Wie de wijsheid in pacht heeft mag het zeggen. Deze uitspraak gebruiken we om iemand te helpen begrijpen dat ‘wijsheid’ iets is waarin we altijd te kort schieten. Geen wijsheid hebben van iets wat we niet begrijpen, kan soms behoorlijk lastig zijn. En soms doe je maar wat in de hoop dat wat je doet aan zal slaan of begrepen zal worden. Maar worden we hierin gecorrigeerd door anderen dan dekken we ons in door te zeggen, ‘beter iets dan niets gedaan’.
Onze kennis
Hoe we wijsheid of kennis ook interpreteren het zal toch vaak afhankelijk zijn van onze persoonlijke ontwikkeling. En of je nu op hoog of laag niveau onderwijs hebt genoten, de één kan soms toch slimmer zijn dan de ander. Dit gegeven kan lastig worden wanneer we met onze ‘slimmigheid’ die ander te vlug af willen wezen, en zorgt vaak voor een onnodige scheiding tussen mens en cultuur. Die scheiding van mensen staat heel vaak lijnrecht tegenover elkaar met soms wel heel nare gevolgen. Wijsheid kan nuttig zijn maar je ook in de weg staan om iets van de ander aan te nemen. Je denkt dan vanuit je overtuiging, je menselijk denkbeeld of vanuit je godsdienstige opvoeding. Aan de ene kant heb je wijsheid nodig maar aan de andere kant kan het je behoorlijk parten spelen.
Zo kun je te gronde gaan door gebrek aan kennis van God, omdat je dit verworpen hebt, zegt HOSEA 4:6 NBG.
Hier gaat het er om dat men wel kennis had van God maar toch handelde op grond van het eigen inzicht. Dat was Gods aanklacht tegen hen.
Maar aan de andere kant, “De kennis maakt opgeblazen (…) Indien iemand zich inbeeldt enige kennis verworven te hebben, dan heeft hij nog niet leren kennen, zoals het behoort “ lezen we in 1 KORINTIËRS 8:1B-2 NBG.
We kunnen kennis verwerpen en hierdoor onszelf te gronde richten, zowel op Godsdienstig als op het maatschappelijke vlak. Maar we kunnen ook van die betweters zijn die denken de wijsheid in pacht te hebben en hierdoor het doel missen waarvan je denkt het gevonden te hebben. Kijk, binnen deze twee uitersten is veelal al onze kennis ontwikkeld. Je gaat eraan ten onder of je schiet je doel voorbij. Welke vorm van kennis je ook bezit het kent altijd de verantwoordelijkheid hoe je hier mee opgaat. En hier komt een collectief probleem om de hoek kijken. Want op welk niveau we ook ontwikkeld zijn, we zijn niet altijd in staat om onze kennis zo te gebruiken dat het ons zelf of de ander ten goede komt.
Het menselijk vermogen
Er zijn allerlei mogelijkheden ontwikkeld die ons helpen om bepaalde vaardigheden te leren, te begrijpen en toe te passen. We kunnen onze inzichten vergroten door natuurlijke en geestelijke groei. En de efficiëntie van dit nastreven zal afhangen van onze werkelijke interesse. Maar ook van onze bereidheid tot het verbeteren van deze inzichten. Hierin zullen we elkaar altijd nodig hebben, want de een bedenkt, de ander maakt het en weer een ander gebruikt het. En het is geweldig om te zien dat de mens het vermogen bezit tot het verwerven van kennis. Dit alles kan leiden tot een betere maatschappij waarin de mens zijn plek kan vinden om gelukkig en tevreden te zijn. Om verstandig met elkaar om te gaan en elkaar tot hand en voet te zijn. Maar jammer genoeg zien we deze mogelijkheden maar spaarzaam terug. Het had zo mooi kunnen wezen. Maar kennelijk zijn we niet in staat om met al onze kennis en verworven inzichten ieder mens op deze aarde dat te geven wat Gods bedoeling is. Onze hebzucht naar meer heeft heel veel mensen nog steeds niet gegeven waar ze ook recht op hebben. Als dit de uitkomst is van onze geleerdheid dan schieten we schromelijk te kort.
Dit heeft ook zijn weerslag op de kerk. Ook hier zien we dat ons denken is aangetast door wereldse invloeden. Ons doen en laten is sterk afhankelijk geworden van menselijke inzichten. Ons geloof is veelal gebaseerd op kennis en niet op relatie met God. Dit komt omdat we kennis naar eigen inzicht kunnen invullen, maar relatie met God daar gaat het niet om kennis, maar om wie je in Hem bent. We verbergen ons liever voor God dan dat we Hem willen ontmoeten. Dat is een mechanisme dat zit ingebakken in de zondeval. Toen Adam en Eva hadden gezondigd verstopten ze zich voor God. Maar God nam hier geen genoegen mee, daarom riep Hij, “mens waar ben je?” GENESIS 3:9.
En dat roept Hij nog steeds, beste ………… waar ben je?
Welke uitstraling
Het is vanwege dit verlangen van God de Vader naar ons dat Hij zijn Zoon in deze wereld gestuurd heeft. Omdat wij onvoldoende met de kennis ‘over’ én ‘van God’ zijn omgegaan. Het geloof is grotendeels ingericht naar menselijke maatstaven. De kennis van mensen domineerde in onze geloofsovertuiging. Het waren de menselijke wetten op basis van eigen inzicht die het geloof van een andere uitstraling voorzag. Gods aanwezigheid was sterk op de achtergrond geplaatst. Om een algemeen inzicht te geven wat kennis met een mens kan doen is de volgende tekst mogelijk een eyeopener.
“Iemand die iets anders onderwijst en niet instemt met de heilzame woorden van onze Heer Jezus Christus en de leer van ons geloof, is verblind. Zo iemand begrijpt niets, maar is ziek door zijn geredetwist en geruzie; dat leidt tot afgunst, onenigheid, laster en kwaadaardige verdachtmakingen, en tot eindeloos gekrakeel tussen mensen van wie de geest verziekt is, die van de waarheid beroofd zijn en denken dat het geloof hun geldelijk gewin brengt” 1 TIMOTHEÜS 6:3-5.
Er zijn veel mensen geweest die in de geest van dit vers ‘iets anders’ geleerd hebben. De sporen hiervan zien we in de geschiedenis van de kerk en mogelijk ook in ons eigen leven terug. En dit is jammer want we kunnen met van alles en nog wat bezig zijn zonder dat we werkelijk begrijpen waar het om gaat. Paulus’ conclusie is dat dergelijke mensen verblind zijn. Verdeeldheid is iets wat we bijna in iedere gemeente tegen kunnen komen. Veel mensen hebben tegenwoordig zo hun eigen al dan niet theologisch onderbouwde opmerkingen. Tot in de details toe weten ze iets neer te zetten waarmee ze veel mensen achter zich weten te krijgen.
Maar wanneer we anderen gaan ‘overheersen’ met onze inzichten brengen we dan rust of onrust, zorgen we dan voor eenheid of creëren we verdeeldheid in de gemeente? Wanneer onze geloofsopvatting de gelovigen er toe brengt om al redetwistende over de kerkmuren te lopen dan is hun geest verziekt, durft Paulus te stellen. Zijn advies is om ons verre te houden van mensen die ons willen bekeren op basis van argumenten. Iemand zei dit: ‘Als iets niet in de Bijbel staat waar komt het dan vandaan?’ Kennelijk zijn we niet in staat om ons geloof zo te beleven dat het vrij is van discussie, afgunst, onenigheid, laster en kwaadaardige verdachtmakingen. Wanneer we dit onderkennen begrijpen we ook dat de hedendaagse kerk niet zoveel onderdoet voor de kerk in Jezus’ tijd. Begrijp me goed ik schop niet tegen het zere been van de kerk maar wil wel achter ‘het verband’ kijken om heling te verkondigen. Dat was Jezus’ insteek maar ook die van de vele godsmannen, die de eenheid van de kerk op het oog hebben.
Wees kritisch
De reden dat we als kerk ons doel voorbij kunnen schieten is dat we niet altijd evengoed met Gods liefde overweg zijn gegaan. Het is een strijd tussen ‘wet en genade’ tussen ‘vlees en geest’. GALATEN 5:17. En dat ondanks Gods liefde die in onze harten uitgestort is door de Heilige Geest. ROMEINEN 5:5. Een belangrijke vraag die we ons zelf mogen stellen is,
‘hoe hebben we Gods getuigenis handen en voeten gegeven?’
Zijn het de gaven van de heilige Geest, ons inzicht in de doop, onze zucht naar een geestelijke gaven bekwaamheid? Zijn het de goed lopende strak georganiseerde diensten, onze wel of geen handen op leggende gebedsdiensten? Hoe zijn we met Gods liefdesverklaring, geopenbaard in Jezus Christus omgegaan? Zijn dat de vele cursisten die we mogen begroeten voor de meest uiteenlopende onderwerpen? Wanneer ik mijn gedachten hierover de vrije loop zou laten kan deze lijst wel eens heel lang worden.
Wat is ons getuigenis? Hoe laten we de wereld om ons heen zien waar het om gaat? Hoe uitnodigend is ons leven voor je buur, familie of je kinderen?
Lees 1 KORINTIËRS 3:12-15.
Ziet de mens om ons heen waar we werkelijk mee bezig zijn? Of lachen ze ons uit omdat we op veel te grote voet leven en hierdoor amper vooruit komen? Hoeveel geloofswerk komt er uit onze handen? Of staan we met lege handen langs de zijlijn toe te kijken hoe de wereld zich vermaakt? En zijn onze handen en voeten wel bereid om het strijdperk van deze wereld binnen te gaan met Gods uitnodiging om werkelijk thuis te komen? Wat is een goed Bijbels advies?
“Trek de schoenen aan van de bereidheid om het goede nieuws van de vrede met God bekend te maken” EFEZIËRS 6:15.
Wat staat op de zolen van je geestelijke schoenen? Grevozool met Babtoleer? Dit is een Leervriendelijk product, en meer glans met Evangeliespray. Of een of andere naam van een kerk met de bijbehorende leer-mogelijkheden? Of staat daar, ‘ Bereid om te gaan?’ Mensen met bereidheid om het goede nieuws van vrede met God te brengen zijn mensen die de kern van Die Boodschap begrepen hebben. Die hebben begrepen wat Jezus’ Leer was.
De kracht van een getuigende kerk is wat we kunnen lezen in de volgende woorden:
“Aan de onderlinge liefde zullen de mensen zien dat u mijn discipelen bent” JOHANNES 13:35 HB.
Hier lezen we niet over een kerk die liefde tot een product heeft verheven. Maar over een getuigende gemeenschap van mensen die liefde door daden bekend maakt. De kracht van Gods kerk is praktiserende liefde. Door lief te hebben zoals Jezus het ons heeft laten zien. 1 PETRUS 2:21.
Met deze kenmerken van liefde heb je een Boodschap gebracht die de ander toont dat het liefde van God is waarmee je je daden omkleed. Hoe kritisch durf je te zijn ten aanzien van jezelf. Nu ik mezelf met deze vraag confronteer moet ik me ook onderzoeken met de volgende vraag.
Wat doen wij met Gods liefde?
Kijk nu zijn we beland bij de kern van deze studie. Waarom onderwijst Jezus ons? Ik denk omdat we in het verleden en in het heden niet in staat zijn gebleken die kerk te zijn zoals God dit voor ogen had. Dit is geen aanklacht maar een conclusie misschien een heftige maar geen veroordelende. Laten we dankbaar zijn dat Jezus ons in velerlei opzicht is voorgegaan om ons Zijn liefde te tonen. Want Zijn daden van liefde zijn voor ons van levensbelang. Rond Zijn onderwijs groeide een toenemende kritiek een klein voorbeeld hiervan lezen we in MARCUS 10:12.
We moeten goed begrijpen dat de farizeeën Jezus uit de tent wilden lokken. En dat deden ze met een vraag over echtscheiding. Ze wilden niet weten of echtscheiding onder alle omstandigheden geoorloofd was, maar of het zondermeer toegestaan was. Maar Jezus onderkende hun bedoelingen en daarom vroeg Hij; ‘wat zegt de wet van Mozes hierover’. En hierin ging Jezus voorbij aan hun opvatting over echtscheiding. Want die was heel ruim. Een zekere Rabbi Hillel onderwees zijn leerlingen dat er ook gescheiden mocht worden bij kinderloosheid of wanneer de vrouw zich onbetamelijk gedroeg en hierdoor de man in diskrediet bracht. De man mocht dan zijn vrouw verstoten. Een andere Rabbi meende dat je zelfs mocht scheiden wanneer de vrouw het eten liet aanbranden.
Hoe liefdeloos kunnen menselijke inzichten zijn. Dit getuigde van het feit dat ze wel een gezonde leer konden gebruiken. Daarom ging Jezus ook niet aan hun vraag voorbij.
De farizeeën dachten Jezus zomaar in de val te kunnen laten lopen, maar Hij kende de wet van Mozes en hun eigen visie hierover heel goed. Jezus kende hun liefdeloosheid want hun regels en voorschriften schoten het doel van Gods wet totaal voorbij. Als je iemand op de proef wilt stellen dan wil je zien wat er in hem leeft wat zijn mening of gedachten zijn over iets of iemand. Het komt vaak voor dat mensen God op de proef willen stellen.
“Wilt u dan God tarten door op de schouders van deze leerlingen een juk te leggen dat noch onze voorouders noch wij konden dragen?” HANDELINGEN 15:10 GNB.
Het woord ‘tarten’ wil zeggen dat je iemand prikkelt of wil provoceren om zo een reactie uit te lokken. De wet van Mozes was voor de Joden een juk wat niet te dragen was. Steeds confronteerde de wet hen met hun zondige gedrag. De wet was een hulp om inzicht te geven hoe ze naar Gods wil konden leven, maar was ook bedoeld als een leraar tot Christus.
“Voordat dit geloof kwam, werden we door de wet bewaakt; we leefden in gevangenschap tot het geloof geopenbaard zou worden. Kortom, de wet hield toezicht op ons totdat Christus kwam, zodat we door ons vertrouwen op God als rechtvaardigen konden worden aangenomen. Maar nu het geloof gekomen is, staan we niet langer onder toezicht, want door het geloof en in Christus Jezus bent u allen kinderen van God” GALATEN 3:23-26.
De wet hield toezicht op de Joden totdat Christus kwam. Maar steeds zien we de worsteling om hieronder uit te komen. Toen God het volk uit Egypte weg haalde was het volk wel uit Egypte maar Egypte was nog niet uit hen. Daar was een wet met voorschriften voor nodig en een reis door een immens grote zandbak. En hoe de Joden hierop reageerden lezen we in dit vers.
“wees dan niet koppig, als tijdens de opstand, toen jullie mij beproefden in de woestijn, waar jullie voorouders mij op de proef stelden en tartten hoewel ze mijn daden hadden gezien, veertig jaar lang” HEBREEËN 3:8-10.
Maar deden de eerste christenen het dan anders? Toen de wet was vervuld in het volbrachte werk van Jezus Christus stonden de christenenonder controle van de genade. Maar konden ze hier goed mee omgaan? Was die vrijheid in Christus geopenbaard door de heilige Geest krachtig genoeg om hun dicht bij God te houden? Nog steeds namen ze foute beslissingen.
“En Petrus zeide tot haar: Waarom zijt gij ééns geworden om de Geest van de Heer op de proef te stellen?” HANDELINGEN 5:9.
Nog steeds is de mens bezig om God te beproeven en Hem te tartten om te zien hoelang Hij de zonde ongestraft laat. En nog steeds toont dit aan dat we Gods liefde niet werkelijk begrepen hebben. Ons doen en laten wordt nog heel vaak gedomineerd door de machten die horen bij de gevallen schepping. Vgl. 1 PETRUS 2:16. Nog steeds willen we door de mazen van Gods wet heen zwemmen, maar hebben niet in de gaten dat we hierdoor de genade van God mislopen. We moeten goed beseffen dat de satan de gelovigen niet met rust zal laten. Het tarten, verzoeken en beproeven hoort bij de gevallen schepping. Wanneer de satan Jezus ten val wilde brengen, wat hem niet lukte MATTHEÜS 4:1-11, zal hij ons dan overslaan?
Inzet met liefde
Hoewel Gods liefde in onze harten is uitgestort door de heilige Geest leven we nog heel vaak geïnspireerd door onze eigenliefde. ROMEINEN 5:5. Gods liefde vormt de hartenklop van Zijn kerk. We kunnen van alles doen om te laten zien dat we in God geloven maar als dit zonder liefde is dan kent dit geen enige betekenis, is Paulus’ conclusie. En dan wijst hij op een weg die nog veel hoger ligt. 1 KORINTIËRS 12:31 PETER CANIS. VERT. We kunnen ons uitstrekken naar allerlei geestesgaven maar is dit zonder de liefde dan brengt dit ons niet dichter bij God. Er is een andere weg waar we op gewezen worden. Bij al onze inzet blijven er maar drie dingen over die uiteindelijk gezien worden en dat is:
“Geloof, hoop en liefde. Maar de liefde is het voornaamste” 1 KORINTIËRS 13:13.
Als het goed is begint onze relatie met God door geloof in Hem. Op basis hiervan gaan we begrijpen waardoor en hoe we verlost zijn en dat geeft hoop voor nu en later. En:
“Die hoop is een vast en veilig anker voor ons leven en ze reikt tot achter het gordijn van het heiligdom in de hemel” HEBREEËN 6:19 GNB.
We zijn tot in de hemel verankerd op basis van geloof en op grond van Jezus’ offer. Dat leert ons een weg die verder omhoog voert en maakt dat we ons leven op basis van Zijn liefde willen inzetten voor anderen. De volledige Drie-eenheid is betrokken bij onze verlossing. De Vader gaf de Zoon en Die twee samen geven ons de heilige Geest om ons werkelijk te vullen met liefde. Zie JOHANNES 15:26.
Maar begrijpen we wat Die Liefde met ons kan doen? Onderkennen we dat Zijn Liefde ons iets wil leren? Verstaan we de Boodschap zodat de verkondiging van de kerk herkenbaar is als liefde van God? Laten we maar eerlijk zijn dit toont onze manco’s haarscherp aan. Om die reden hebben we nog steeds een Leraar nodig. Een Leraar Die ons helpt begrijpen hoe we het evangelie recht kunnen doen. Om die reden zegt Paulus dan ook:
“Doch de Here heeft mij ter zijde gestaan en kracht gegeven, zodat door mij de verkondiging tot haar recht gekomen is en al de heidenen haar hebben kunnen horen; en ik ben uit de muil van de leeuw verlost” 2 TIMOTHEÜS 4:17 NBG.
De perfecte Hulp
Hoe kunnen wij recht doen aan het Evangelie zonder liefde, zonder kennis van het Woord? Het resultaat hiervan kan ook heel dichtbij gevonden worden. Schieten we nu in de verdediging? Ga dan eens goed bij jezelf te rade. Je mag dan blij zijn dat de heilige Geest in je hart is uitgestort. Dat is het werk van Jezus’ inzet omdat Hij wel wist dat we maar heel moeilijk zowel met wet als met genade om kunnen gaan. Om die reden klinken mij deze woorden als hemelse muziek in de oren.
“Later zal de pleitbezorger, de heilige Geest die de Vader jullie namens mij zal zenden, jullie alles duidelijk maken en alles in herinnering brengen wat ik tegen jullie gezegd heb” JOHANNES 14:26.
De heilige Geest wordt ook wel de ‘Parakleet’ genoemd wat letterlijk vertaald kan worden met, ‘de erbij geroepene’. Dit maakt ons duidelijk dat we niets kunnen zonder de ‘erbij geroepene’.
Zie JOHANNES 14:26;15:26; 16:17.
Dat veel mensen moeite hebben om samen te werken met deze Raadgever hoeft nu geen verdere uitleg meer.
Een leer met gezag
Tja, daar sta je dan bij een openlucht samenkomst en je ziet de wonderen voor je ogen gebeuren. Mensen komen tot Jezus en de boodschap die je hoort is zo anders het maakt je diep van binnen heel blij. Toen Jezus de mensen had onderwezen was het voor hen heel duidelijk dat wat Hij leerde haaks stond op wat ze altijd gehoord hadden.
“Toen Jezus deze rede had uitgesproken, waren de mensen diep onder de indruk van zijn onderricht, want hij sprak hen toe als iemand met gezag, en niet zoals hun schriftgeleerden” MATTHEÜS 7:28-29.
Wat was de reactie van de mensen toen Jezus liet zien dat aan Hem was gegeven alle macht in hemel en op aarde? MATTHEÜS 28:18.
“Iedereen was zo verbijsterd dat ze tegen elkaar zeiden: ‘Wat is dit allemaal? Een nieuwe leer met groot gezag! Zelfs als hij onreine geesten een bevel geeft, wordt hij gehoorzaamd” MARCUS 1:27.
Maar was dit nu wel zo spectaculair ja en nee. Ja, omdat de kerk door alle eeuwen heen veel van haar kracht is verloren. Nee, want het is duidelijk dat God de hemel met de aarde wil verbinden. Dat is een heel normaal gebeuren wanneer Jezus komt in onze schepping.
“Waarachtig, ik verzeker u: de Zoon kan niets uit zichzelf doen, hij kan alleen doen wat hij de Vader ziet doen; en wat de Vader doet, dat doet de Zoon op dezelfde manier. De Vader heeft de Zoon immers lief en laat hem alles zien wat hij doet. Hij zal hem nog grotere dingen laten zien, u zult verbaasd staan!” JOHANNES 5:19-20.
Dus zo uitzonderlijk is Jezus’ leer niet. Daarom zegt Paulus ook tegen de leiders van de kerk:
“Hij moet zich houden aan de betrouwbare boodschap die in overeenstemming is met de leer, zodat hij in staat is om anderen met heilzaam onderricht te bemoedigen en dwarsliggers terecht te wijzen” TITUS 1:9.
Dat deze boodschap van gezag op grond van Jezus’ werk ondermijnd zou gaan worden daar was Paulus van overtuigd.
“Wees op uw hoede en verspeel niet wat we bereikt hebben, maar zorg dat u het volle loon ontvangt. Wie niet bij de leer van Christus blijft maar verder wil gaan, heeft God niet. Wie bij die leer blijft, heeft zowel de Vader als de Zoon” 2 JOHANNES VERS 8-9.
Paulus had begrepen dat alle verkondiging de kenmerken moest hebben van het zendingsbevel. En daar kunnen wij niets aan af doen, nog aan toevoegen.
“Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest, en hun te leren dat ze zich moeten houden aan alles wat ik jullie opgedragen heb. En houd dit voor ogen: ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld” MATTHEÜS 28:19-20.
Voldoen we daar nog aan? Verkondigen we als kerk nog wel een ‘leer met gezag?’ Wat zijn we onderweg verloren? Wat hebben we verruild voor andere zaken? Is het besef nog aanwezig om, ‘alles te doen wat Jezus ons heeft opgedragen?’ Laten we elkaar niet de zwartepiet toe schuiven, ik denk dat de hand in eigen boezem steken ons wel de nodige duidelijkheid verschaft. Het wordt tijd om weer te leren spreken met gezag, nee niet met menselijk, maar met hemels gezag met Goddelijke wijsheid.
Wijsheid van boven
Wijsheid is in alle tijden een begerenswaardige eigenschap geweest. Bij de koningen van Israël maar ook daarbuiten zien we dat er veel ruimte was voor wijsheidsleraren. Zij gaven onderwijs aan de mensen en politiek advies aan de koning. Zij wisten dat bij: “alles wat je ooit zou kunnen wensen valt bij wijsheid in het niet” SPREUKEN 8:11. Zo kwam koning Salomo tot dit inzicht:
“Gelukkig is een mens die wijsheid heeft gevonden, een mens die inzicht wint. Wijsheid levert meer op dan zilver, geeft meer profijt dan goud” SPREUKEN 3:13-14.
Gelukkig is de mens die wijsheid heeft gevonden. Over wijsheid is veel verwarring ontstaan. Vaak is het vermengt met wijsheid van beneden, aardse wijsheid. Jacobus zegt er dit over.
“Wie van u kan wijs en verstandig genoemd worden? Laat hij het daadwerkelijk bewijzen door een onberispelijk leven en door wijze zachtmoedigheid. Maar als u zich laat beheersen door bittere jaloezie of egoïsme, kunt u beter niet zo hoog van de toren blazen; u zou de waarheid geweld aandoen. Dat soort wijsheid komt niet van boven; ze is aards, ongeestelijk, demonisch. Waar jaloezie en egoïsme heersen, vieren wanorde en allerlei kwaad hoogtij. De wijsheid van boven daarentegen is vóór alles zuiver, en verder vredelievend, mild en meegaand; ze is rijk aan ontferming en brengt niets dan goede vruchten voort, ze is onpartijdig en oprecht. Waar in vrede wordt gezaaid, brengt gerechtigheid haar vruchten voort voor hen die vrede stichten” JACOBUS 3:13-18.
Hier wordt een duidelijk onderscheidt gemaakt tussen wijsheid van boven en die van beneden. Die van beneden is aards, ongeestelijk en demonisch zegt Jacobus. Dit zijn sterke woorden maar geven wel feilloos aan wat het verschil is. Wanneer je iemand ontmoet die zichzelf heel wijs noemt, maar het tegenovergestelde laat zien dan begrijp je direct wat Jacobus bedoelt. Letten op iemands karakter en op zijn daden is een verstandige keuze om te zien of hij echt wijs is. Een boom kun je immers kennen aan de vrucht. Dwaasheid brengt altijd wanorde voort. Dit verschil was voor toen en voor nu van levensbelang. Even een voorbeeld.
“David riep zijn zoon Salomo bij zich en droeg hem op een tempel te bouwen voor de HEER, de God van Israël” 1 KRONIEKEN 22:6.
Maar die opdracht ging niet zonder een gebed dat de Heer Salomo verstand en wijsheid zou schenken.
“Welnu, mijn zoon, moge de HEER je ter zijde staan, zodat je zult slagen en voor de HEER, je God, een tempel zult bouwen zoals hij over jou heeft voorzegd. Ik hoop dan ook dat de HEER je verstand en inzicht zal schenken zodat je, wanneer hij je over Israël aanstelt, de wetten van de HEER, je God, zult naleven” 1 KRONIEKEN 22:11-12.
Hoe wordt dit gebed verhoord?
“Hierop zei God tegen Salomo: ‘Omdat dit je wens is, omdat je niet gevraagd hebt om rijkdom en schatten, niet om roem en de dood van je vijanden, en ook niet om een lang leven, maar om wijsheid en inzicht om het volk te kunnen besturen waarover ik je als koning heb aangesteld, zal ik je wijsheid en inzicht schenken” 2 KRONIEKEN 1:11- 12.
Wijsheid in ons
Mogen wij ons ook uitstrekken naar die wijsheid? Jazeker! Luister maar naar wat Jacobus ons schrijft:
“Komt een van u wijsheid tekort? Vraag God erom en hij, die aan iedereen geeft, zonder voorbehoud en zonder verwijt, zal u wijsheid geven. Vraag vol vertrouwen, zonder enige twijfel” JAKOBUS 1:5-6A.
Dit is uiterst praktisch gericht om ‘wijsheid van boven’ in ons leven geopenbaard te maken. Want:
“De Joden vragen om wonderen en de Grieken zoeken wijsheid, maar wij verkondigen een gekruisigde Christus, voor Joden aanstootgevend en voor heidenen dwaas. Maar voor wie geroepen zijn, zowel Joden als Grieken, is Christus Gods kracht en wijsheid” 1 KORINTIËRS 1:22-24.
Wat is Paulus’ gebed voor Gods kinderen?
“Daarom bidden wij onophoudelijk voor u, vanaf de dag dat we dat gehoord hebben. We vragen dat u Gods wil ten volle mag leren kennen door de wijsheid en het inzicht die zijn Geest u schenkt” KOLOSSENZEN 1:9; ZIE OOK 3:16.
Laat dit maar eens goed op je inwerken, want als we dit gebed over het hoofd zien, dan zal ons geestelijk spreken met weinig kracht van Boven omkleed zijn. Want het niet kennen van Gods wil wordt al snel opgevuld met de wil en wijsheid van iemand anders. En of dit de gemeente ten goede komt? Ach, we weten wel beter. Onze levenswandel zal zeker van doorslaggevend feit zijn voor ons gedrag in de gemeente, in onze gezinnen en in ons eigen leven. Daarom blijft Paulus ons oproepen tot een serieuze geloofswandel, want hij weet dat je zomaar onverstandig kunt zijn en hierdoor veel dingen niet aankunt.
“Let dus goed op welke weg u bewandelt, gedraag u niet als dwazen maar als verstandige mensen. Gebruik uw dagen goed, want we leven in een slechte tijd. Wees niet onverstandig, maar probeer te begrijpen wat de Heer wil” EFEZIËRS 5:15-17.
Maar hoe kun je testen of iemands levenswandel past binnen de grenzen van God?
“Maar de wijsheid die van God komt, is bovenal zuiver. Zij is ook vreedzaam, vriendelijk en beleefd; zij is bereid te praten en anderen gelijk te geven; zij leeft intens met anderen mee en doet veel goed; zij spreekt rechtuit en is zeker en oprecht” JAKOBUS 3:17 HB.
Aan het eind van de Romeinenbrief lezen we de kern van de hemelse wijsheid.
“Aan hem die bij machte is u kracht te geven, overeenkomstig het evangelie van Jezus Christus dat ik verkondig, overeenkomstig de onthulling van het geheim waarover eeuwenlang gezwegen is, maar dat nu is geopenbaard en op bevel van de eeuwige God door de geschriften van de profeten bij alle volken bekend is geworden om ze tot gehoorzaamheid en geloof te brengen aan hem, de enige, alwijze God, komt de eer toe, door Jezus Christus, tot in eeuwigheid. Amen” ROMEINEN 16:25-27.
God’s geopenbaarde wijsheid zal iedereen horen met als doel, om ze tot gehoorzaamheid en geloof te brengen. Zijn Redding, door Jezus Christus, zal over de hele wereld bekend worden. Ervaren we het als een last of als een voorrecht om van deze ‘leer met gezag’ te getuigen? Dat is toch de taak en opdracht van de kerk met al haar leden. Of hebben we nog niet ontdekt wat Job wel had ontdekt?
“Oude mensen zijn wijs en een lang leven geeft wijsheid, zegt men. Maar alleen God heeft de ware wijsheid en de kracht. Alleen bij Hem kunnen we terecht voor raad; Hij begrijpt het” JOB 12:12-13 HB.
Job wist dat Gods wijsheid niet theoretisch maar praktisch was. Lees de discussies die hij had met zijn vrienden en later tussen hem en God er maar op na, ze zullen ons helpen om meer inzicht in Gods wijsheid te krijgen. Door die discussies heen ontdekte Job ook zijn eigen binnenste en kwam tot de volgende conclusie:
“Alleen van horen zeggen kende ik U, nu heb ik U gezien met eigen ogen. Alles herroep ik, over alles heb ik spijt, JOB 42:5-6A WILBR. VERT.
Durven we toe te geven dat we spijt hebben en dat we misschien sommige dingen moeten herroepen? Ik zou zeggen doe het maar, het zou wel eens het begin kunnen zijn van een leven in de wijsheid die Jezus ons heeft nagelaten.