, dat is door David geschreven. David had dus duidelijk gezien en ondervonden wie God was en hij had zowel hoogte als dieptepunten gekend in zijn leven. Het was hem ook niet zo gemakkelijk afgegaan. Hij had zijn lessen niet geleerd uit een boekje, maar uit de praktijk van het harde dagelijkse leven. En in dit alles had hij geleerd om zich in iedere situatie tot God te keren. We kunnen veel leren van Davids leven. Hij was niet een man van de massa die met alle winden meewaaide, hij was ook geen haantje de voorste, ook geen uitblinker in zijn familie.

David was een man van het veld, het land met zijn rotsen en valleien. Hij was vertrouwd met de ruige natuur, met storm en regen, met hitte en kou, met de stilte van de nacht en de eenzaamheid. Al die elementen hadden hem gevormd tot een herdersjongen, een man die goed op zijn schaapjes kon passen. En juist zo’n man wordt uiteindelijk bij zijn schapen weggehaald en tot koning gezalfd.

Dat was het begin van een leven vol verandering, moeite, strijd en teleurstelling, beproeving en doodsbedreiging, vluchten voor je leven en maar zien hoe je aan de kost komt. Ineens veranderde die herdersjongen, die zo goed met schapen kon omgaan, in iemand die net zo kwetsbaar was als de schapen zelf. God ging hem vormen en zijn successen en nederlagen wisselden elkaar af.

Tot koning gezalfd worden geeft altijd strijd. Waarom? Omdat er een vijand is die graag ook macht wil uitoefenen over zo’n koning, die het koningschap wil betwisten, aanvallen en ten val wil brengen. Ook wij, omdat we Koning Jezus willen volgen en dienen, zijn het doelwit van de vijand.

“Allen (dus niemand uitgezonderd) die vroom en in eenheid met Christus Jezus willen leven, zullen worden vervolgd2 TIMÓTHEÜS 3:12.

Als je er voor kiest om één met Jezus te zijn, kan het niet anders dan dat sommigen daar commentaar op geven, je gaan treiteren, je het leven zuur gaan maken. En als we ons niet voldoende realiseren dat godsvrucht en vervolging bij elkaar horen, kan er heel gemakkelijk een keuze gemaakt worden die je relatie met Jezus in gevaar brengt. Lijden om Christus’ wil heeft altijd een doel: het wil ons afhankelijk maken van God, de Vader. Vaak is dat een strijd die alles te maken heeft met onze zielse mens, maar daarover straks meer.

Lijden om Christus wil is nooit zinloos, Paulus zegt:

“En nu we zijn kinderen zijn, zijn we ook zijn erfgenamen, erfgenamen van God. Samen met Christus zijn wij erfgenamen: wij moeten delen in zijn lijden om met hem te kunnen delen in Gods luisterROMEINEN 8:17.

Daar is het God om begonnen, dat we deel hebben aan Zijn verheerlijking, aan de kracht van Zijn opstanding, aan Zijn overwinning. Maar deze overwinning heeft altijd te maken met het feit of wij ervoor kiezen om afhankelijk te zijn van Jezus Christus en ons laten leiden door de Heilige Geest.

Eigen rechter

De rustige schaapsherder die tot koning was gezalfd, moest leren om afhankelijk te zijn, zich kwetsbaar op te stellen en niet voor eigen rechter te spelen. Altijd maar weer bereid zijn om je rechten uit handen te geven. Ik denk dat de grootste les in dit verband voor David was, toen hij samen met koning Saul de nacht doorbracht in dezelfde spelonk. Zie 1 SAMUËL 24. Met een enkele zwaardslag had hij zichzelf kunnen verlossen, kunnen afrekenen met die man die hem het leven zo ontiegelijk vergalde, maar hij deed het niet.

Wat zouden wij gedaan hebben? Velen van ons zouden die kans niet laten liggen. Want je wordt er zo moe van om steeds maar weer achterna gezeten te worden door je vijand. Maar David nam het recht niet in eigen hand, hij liet die kans aan hem voorbijgaan. Die keuze werd hem niet in dank afgenomen door zijn eigen strijdmakkers. Davids mannen zeiden tegen hem:

Dit is je kans! Dit is het moment waar de Heer op doelde toen hij zei: “Ik zal je vijand aan je uitleveren; je kunt met hem doen wat je goeddunkt” 1 SAMUËL 24:5-8.

Wat een kans, wat een uitdaging om binnen een enkele minuut je eigen ellende op te lossen, om je te ontdoen van je vijand. Luisterde David naar zijn vrienden? Nee! Waarom niet? Had hij daar een goed excuus voor? Jazeker, hij wist door zijn relatie met God dat hij zich niet mocht bezondigen aan de gezalfde des Heren, door hem enig kwaad te doen.

Als we een stukje verderop luisteren naar het gesprek tussen David en koning Saul, krijg je een geweldig diep respect voor een koning in wording. Want wat zegt David:

De HERE zal tussen ons beslissen. Misschien zal Hij u doden om wat u mij probeert aan te doen, maar ik zal u nooit het minste kwaad doen. Het oude spreekwoord zegt: ‘Van goddelozen komt goddeloosheid’, maar ondanks uw goddeloosheid zal ik u met geen vinger aanraken. Naar wie is de koning van Israël eigenlijk op jacht? Naar een dode hond of naar een vlo soms? De HERE zal beoordelen wie van ons gelijk heeft en degene die schuldig is, zal Hij straffen. Hij is mijn verdediger en Hij zal mij uit uw macht bevrijden1 SAMUËL 24:13 -16 HB.

Wat een geweldig antwoord, daar heeft de vijand niet van terug. Het is heel opmerkelijk wat de woorden van David losmaken in het hart van Saul. De geweldige koning Saul begon te huilen en zei tegen David:

“Jij bent een beter mens dan ik, want jij hebt tenminste geen kwaad met kwaad vergolden. Ja, je hebt vandaag laten zien dat je goed voor mij bent, want toen de HERE mij aan je uitleverde, heb je mij niet gedood. Wie ter wereld had in zo’n situatie zijn vijand zomaar laten  gaan? Moge de HERE jou rijk belonen voor de goedheid waarmee je mij vandaag hebt behandeld” 1 SAMUËL 24:17-19 HB.

David reageerde niet uit zijn vlees, maar uit zijn hart, waar een diep respect voor God was en voor de dingen die Hij zou gaan doen. Vanuit al zijn hoogte en dieptepunten had David iets belangrijks geleerd, om zijn ziel bij God tot rust te laten komen. Daarom kon hij zich bedwingen, hij hoefde niet voor eigen rechter te spelen. Hij liet het aan God over hoe Hij zou handelen in deze zaak.

Dat zegt David ook zo duidelijk in zijn gesprek met Saul: “De Here zal tussen ons beslissen”. Kon het ongelijk dan bij David gevonden worden? Wie achtervolgde wie en wie wilde wie doden? Het was toch David die telkens moest vluchten voor zijn leven om aan de dood te ontsnappen? Hij was het toch die onterecht werd behandeld? En toch kon hij nog zeggen: “De Here zal beoordelen wie van ons gelijk heeft”.

David wist: God is mijn verdediger en Hij zal mij bevrijden uit de macht van Saul. Wat een rust ging daarvan uit, hij had het in Gods handen gelegd. We hebben in PSALM 62 gelezen dat David zei: “Waarlijk, mijn ziel keert zich stil tot God.”

Op de plaats ‘rust’

Wat betekent dat voor ons en hoe doe je dat? Hoe laat je nou je ziel tot rust komen bij God? De mens heeft vele therapieën bedacht om tot innerlijke rust te komen. Meditatieve oefeningen en muziek met een heilzame uitwerking voor de geest, alternatieve medicamenten, boeken en tijdschriften, enzovoort. Als je al die informatie en middelen bij elkaar harkt, brengt het alleen maar onrust. En de felbegeerde rust die je dacht eruit te ontvangen, kun je helemaal vergeten.

Hoe deed David dat nou? Van welk recept maakte hij gebruik, wat was zijn geheim? We kennen allemaal wel de uitspraak: ‘Je moet hem eens flink op zijn ziel timmeren, dan luistert hij wel’. Bedoeld wordt de ander ‘eens stevig toespreken’, een ‘hartig woordje’ met hem spreken. Dat was vaak nodig bij iemand die weigerde te luisteren en zo iemand ken ik heel goed! In het leren omgaan met situaties schijnt de ziel een belangrijke rol te spelen. Daar wil ik even bij stil staan. Ik denk dat onze ziel het meest kwetsbare gedeelte is van ons menselijk bestaan. Het is de plaats waar we het snelst beschadigd kunnen worden als we niet op onze tellen passen.

Toen de satan in het paradijs kwam om de mens te verleiden, deed hij dat door de ziel aan te spreken. Door een discussie aan te gaan met de mens die langzaam maar zeker op het verkeerde been werd gezet en deze ging geloven wat de satan vertelde. En uiteindelijk werd er gegeten van de boom, met alle gevolgen van dien!

De ziel is het centrum van ons gevoel, verstand en wil. De vijand weet wanneer hij toegang krijgt tot ons verstand, gevoel en wil, en kan dan binnendringen in onze zielse mens. Dan zijn we gemakkelijke prooien, gewillige slachtoffers zijn, die uiteindelijk automatisch doen wat hij graag wil.

De ziel is de plaats waar de satan aangevallen en overwonnen heeft. Dat is de conclusie van GENESIS 3. De satan had definitief toegang tot het verstand, gevoel en de wil van de mens gekregen. En het gevolg was dat de mens zijn oorspronkelijke omgang met God verloren was. Weg relatie, weg bescherming en de mens werd buiten de heerlijkheid van God geplaatst. Weggestuurd uit het paradijs, de wereld in, waar “de vijand voortdurend op de loer ligt, klaar om je leven te vernietigen, maar als je wilt, kun je hem echter overwinnen” zegt God in Zijn woord. GENESIS 4:7 HB.

Let op de woorden, “maar als je wilt, kun je hem overwinnen.” Hier wordt ons gezegd dat we in staat zijn om met ‘onze wil’ de keuze te maken om over de vijand te heersen. Maar, willen we dat? Door de zondeval hebben we allemaal de mogelijkheid om te zondigen. De satan weet dat, hij weet wat de zwakke plek van ieder mens is. Daarom past hij nog steeds dezelfde truc toe, namelijk inspelen op ons verstand, gevoel en wil. Nog steeds is hij in staat om via allerlei middelen bij ons binnen te komen. Hij is er voortdurend op uit om via allerlei situaties op ons gevoel in te werken. Door te zeggen, dat is goed voor je… dat moet je doen… dat mag best. Zolang de satan kans krijgt om ons verstand te beïnvloeden, lopen we het gevaar dat we dingen gaan geloven en doen die onze relatie met God totaal kan vernietigen. Daarom waarschuwt Jezus ons ook als hij zegt:

“Een dief komt alleen om te roven, te slachten en te vernietigen, maar ik ben gekomen om hun het leven te geven in al zijn volheid” JOHANNES 10:10.

Zijn doel is stelen, om het uiteindelijk te slachten, letterlijk staat er “afslachten of doden”, om het dan te verdelgen. Het woord ‘verdelgen’ betekent: verloren doen gaan, ten gronde richten, ombrengen, verliezen. Wie van ons wil dat nou, daar kies je toch niet voor? En helemaal niet als je gewaarschuwd wordt door Koning Jezus. We kennen het gezegde toch nog wel: ‘Een gewaarschuwd man telt voor twee’. Waarom voor twee? Ik denk omdat er Iemand naast je staat die zegt ‘niet doen’. Dat is de heilige Geest, die de mens “duidelijk zal maken wat zonde, gerechtigheid en oordeel is.” JOHANNES 16:8 Maar zo gauw we luisteren naar de vijand zijn we bij voorbaat al verliezers.

Gericht zijn op boven

Wat had David nou geleerd, wat was zijn recept, zijn geheim? Was het zijn strijdlust, zijn macht, zijn intellect, zijn raadgevers, zijn offervaardigheid, zijn inzet voor de ander, zijn roeping…?  Niets van dat alles! Wat was het dan wel? Laten we PSALM 62:6 nog eens lezen.

“Waarlijk mijn ziel,… keer u… stil tot God”. Het Boek zegt: “O, mijn ziel, richt u toch helemaal op God en wees rustig”.

David had geleerd om zijn ziel, zijn verstand, gevoel en wil toe te spreken. Hij had het belang ontdekt om zijn eigen ziel te vermanen, zich te richten op God. Keer u stil tot God, dat was de opdracht die hij zichzelf gaf, hij dwong zichzelf daartoe. David pakte zichzelf aan, hij timmerde op zijn eigen ziel. Hij gaf zijn verstand, gevoel en wil de opdracht zich tot God te keren en niet tot de omstandigheden. Hoe vaak gaan wij hier niet de fout in? Hoe vaak laten we ons juist door het verstand, gevoel en wil leiden?

In de praktijk van het dagelijkse leven is het moeilijk om goed met je zielse gevoelens om te gaan. De telkens terugkerende strijd, de vele beslissingen die we moeten nemen, dwingen ons telkens opnieuw onze antwoorden en oplossingen bij God te zoeken. En we worden daartoe ook opgeroepen:

“Als u nu met Christus uit de dood bent opgewekt, streef dan naar wat boven is, waar Christus zit aan de rechterhand van God. Richt u op wat boven is, niet op wat op aarde is” KOLOSSENZEN 3:1-2.

Het Boek zegt; “Richt daarom uw gedachten op de dingen van de hemel en niet op die van de aarde”. Het “streef dan naar wat boven is”, is een opdracht die hoort bij het nieuwe leven. En dat komt je niet aanwaaien, je doet het niet automatisch, je moet er steeds voor kiezen.

Wanneer gaan wij zoeken en wanneer gaan we onszelf de juiste vragen stellen? Dat doen we als we het zelf niet meer weten. Wanneer je het verprutst hebt, als je de weg kwijt bent. Zoeken heeft altijd te maken met het feit dat we iets verloren zijn, iets dat je eerst wel had maar nu niet meer. Zoeken komt voort uit het missen van datgene, wat van je was of waar je naar verlangt. Maar het ‘zoeken en bedenken van hemelse dingen’ kan ook een wens zijn om vernieuwd te worden. Om nieuwe dingen van God de Vader te ontvangen die je verrijken in je relatie met Hem en met je naaste. Het zoeken en bedenken gericht op vernieuwing van je eigen leven met al zijn omstandigheden, is niet altijd even gemakkelijk. Velen van ons zullen dat kunnen beamen. Het moet een training zijn, een bewust kiezen van, ik wil.

Daarom zegt David: “mijn ziel keer u stil tot God” NBG. En dat staat er in de gebiedende wijs. ‘Keer u’, is een opdracht die hij aan zijn eigen ziel geeft. Het moet een opdracht van de wil zijn. Een bewuste keuze zoals Paulus die ook maakt wanner hij zegt:

“Weet u niet dat van de atleten die in het stadioneen wedloop houden er maar één de prijs kanwinnen? Ren als de atleet die wint. Iedereen die aan een wedstrijd deelneemt beheerstzich in alles; atleten doen het voor een vergankelijke erekrans, wij echter voor een onvergankelijke. Daarom ren ik niet als iemand die geen doel heeft,vecht ik niet als een vuistvechter die in de lucht slaat. Ik hard mezelf en oefen me in zelfbeheersing, wantik wil niet aan anderen de spelregels opleggen omuiteindelijk zelf te worden gediskwalificeerd1 CORINTHIËRS 9:24-27.

Rust mijn ziel, uw God is Koning

Toen ik zelf jaren geleden werd geconfronteerd met een situatie die zeer ingrijpend was voor de rest van mijn leven, begreep ik op dat moment God niet meer. Er waren allerlei ‘hoe en waarom’ vragen. Maar dwars door die innerlijke worsteling over gezondheid, je toekomst, het zorgen voor je gezin, je werk en zoveel andere dingen, begon er iets in mij naar boven te borrelen. Iets wat zich steeds maar weer herhaalde bij elke vraag en bij elk waarom Heer! Elke vraag van mij werd door God beantwoord met een oproep. In al mijn waaroms begon er vanuit de diepte van mijn ziel iets te weergalmen. Telkens klonk daar een gedeelte van een lied; ‘rust mijn ziel uw God is Koning’. En geloof me, in dat hele proces waar ik doorheen moest, werd ik constant achtervolgd met: ‘rust mijn ziel uw God is koning’. Dat moest ik leren, ‘rusten in God’, omdat Hij Koning is. Ik moest leren om Hem als koning binnen te laten in alle gebieden van mijn leven.

Maar als ik eerlijk ben, wilde ik Hem alleen maar kennen als de gever voor dat wat ik dacht nodig te hebben. God ging mij duidelijk maken dat Hij zich niet laat gebruiken, ik kon Hem niet voor mijn karretje spannen. Ik moest leren om Hem te vertrouwen, zonder voorwaarden vooraf te stellen. God maakte me duidelijk, dat waar jij in al die gebieden van je leven, Mij toelaat als koning, Ik voor je zal zorgen. En tot op de dag van vandaag vult Hij dat heel nauwgezet in. Hij voorziet in alles waarvan Hij vindt wat we nodig zijn en dat allemaal in Zijn tempo!

Rust mijn ziel uw God is Koning. “Bij God alleen verstilt mijn ziel” WILLIBRORD VERT. Letterlijk zouden we kunnen vertalen met: “Doch gij, mijn ziel, zwijg voor God” SV. Dat is wat wij moeten leren, onze ziel het zwijgen opleggen. Waarom? Omdat God altijd groter is dan de omstandigheden. En waar onze omstandigheden de aanwezigheid van het Koningschap van God verdringen, ontstaat er geestelijke armoede en geestelijk vermoeide mensen. Ik heb geleerd dat mijn zielse mens meestal de verkeerde vragen stelt en de verkeerde keuzes maakt. Het is net of mijn ziel door een magneet de verkeerde kant wordt opgetrokken. De mens wordt het meest gefopt door de misleiding van zijn eigen ziel. Dat heb ik door schade en schande moeten leren en als ik om mij heen kijk, ben ik niet de enige! Om die reden is het zo ontzettend belangrijk dat onze ziel geregeerd wordt door de autoriteit van Koning Jezus!

PSALM 62:9 zegt: “Vertrouw op hem, mijn volk, te allen tijde, open voor hem uw hart, God is onze schuilplaats”. Als we dat doen, God vertrouwen, dan hebben we een omgang met Hem, waardoor we ook bereid zijn om Hem alles te vertellen en niets verborgen te houden. Je hart uitstorten betekent letterlijk dit: ‘Alles blootleggen wat er in je binnenste aanwezig is voor Hem.’ Dat is een vertrouwelijke omgang met God wat getuigt van een vriendschapsrelatie. Gods woord geeft ons geweldige beloftes over dit punt.

“De vriendschap met God is uitsluitend voor hen, die Hem eerbied bewijzen. Alleen zij zullen de geheimen, verborgen in Zijn beloften, leren kennenPSALM 25:14 HB.

Wie van ons wil dat nou niet, Zijn verborgen geheimen leren kennen? We willen toch allemaal dat God Zijn beloften in ons leven waarmaakt? We verlangen toch samen naar de kracht van Zijn Woord, om het te leren kennen en toepassen? Ook ik verlang naar meer kracht van God in mijn leven, in mijn kerk, in mijn omgeving. Maar hoe krijgen we meer kracht? Het antwoord is:

Hoe kan het weer stil worden in ons zo drukke en vol geprogrammeerde bestaan?

Hoe kunnen we weer voldoende tijd nemen om geestelijk gevoed te worden?

God bepaalde mij bij JESAJA 30:15:

“Dit zei God, de HEER, de Heilige van Israël: ‘In rust en inkeer ligt jullie redding, in geduld en vertrouwen ligt jullie kracht. ’Maar jullie wilden niet”.

Het verlost worden en het ontvangen van kracht ligt besloten in onze wil. Wij moeten ervoor kiezen, willen we dat? God moest tegen Zijn volk zeggen: “Maar jullie wilden niet”. En als ik eerlijk ben, ben ik ook vaak tekort geschoten in dat wat God van mij verlangde. Mijn keuzes zijn ook niet altijd Zijn wil! Misschien ben ik wel de enige die dat nu hardop durft te zeggen, ik weet het niet. Wat ik wel weet is dat mijn verlossing alles te maken heeft met bekering en rust. En dan bedoel ik niet de verlossing die wij wedergeboorte noemen, maar een innerlijke verlossing, de dagelijkse bekering, van alles wat mij tegenhoud om Hem volledig te volgen, te kennen en te dienen.

Bekering, het je opnieuw richten op God, het in de rust gaan bij God zal ons verlossen van alles wat ons tegenhoud om te beantwoorden aan Zijn doel met ons leven.

Stil zijn bij God

Maar er staat nog wat en dat is ook iets waar we denk ik allemaal naar verlangen. Namelijk meer kracht van God in ons leven. We hadden het al over het geheim van David dat hij zijn ziel de opdracht gaf om stil te zijn. God wil ons vandaag aanmoedigen om dat ook te doen. Hoe ontwikkelt zich kracht? Naar wereldse maatstaven weten we dat wel. Maar geestelijke kracht, wat zijn daar nou de ingrediënten voor? God zegt: ‘stilheid en vertrouwen.’ Geestelijke kracht ontwikkelt zich door stil te zijn bij God en Hem te vertrouwen in alle onderdelen van je dagelijks bestaan.

De meest moeilijkste les voor de geestelijke mens is om stil te zijn bij God:

  • Om jezelf het zwijgen op te leggen
  • Om tegen al je vragen, hoe reëel ook, nee te durven zeggen
  • Om je verstand, je denken in Zijn hand te leggen, want God zorgt
  • Om je gevoel niet te laten heersen over je emoties
  • Om je wil, het willen doen van dingen, niet meer te willen, want de Heilige Geest zal je leiden

Stil zijn bij God is bewust willen zeggen, ervoor te kiezen: “Uw wil geschiede”. Nadat de Farizeeën Jezus hadden gevraagd: “Meester, wat is het grootste gebod in de wet?” gaf Hij als antwoord:

“Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstandMATTHÉÜS 36-37.

Wie kiest, om zijn wil ondergeschikt te maken aan Gods wil?

Heeft mijn wil dan geen nut meer, is het een nutteloos element geworden in mijn dagelijks bestaan? Zeker niet, maar door de wereld om ons heen en allerlei andere invloeden hebben we (ongewild?) geleerd onze geest, ziel en lichaam anders te gebruiken dan het Gods bedoeling was. En God verlangt ernaar dat Hij ook koning mag zijn van ons verstand, gevoel en wil. Dat wij Hem daarmee zullen dienen, met alles wat in ons is, zegt Gods woord. Dan kan Zijn rust in ons heersen, zodat heel ons wezen, Zijn aanwezigheid, in en uit kan ademen.

Dan zal onze ziel weer gaan reageren op Gods aanwezigheid. Dan zal onze wil weer gaan functioneren waarvoor God het geschapen heeft. Dan komt ons hart weer tot rust bij Hem die gezegd heeft:

“Kom naar mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, dan zal ik jullie rust geven. Neem mijn juk op je en leer van mij, want ik ben zachtmoedig en nederig van hart. Dan zullen jullie werkelijk rust vinden, want mijn juk is zacht en mijn last is licht” MATTHÉÜS 11:28-30.

Rust is in onze maatschappij het meest duurbetaalde artikel. Want we hebben van rust een product gemaakt wat zichzelf goed verkoopt. Het zit verpakt in allerlei dingen die voor ons standaard levensbehoeften zijn geworden, zoals muziek, vakanties, genotsmiddelen, uitgaan, ontspanningstechnieken, een boek, een wandeling. We hebben er veel voor over om tot rust te komen en het is ook goed om te investeren in rust. Maar laten we ons de vraag stellen: ‘Geeft het mij waar ik werkelijk naar verlang, beantwoord die rust aan de wezenlijke behoefte, zodat mijn ziel weer in en uit kan ademen, de rust die God geeft?’ Jeremia leert ons een belangrijke les wanneer hij zegt:

“Dit zegt de HEER: Ga op de kruispunten staan, denk na, kijk naar de oude wegen. Welke weg leidt naar het goede? Sla die in, en vind rust. Maar zij zeggen: “Dat doen wij niet” JEREMIA 6:16.

God zegt, sta op, zoek en vraag waar de goede weg is om tot rust te komen. Eigenlijk staat het daar als een vermaning, gericht tot Gods volk. Om een rustplaats te vinden, om met Hem in ongestoorde gemeenschap te leven.

De weg die wij nu gaan, is dat de goede?

De keuzes die we gemaakt hebben, zijn dat de juiste?

We kunnen leren van de ‘oude paden’, dat is:

  • Het woord wat God gesproken heeft
  • Hoe God altijd voor Zijn volk gezorgd heeft
  • Het toelaten in je hart wat Jezus Christus voor jou gedaan heeft
  • Dat zijn de profetieën, de vermaningen die Hij jou gegeven heeft

Gods verlangen is dat we bij Hem zijn en genieten van de rust die Hij zo duur betaald heeft. Hij gaf daar Zijn Zoon voor. Hij scheepte ons niet af met één of ander middeltje, Hij liet het ons niet zelf uitzoeken. Het allerbeste, het enige wat Hij had, Jezus Christus, betaalde de prijs voor onze rust. Zodat wij door het geloof in Hem tot Zijn rust kunnen ingaan met als resultaat: ‘Rust mijn ziel uw God is Koning.’

Als ik aan die Koning denk die mij rust geeft, waardoor mijn verwarde ziel kan genezen, ontstaat daar een geweldige blijdschap. Want het tot rust komen bij God, dat je zielse mens stil kan zijn bij God, is een verwijzing naar het feest van de wederkomst. Naar het feest van de totale vernieuwing van de hemel en de aarde. Waar de mens weer mens mag zijn, oorspronkelijk en origineel, wat een heerlijke toekomst.

Ik wens je Gods zegen

Datum gemaakt: 1-1-2013
Versie: 1
  • Waardering
  • Hoeveel sterren geeft u dit artikel?