Tja, alweer een nieuwe jaar. Betekent dit dat we het verleden ook achter ons hebben gelaten? Dat al het nare van vorig jaar ook verdwenen is? Nee, niet de pijn of het ziek zijn of andere ongemakken zullen voorbij zijn, die kunnen net zo pijnlijk aanwezig zijn als altijd. Daar worden we ook in het nieuwe jaar mee geconfronteerd.
God was erbij
Wanneer we terugdenken aan vorig jaar, dan hebben we gebeden en gewenst dat situaties anders zouden worden, maar helaas…! We hebben ons best gedaan om te veranderen, maar helaas…! We hebben gevochten om van onze verslavingen af te komen, maar helaas…! We hebben verlangd naar kinderen of kleinkinderen of andere verlangens, maar helaas…! Zo, er kunnen veel gebieden zijn die een schrijnend ‘helaas’ kennen. En hoe ga je dan verder? Maar lijdzaam toezien of het maar woordeloos aanvaarden. Hoe we ook terugdenken, God was er wel bij. Is dit een dooddoenertje? Zeker niet! Hij heeft je gadegeslagen en kent je pijn of je woede over het gemis aan…, en vul dit zelf maar in. Dan is het toch goed om te weten ‘hoe’ God de Vader je gadeslaat?
“Ik, de Heer, zal je leiden, steeds weer opnieuw. In dorre streken les ik je dorst, ik schenk je nieuwe levenskracht. Je zult zijn als een rijk besproeide tuin, als een niet opdrogende waterbron” JESAJA 58:11 GNB.
In de toekomst kijken?
Iedereen wil eigenlijk wel in de toekomst kijken. Maar zou het goed voor ons zijn om te weten wat ons allemaal te wachten staat? Zouden we dit aankunnen? De fijne dingen in ieder geval wel. Het zou toch geweldig zijn als God de wensen van ons hart vervuld? We willen toch allemaal die ‘rijk besproeide tuin’ zijn, met waterbronnen die niet opdrogen? Want dat spreekt over een rijk gezegend leven met voorspoed en geluk. Maar is zoiets zondermeer mogelijk? Zal ons dit zomaar overkomen zonder te weten wat Gods wil is voor ons leven? Dergelijke vragen in moeilijke omstandigheden zijn niet altijd welkom. Dan willen we maar één ding, gewoon ontvangen wat God ons beloofd heeft. Maar toch kan dit niet zonder die éne voorwaarde. David begreep dit heel goed:
“Vertrouw op de HEER en doe het goede, bewoon het land en leef er veilig. Zoek je geluk bij de HEER, hij zal geven wat je hart verlangt” PSALMEN 37:3-4.
Wat zal ons dit nieuwe jaar allemaal brengen? We hopen, bidden en we verwachten misschien grote dingen. Maar hoe is het gesteld met ons ‘vertrouwen op God?’ Leven we uit de zekerheid van ons geloof? En doen we die dingen die voortvloeien uit ons geloof uit onze relatie met Jezus Christus? En waar zóeken we ons geluk?
De juiste keus
De Israëlieten kregen van God de opdracht om Zijn woord te kennen en toe te passen. Vaak, zelfs heel vaak, maakten ze de verkeerde keuzes. Maar God daagde hen uit, door hen steeds voor ogen te houden. “De Heer waakt over de hele aarde; iedereen die hem met hart en ziel is toegedaan, biedt hij krachtige hulp” 2 KRONIEKEN 16:9 GNB. Voor ons allemaal zegt God, ‘Ik waak’. IK waak over de ganse aarde en biedt Mijn hulp aan, ja zelfs ‘krachtige hulp’. Maar ook hier zien we weer een opdracht. Een opdracht die wij vaak, ja zelfs heel vaak vergeten. Voor ons mensen is het soms niet gemakkelijk om God met hart en ziel toegewijd te zijn. Er is zoveel afleiding. Er zijn zoveel zaken die onze aandacht opeisen. Maar ook de misleiding op velerlei gebied kan ons behoorlijk parten spelen. Blijf dan, geestelijk gezien, maar eens bij de les. Goed hoe we hier ook mee om kunnen gaan, Jezus geeft ons een geweldige belofte voor onze reis door dit nieuwe jaar. Want: “Jezus Christus blijft dezelfde, gisteren, vandaag en tot in eeuwigheid” HEBREEËN 13:8. Bij Hem is geen verandering mogelijk.
Er zijn drie belangrijke gebieden waarin Hij onveranderd dezelfde is.
Een missie
Er is een man genaamd Jozua. Zijn naam betekent ‘God redt’. En God geeft hem een opdracht die helemaal past bij zijn naam. De opdracht was: “maak je gereed” want jij zult Mijn volk brengen naar het beloofde land. En bij deze opdracht krijgt Jozua geweldige beloften. Lees deze geschiedenis maar eens na in Jozua 1:1-9. Maar beloften gaan meestal samen met een opdracht. Voor Jozua maar ook voor ons, was dit, ‘maak je gereed’. Kijk, hier begint het mee. Dit loopt als een rode draad door Gods woord heen. Dat is wat God wil zien. Het gereed maken betekent dat je Gods opdracht serieus neemt, dat je bereidt bent de consequenties hiervan onder ogen te zien. Dat je vastberaden bent om te volharden in het woord van God. Want: “Dan zal alles wat je onderneemt voorspoedig verlopen”, zegt God VERS 8.
Deze voorspoed betekende alle zegeningen van God. Voorspoedig zijn wil zoiets zeggen als, ‘dat je leven zal slagen, dat je genade zal kennen in alle gebieden van je leven’. Dat je onderscheid kunt maken tussen goed en kwaad. Dat je kracht en inzicht ontvangt om behouden bij Hem thuis te komen. Want daar verlangt God de Vader naar. Dat was de inzet van Zijn offer voor ons allemaal. Wat God tegen Jozua zei daar kunnen we een geweldige les in zien voor onszelf. Hoe vastberaden zijn we nog? Of hoeveel zijn we onderweg al verloren? Wat hebben we ingeleverd om mee te kunnen doen in deze wereld? Lastige vragen, jazeker. Maar tussen alle ‘goede voornemens’ door toch wel belangrijk om hier eens bij stil te staan. Want dit jaar willen we het toch beter doen? Onze goede voornemens moeten dit jaar toch wel gerealiseerd worden. Waar blijft anders je geloofwaardigheid?
Maak je gereed
Eigen kracht is geen onuitputtelijke bron, het kent grenzen. En door verkeerde beslissingen zijn de grenzen van onze kracht soms wel heel dicht bij. Wat is het dan enorm barmhartig van God dat Hij zegt, ‘maak je gereed’ want Ik heb een opdracht voor je. Wil je opnieuw beginnen, maak je dan gereed. Gestruikeld in het leven door wat voor reden dan ook, wel maak je gereed. Neem die beslissing en je zult weten dat God liefde is. Hij rekent jou niet af op je fouten, want dat zou maken dat we onbereikbaar voor Hem zijn geworden. Nee, Gods roepstem aan het begin van dit nieuwe jaar is ‘maak je gereed’.
In het verhaal van Jozua kunnen we lezen wat zijn keuze was. Kunnen wij in ons levensverhaal, tot nu toe, ook teruglezen welke keuze wij gemaakt hebben? Ach natuurlijk, dat hoeft niemand ons te vragen. We maken allemaal wel eens de balans op. We weten heus wel aan welke kant van de lijn we staan. We weten wel ‘hoe bereid’ we zijn of zijn geweest. Het probleem is dat we vaak ons leven laten beheersen door iets anders. Door zaken die ons van Gods genade en liefde kunnen scheiden. En dat is in niemands’ voordeel. Dan teren we in op wat we ontvangen hebben. Dan ontdek je langzamerhand dat je je weg alleen gaat, dat je er alleen voor staat. Maar hoe gedraagt God zich hierin? Zolang we nog leven in Zijn ‘genade tijd’, zal Hij ons nooit afvallen en ons nooit verlaten. Zie HEBREEËN 13:5.
Dwars door alle omstandigheden van het leven kunnen we zeggen: “De Heer is mijn helper, ik heb niets te vrezen. Wat zouden mensen mij kunnen doen?” HEBREEËN 13:6. Kijk zo is God, Hij blijft ons bemoedigen en aansporen. Hij wil dat we weten dat Hij bij ons is overal waar we gaan. Is dat geen uitdaging of aanmoediging om jezelf ‘gereed te maken’? Wanneer we op reis gaan zorgen we dat alles in orde is. Je reisdocumenten je bagage de auto, je maakt een checklijst zodat je niets zult vergeten en wanneer alles gereed is dan vertrek je. Want je kunt het je niet permitteren dat jouw zaken niet in orde zijn.
APK gekeurd
Welke les kunnen we hieruit leren? Hoe voorbereid gaan we verder met onze levensreis? Wat hebben we nog vergeten? Zijn er nog dingen die voor de nodige ballast zorgen? Zit er voldoende geestelijke lucht in onze banden? Is ons oliepeil in orde, zodat er voldoende Geest-Kracht aanwezig is? Tja allemaal zaken die een Kind van God eens goed moet checken. Een soort van geestelijke APK zullen we maar zeggen. Dat rijdt wel zo veilig in je levenswagen. Dan weet je dat je genoeg remkracht hebt om te stoppen en een andere weg in te slaan als de verleidingen op je voorruit springen. Dan is je levens TOMTOM met de juiste route geladen. Ach, moeten we hier nog meer over zeggen?
Welke ballast
Overal waar je gaat is God bij je. Besef je dit? Durf je dat te geloven te midden van je omstandigheden? Toen Jozua de vraag kreeg om zich gereed te maken zal hij ook gedacht hebben, waar begin ik aan. Want een volk leiden is geen peulenschil. Dat doe je niet omdat het je hobby is. Jozua kende zijn volksgenoten. Hij kende de problemen. Want het volk was wel verlost uit Egypte, maar Egypte was nog niet uit hen. Al de Egyptische gewoonten droegen ze nog als ballast met zich mee. Dat had Jozua’s voorganger Mozes als een zware last ondergaan. Dus Jozua wist waaraan hij begon. Het zou niet meevallen. Er zou gestreden moeten worden, beslissingen genomen, het Aangezicht van God zoeken. Af tasten wat Gods wil was.
Zo gaat het bij ons ook. En God weet het. Maar, Hij geeft geen opdrachten die voor ons niet uitvoerbaar zijn. God overziet heel onze levensweg. Hij kent de struikelblokken, ook aan het begin van een nieuw jaar of aan het begin van je levensreis met God de Vader. Daarom is het goed dat God ons in gebiedendewijs toespreekt. Dat had Jozua nodig en dat hebben wij nodig. En waarom, dat begrijpen we heus wel. Want wij mensen kiezen vaker voor de weg van de minste weerstand dan dat we weerstand bieden tegen alles wat ons in de weg staat om God werkelijk te dienen. Met dit gegeven begrijpen we heel goed waarom God tegen Jozua zei: “Ik gebeid je”. Zo gaf God aan wat Hij verlangde van Jozua. Maar God moedigde hem ook aan door te zeggen:
Vast beraden op weg
“wees vastberaden en standvastig, laat je door niets weerhouden of ontmoedigen, want waar je ook gaat, de HEER, je God, staat je bij.” JOZUA 1:9.
Wat was het geheim van Jozua? Haalde het feit dat hij een moeilijke opdracht kreeg het beste in hem naar boven? Nee, zijn welslagenzat in het feit dat hij bereidt was om te gaan. Om sterk en moedig te zijn, ondanks zijn eigen zwakheid. Omdat hij leerde Gods woorden serieus te nemen en Hem te gehoorzamen. Hij begreep wat God bedoelde met de woorden, ‘maak je gereed’. De uitkomst van zijn keuze kunnen we teruglezen in de volgende woorden: “Maar ik en mijn huis, wij zullen de HERE dienen” JOZUA 24:15.
In Hem verbonden, Fred IJzerman