Toen Jezus sprak kwamen velen tot geloof. Zomaar een zinnetje? Welnee, dit spreekt van zoveel dingen dat we hier maar even goed naar moeten kijken. Wat opvalt is, dat het spreken van Jezus, behoorlijk veel impact had op Zijn toehoorders. Het maakte bij hen veel reacties los. Zowel positief als negatief. Even eerder hadden de kerk leiders gezegd: “Het is zo bijzonder wat die Man zegt, Zoiets hebben wij nog nooit gehoord” JOHANNES 7:46 HB.
Lezen - JOHANNES 8:30-47
Inhoud van de studie
“Toen hij deze dingen zei, kwamen velen tot geloof in hem” VERS 30.
Maar waarover waren ze dan zo verwonderd? Wat was dan het bijzondere van Jezus’ woorden? En sprak hun opmerking ook van geloof in Jezus? Hoewel we hier een positieve indruk kunnen krijgen is enige terughoudendheid toch op zijn plaats. Wanneer we doorlezen dan zien we dat het gesprek een heel andere wending krijgt.
Geloofsenthousiasme
Het geloof kent twee kanten. Het ‘geloofsenthousiasme’ is vaak van korte duur. Dat komt niet zo diep bij ons mensen binnen. Dit soort geloof is verbonden aan de tijdelijkheid van de situatie. Het is niet blijvend. Een opwelling van geloof is vaak zichtbaar wanneer er wonderen en bijzondere gebeurtenissen plaatsvinden. En dat wist Jezus maar al te goed.
“Toen Jezus op Pesach in Jeruzalem was, kwamen veel mensen tot geloof in zijn naam, omdat ze de wondertekenen zagen die hij deed. Maar Jezus had geen vertrouwen in hen, omdat hij hen allemaal kende” JOHANNES 2:23-24.
“Toen trokken veel leerlingen zich terug en gingen niet verder met hem mee” JOHANNES 6:66.
Het echte geloof komt voort uit een andere overtuiging. Dan gaat het niet zozeer om de wonderen, maar om wie Jezus is. Dat is geloven in een veel diepere zijn, dan is er sprake van eenwording met de Zoon van God op basis van Hem persoonlijk toelaten in je leven. Dan is er sprake van een ‘blijvende verbondenheid’, dat de Bijbel ‘de wedergeboorte’ noemt.
“Wie hem wel ontvingen en in zijn naam geloven, heeft hij het voorrecht gegeven om kinderen van God te worden” JOHANNES 1:12.
“Waarachtig, ik verzeker u: wie luistert naar wat ik zeg en hem gelooft die mij gezonden heeft, heeft eeuwig leven, over hem wordt geen oordeel uitgesproken, hij is van de dood overgegaan naar het leven” JOHANNES 5:24.
“Wedergeboren worden tot een levende hoop (…) als wedergeboren, en niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en blijvende woord van God” 1 PETRUS 1:3; 23 NBG.
Maar Jezus doorziet ons geloof. Hij kent en weet wie hun hart aan Hem hebben gegeven. Want wie wedergeboren is, is verbonden met de hemel. Want: “niemand hoefde hem iets over de mens te vertellen, want hij wist zelf wat er in een mens omgaat” JOHANNES 2:25. Zo kende Hij wie voor en wie tegen Hem was.
“Maar sommigen van jullie geloven niet. Jezus wist namelijk vanaf het begin wie er niet geloofden en wie hem zou uitleveren” JOHANNES 6:64.
In het verdere verhaal uit Johannes 8 blijkt bovenstaand heel duidelijk. Daar worden mensen geconfronteerd met hun eigen hart. Daar zal de keuze gemaakt moeten worden of ze blijvend met Jezus in gesprek willen, of dat ze Hem willen uithoren om daarna hun oordeel te geven. Ondanks dat Jezus hun vele dingen had verteld was het geloven voor veel mensen niet een eenvoudige zaak. Ze waren allemaal gebonden aan hun ‘geloofstradities’, en dat gaf hen weinig geloofsruimte om hun grenzen te verleggen. Dat bepaalde de engheid van hun geloof. Er was geen ruimte voor het complete plaatje van het Gods Beeld.
Woorden van kritiek of leven
Maar wat had Jezus dan allemaal tegen hen gezegd? Wat getuigde dan volgens de mensen zo tegen Hem? Waarom kwamen mensen dan naar Hem luisteren? Laten we enkele punten even belichten. Jezus had gezegd:
“Ik Ben het brood dat leven geeft,’ zei Jezus. ‘Wie bij mij komt zal geen honger meer hebben, en wie in mij gelooft zal nooit meer dorst hebben” JOHANNES 6:35.
Omdat de mens bestaat uit een natuurlijk en geestelijk mens is er verschil tussen lichamelijke en geestelijke honger. Beiden moeten gevoed worden en hebben onderhoud nodig. De uiterlijke en de geestelijke mens moet dus verzadigd worden, anders treed er verwaarlozing op. Voor het lichamelijke daar kunnen we zelf voor zorgen we kunnen gewassen zaaien, oogsten en bereiden. Maar voor ons geestelijke leven daarin zijn we afhankelijk van de Bron van alle Leven, Jezus de Zoon van God. Omdat Hij Zijn leven gaf voor onze redding, voor het eeuwige behoud, moet de geestelijke mens met dit offer gevoed worden. Want aards en hemels Brood moet gegeten worden anders verhongeren wij. Dat is de reden dat Jezus dit nader toelicht. “Dit alles zei hij in de synagoge van Kafarnaüm toen hij daar onderricht gaf” JOHANNES 6:59.
“Wie mijn lichaam eet en mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven en hem zal ik op de laatste dag uit de dood opwekken. Mijn lichaam is het ware voedsel en mijn bloed is de ware drank. Wie mijn lichaam eet en mijn bloed drinkt, blijft in mij en ik blijf in hem. De levende Vader heeft mij gezonden, en ik leef door de Vader; zo zal wie mij eet, leven door mij. Dit is het brood dat uit de hemel is neergedaald. Het is niet het brood dat uw voorouders aten; zij zijn gestorven, maar wie dit brood eet zal eeuwig leven” JOHANNES 6:54-58.
De vraag die hier gesteld kan worden is; ‘ Hoe kan Jezus zijn natuurlijk lichaam geven tot spijs voor anderen?’ Dat dit een schokkende boodschap was is duidelijk. Je mag toch geen vlees eten en bloed drinken van een mens? Dat was toch ten strengste verboden en in hun wet verankerd? Zie LEVITICUS 17:10-12. Dit riekt toch naar kannibalisme? Nee, een dergelijke boodschap was dan voor hen ook niet te verteren. Maar in hun kritiek ging de eigenlijke boodschap aan hun voorbij. Want Jezus sprak niet over letterlijke feiten. Zijn Boodschap moet geestelijk worden verstaan. De kern van ‘bloed en vlees’ was het leven van Jezus dat voor hun redding werd gegeven. Zijn leven moest het hunne worden maar wat was dit moeilijk te begrijpen voor hen.
Waren er nog meer opmerkelijke uitspraken van Jezus?
“Op de laatste dag, het hoogtepunt van het feest, stond Jezus in de tempel, en hij riep: ‘Laat wie dorst heeft bij mij komen en drinken” JOHANNES 7:37.
“Jezus nam opnieuw het woord. Hij zei: Ik ben het licht voor de wereld. Wie mij volgt loopt nooit meer in de duisternis, maar heeft licht dat leven geeft” JOHANNES 8:12.
“Ik heb tegen u gezegd dat u in uw zonden zult sterven, want als u niet gelooft dat ik het ben, zult u inderdaad in uw zonden sterven. Wie bent u dan? vroegen ze. Jezus zei: Wat ik vanaf het begin al tegen u gezegd heb” JOHANNES 8:24-25.
Denk maar niet dat deze woorden door hen als zoete koek werden geslikt. Om je dorst te lessen, heb je water nodig en voor licht een lamp en in je zonden sterven, wij hebben toch de Wet? Hoe natuurlijk kan een mens reageren op geestelijke zaken wanneer het om verandering van godsdienst, levensovertuiging, rijkdom, en andere aardse zaken gaat? Dan willen we liever niet in gesprek met Jezus. Dan zeggen we net als de Farizeeërs: “Er is geen enkel bewijs dat U de waarheid spreekt” JOHANNES 8:13 HB. Dan verklaren we zijn woorden als onbetrouwbaar. Dan zien we Hem als de zoveelste sekte leider die ons wil ontwortelen van al ons eigen religieuze betrouwbaarheid. Wat doen we met Hem in onze synagoge, nog meer verwarring kunnen we niet gebruiken. Er moet rust in de tent en in ons denken komen. Weg met die onruststoker.
Als je dit leest met een verstandelijke benadering, dan begrijp je hier niet zoveel van. Maar vergeet niet dat Jezus dit niet zomaar op straat vertelde aan ieder willekeurig mens. Nee, Hij zei dit binnen de kring van gelovigen in de synagoge, in de kerk van die tijd! Dit woord werd gesproken tegen kerkleiders en tegen geestelijk denkende mensen. Het zou dus heel normaal moeten zijn dat ze dit zouden begrijpen. Maar zo eenvoudig was dit niet. Het schoot bij velen in het verkeerde keelgat. En de conclusie was dat: “Veel leerlingen die het gehoord hadden zeiden, dit zijn harde woorden, wie kan daarnaar luisteren” JOHANNES 6:60. Het was hun tot aanstoot en ze keerden Jezus de rug toe.
Aanstoot nemen aan het Woord van God is ongeloof en dit brengt altijd scheiding voort. Zonder de verkondiging van Gods woord door de kracht van de heilige Geest kunnen we deze dingen dan ook niet begrijpen. Want geestelijk herstel erkent het ‘begin en het einde’, van al Gods werk. En in het gesproken woord van God wordt Zijn Waarheid geopenbaard. Maar het is aan de mens hoe wij hierop reageren. Waarom hebben we weerstand tegen Gods waarheid? Waarom kunnen we dit niet verstaan?
Wat doet geloof?
Maar ondanks de tegenstand waren er toch velen die in Hem geloofden. Konden zij dan wel begrijpen wat er gezegd werd? Wat voor geloof was dit? Getuigde dit van wedergeboorte? En hoe reageerde Jezus hierop? Het doet ons in de eerste instantie vreemd aan wanneer we zien wat Jezus’ reactie hierop was. “Als u mijn woorden vasthoudt, bent u werkelijk volgelingen van mij” JOHANNES 8:31 GNB. Wanneer wij mensen vertellen van de reddende boodschap van Jezus en, ‘velen zouden dan tot geloof komen’, dan zullen we ons direct deze woorden herinneren: “Zo, zeg ik u, heerst er ook vreugde onder de engelen van God over één zondaar die tot inkeer komt” LUKAS 15:10. Dan vieren we feest dan voelen we ons bevestigt in ons werk voor Jezus. Ja toch? Gaat Jezus in Zijn reactie voorbij aan deze hemelse blijdschap? Zag Hij iets wat wij zomaar over het hoofd zouden zien? En wat zag Hij dan?
Voorzag Jezus hier de moeilijkheden van bekering op grond van ‘eigen voordeel’? Onderkende Hij hier het gevaar van geloof zonder ‘kennis van hét Woord’? We moeten er altijd van uitgaan dat Jezus weet wat er in mensen harten omgaat. Want: “U doet zich heel vroom voor, maar God kijkt dwars door u heen. Waar de mensen hoog tegen opzien, daar gruwt God van” LUKAS 16:15 HB. Dit toont duidelijk aan dat Jezus op zoek is naar de ‘geloofsechtheid’ van Zijn volgelingen. Dit maakt Jezus’ reactie heel begrijpelijk. Zo is Hij altijd op zoek naar de kern van ons geloof. En Hij beproefde hen door te zeggen, ‘als je Mijn woorden vasthoudt dan…’. Zonder dit ‘Inwonende Woord’ kan Jezus geen relatie hebben met de mensen.
Daar lag dan ook het probleem van, ‘de velen die tot geloof gekomen waren’. En dit blijkt ook wel uit de volgende woorden van Jezus.
“Ik weet wel dat u nakomelingen van Abraham bent. Toch wilt u mij doden, omdat er in u geen ruimte is voor wat ik zeg. Ik spreek over wat ik gezien heb bij de Vader, u doet wat u gehoord hebt van uw Vader.’ ‘Onze vader is Abraham,’ zeiden ze. Maar Jezus zei: ‘Als u echt kinderen van Abraham bent, zou u moeten doen wat Abraham deed. Maar nee, u wilt mij, iemand die u de waarheid heeft gezegd die hij van God gehoord heeft, doden zoiets heeft Abraham niet gedaan” JOHANNES 8:37-40.
Met deze uitspraak geeft Jezus in niet mis te verstane woorden aan wie hun vader is. Waren ze kinderen van Abraham dan zouden ze Hem nooit willen doden. Dan zouden ze in hun hart geweten hebben dat Hij dé Zoon van God was. En om dit te weten, te aanvaarden moet je kennis hebben van Gods Woord. Om deze reden probeerde Jezus hen te laten kijken in hun eigen hart. Of om het met de woorden van Paulus te zeggen:
“Wees waakzaam en wees standvastig in het geloof, wees moedig en wees sterk. Wat u ook doet, doe het in liefde” 1 KORINTIËRS 16:13-14 GNB.
“Onderzoek uzelf om na te gaan of u wel gehoorzame volgelingen van Christus bent. Weet u of Jezus Christus in u woont? Mocht dat niet zo zijn, dan staat u er helemaal buiten” 2 KORINTIËRS 13:5 HB.
Dit wil zeggen dat je eens in je eigen hart moet kijken of je wel met Christus bent verbonden. En dat betekent veel meer dan zo nu en dan in de Bijbel lezen of naar een kerk gaan. Daarom roept Gods woord ons op onszelf te toetsen. Dit houdt in de je de kwaliteit van je geloof moet onderzoeken. Dat het de proef kan doorstaan dat de echtheid van je geloof getest kan worden, ook als anderen hier naar vragen.
“Wees altijd bereid verantwoording af te leggen van de verwachting waaruit u leeft, als daarom gevraagd wordt. Maar doe het wel vriendelijk en met het nodige respect” 1 PETRUS 3:15 HB.
Wanneer je hier niet zeker van bent, zo kunnen we lezen, dan sta je buiten de genade van Jezus Christus. Dan hebben we mogelijk nog nooit de keuze voor Hem gemaakt, of we zijn zover van Christus afgedwaald dat we opnieuw ons leven aan Jezus moet toewijden. Het doel van Paulus’ oproep is dat er zekerheid in ons hart moet zijn dat Jezus in ons woont. Of dat we de verbroken relatie met God de Vader weer zullen herstellen door ons gemeenschap met Jezus. Vgl. EFEZIËRS 3:17. Geloven in God is, wonen in de Aanwezigheid van Jezus in je hart. “Want in hem leven wij, bewegen wij en zijn wij” HANDELINGEN 17:28. Dat is wandelen in volledige betekenis van Jezus Christus woont in ons. En dit leert ons drie belangrijke dingen.
De basis voor deze feiten is wat Jezus zegt: “Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand kan bij de Vader komen dan door mij” JOHANNES 14:6. Een volgeling van Jezus weet wat het inhoudt om Jezus aan te nemen. Vgl. JOHANNES 1:12-13. Die kent de betekenis hier ten volle van. Die kent ‘De ontmoeting’ in het Vaderhart van God. Hierdoor gaan de gelovigen Gods Waarheid verstaan. Anders gezegd, ‘die zullen inzicht hebben in de waarheid’. Welke waarheid? Dat Jezus Christus de Zoon van God is. Deze waarheid kenden de Joden niet. Hierover waren ze voortdurend met Jezus aan het strijden. Daar lag de kern van hun ongeloof. Zij hadden een heel andere ‘Zoon van God’ voor ogen. Om die waarheid te verstaan moeten zowel Joden als niet joden tot Jezus komen.
“Want de wet is door Mozes gegeven; de genade en de waarheid is door Jezus Christus geworden” JOHANNES 1:17 TELOS VERT.
Eigenlijk kunnen we dit zo lezen: Als je nu tot Mij komt en Mij tot je neemt, van Mij eet en drinkt, dan kun je de Waarheid verstaan, dan geef Ik je die. Want door die waarheid, zul je vrijgemaakt worden. Vrij waarvan? Vrij van de wet en de wettische overheersing. Want de wet was nodig om de mens te leren, te overtuigen, dat we in de zonde leven. Zo doet wet altijd zonde kennen. Maar deze wet kon ons nooit vrij maken van de zonde. Dat is de reden dat Jezus zei tegen de Joden; Als jullie in Mijn woorden blijven dan zijn jullie echte Discipelen van Mij. Dan zullen jullie De waarheid verstaan. En die Waarheid zal jullie vrijmaken. Vrij van elke wettische overheersing, uit zowel een Joodse als wereldse overheersing.
Hierbij is het goed om op te merken wat Paulus ons hierover schrijft.
“De wet van de Geest die in Christus Jezus leven brengt, heeft u bevrijd van de wet van de zonde en de dood. Waartoe de wet niet in staat was, machteloos als hij was door de menselijke natuur, dat heeft God tot stand gebracht. Vanwege de zonde heeft hij zijn eigen Zoon als mens in dit zondige bestaan gestuurd; zo heeft hij in dit bestaan met de zonde afgerekend, opdat in ons wordt volbracht wat de wet van ons eist. Ons leven wordt immers niet langer beheerst door onze eigen natuur, maar door de Geest” ROMEINEN 8:2-4.
Dit geeft heel duidelijk aan dat de wet ons nooit kon verlossen van de macht en de dienstbaarheid aan de zonde. Christus Jezus heeft de eis van de wet de straf van de zonde, voor ons volbracht door te sterven aan een kruis. Dit opende de weg voor de Geest van alle leven. Want dat is de Kracht die in en door elke wedergeboren christen zichtbaar wordt. Dan kennen en hebben we de Kracht die we nodig hebben om als kinderen van God te kunnen leven in een atheïstische wereld. Daarom gaf Jezus zichzelf als een offer voor onze zonden. In het Oude Testament werden er voortdurend dieren geofferd voor de zonden. Dit feit toont aan dat er bloed vergoten moest worden tot vergeving van zonden. Want het: “bloed van stieren en bokken kan mensen onmogelijk van hun zonden bevrijden” HEBREEËN 10:4.
Vrijheid of slaafsheid
Het offeren van dieren kon onmogelijk definitief afrekenen met het zondeprobleem. Een dierenoffer kon alleen maar de zonde uit het zicht van God brengen, dus tijdelijk bedekken, en zolang er geen volmaakt Offer gebracht was moest dit offeren doorgaan. Alleen Jezus, die in hetzelfde tijdelijke bestaan van ons mensen werd gestuurd kon voor altijd definitief afrekenen met ons zondeprobleem. Zie FILIPPENZEN 2:4-11. Ontvingen de mensen uit het Oude Testament dan geen vergeving? Ja zeker, want dit was een tijdelijk gebeuren totdat Christus Jezus de straf van de gevallen schepping volledig op Zich nam, en door dit in geloof te aanvaarden mogen we delen in Die genade. Lees het volgende vers nog maar eens:
“Wat de wet van Mozes niet kon, omdat ze machteloos was door ons zondige bestaan, dat deed God. Hij heeft zijn Zoon in datzelfde zondige bestaan gestuurd als een offer voor de zonde, en daarmee de zonde juist binnen dit bestaan zelf veroordeeld” ROMEINEN 8:3 GNB.
En hier komt het probleem van de Joden om de hoek kijken. Hoe kan een volmaakt God Die in eeuwigheid bestaat nu aan mensen gelijk worden en sterven. Dit was voor hen ondenkbaar. En wat was hun antwoord?
“Ze zeiden: ‘Wij zijn nakomelingen van Abraham en we zijn nooit iemands slaaf geweest – hoe kunt u dan zeggen dat wij bevrijd zullen worden” JOHANNES 8:33.
Horen we wel wat ze ontkennen?
‘Omdat we geen slaven zijn hebben we geen bevrijding nodig’.
Wat een trotse houding, en ontkenning van hun eigen zonde probleem. Waren ze dan blind voor het feit dat ze slaven van de zonde waren? Jammer dat ze zo in beslag werden genomen door hun wettische kennis van Gods woord. Hierdoor misten ze de boodschap van Gods genade die al zo lang op hen lag te wachten. Maar Jezus laat Zich niet om de tuin leiden. Hij kende ten diepste hun probleem. En legt in Zijn antwoord heel nadrukkelijk de vinger op de juiste plaats. “Waarachtig, ik verzeker u: iedereen die zondigt is een slaaf van de zonde” VERS 34.
Dit is een sterke uitspaak. Zijn toehoorders wisten wel dat dit waarheid was. Maar wanneer iemand je hierop wijst ga je in de verdediging. Wat denk je wel, ‘ik een zondaar’? Oké, je hebt wel een beetje gelijk, maar dat zeg je toch niet in het openbaar, ik heb toch mijn reputatie hoog te houden. Ik een slaaf van de zonde? Welnee, mijn zonde probleem beheer ikzelf en alles is onder controle. Maar Jezus zegt niet dat het om hun zonden gaat, maar om de macht van de ZONDE in hen.Vgl. JOHANNES 3:18-19. Een macht die in ons allemaal aanwezig is sinds de zondeval. Het verhaal van Kaïn en Abel is een triest gebeuren van dit feit.
“Je zou vrolijk kunnen kijken als je maar doet wat goed is. Maar als je weigert te gehoorzamen, moet je oppassen. Want de zonde ligt op de loer, klaar om je leven te vernietigen. Als je wilt, kun je hem echter overwinnen” GENESIS 4:7 HB.
Door de zondeval heeft ieder mens de mogelijkheid om te kiezen tussen goed en kwaad. Als je goed doet zegt God, zou je vrolijk kunnen kijken. Wanneer je weigert, dan moet je oppassen, want de ZONDE staat klaar om je leven te vernietigen. Maar als je wilt kun je hem overwinnen. Dit leert ons dat wij de keuze hebben om te luisteren naar God, het Goede, of de satan, het kwade. De mens die op fouten wordt gewezen krijgt bij God altijd de kans om dit te herstellen. Maar hoe vaak maakt de mens niet de keuze om een eigen weg te gaan? Ook Kaïn deed dit en ging zijn eigen weg, en de rest van zijn leven is een slecht voorbeeld van zijn verkeerde beslissing. Kaïn had zijn woede, zijn zonden aan God kunnen toevertrouwen, dan had de ZONDE geen wortel geschoten.
Denk niet dat ons dit niet kan overkomen, het voorbeeld dat kaïn ons geeft is het meest slechte wat je je kunt bedenken, maar wordt toch het meest opgevolgd. En hierin laten we net als de Farizeeën zien wie onze vader is, de satan. Door God af te wijzen zijn we overgeleverd aan een andere macht over wie wij kunnen heersen, maar we doen het niet. Door te erkennen dat we hiervoor de kracht van God nodig zijn roepen we Zijn Hulp in, die ons wil helpen te vertrouwen op het volbrachte werk van Jezus Christus. Want Hij alleen heeft de kracht van de ZONDE voorgoed gebroken en mogen wij delen in Zijn overwinning. Nadat Jezus’ werk op aarde was volbracht gingen deze woorden in vervulling:
“Werkelijk, het is goed voor jullie dat ik ga, want als ik niet ga zal de pleitbezorger niet bij jullie komen, maar als ik weg ben, zal ik hem jullie zenden. Wanneer hij komt zal hij de wereld duidelijk maken wat zonde, gerechtigheid en oordeel is: zonde – dat ze niet in mij geloven, gerechtigheid – dat ik naar de Vader ga en jullie me niet meer zien, oordeel – dat de heerser over deze wereld is veroordeeld” JOHANNES 16:7-11.
Met Pinksteren is de heilige Geest uitgestort om ons het volbrachte werk van Jezus te laten begrijpen. Om te ontdekken dat wij in Hem macht hebben om de zonde te bestrijden. We zijn geen willoze schachtoffers die niet anders kunnen. God heeft ons laten zien dat we geen slaven van de ZONDE meer zijn wanneer we Jezus hebben aangenomen.
De Joden hadden zo een eigen kijk op de zaak, “we zijn nooit iemands slaaf geweest – hoe kunt u dan zeggen dat wij bevrijd zullen worden”? Door dit te zeggen wezen ze hun eigen vrijheid af, want zo zegt Jezus: “Nu blijft een slaaf niet voor eeuwig in huis, maar de Zoon blijft wel voor eeuwig. Dus wanneer de Zoon u vrij zal maken, zult u werkelijk vrij zijn” VERS 35-36. Zonde oefent macht uit het wil ons beheersen en voorschrijven wat we moeten doen. En voordat we het in de gaten hebben kunnen we slaven van die zonde zijn. Zo kan zonde ons verhinderen om die mens te zijn zoals God heeft bedoeld. Het zal ons afhouden van de werkelijke vrijheid. Lees JOHANNAS 10:10 er nog maar eens op na. Alleen door het offer van Jezus te aanvaarden kunnen we zonen van God worden. Door Gods bevrijding af te wijzen missen we het zoonschap Gods. Zie ROMEINEN 8:15.
Door Jezus af te wijzen misten ze:
Ze begrepen niet dat Jezus ons geen vrijheid geeft om maar te doen wat we willen, maar een vrijheid om te doen wat Gods wil is voor ons leven. Wanneer we kiezen om Zijn wil te doen, dan leert Gods Waarheid ons alles te zijn wat Hij wil. En dat is de kern waar het om draait, daar laat de satan al zijn geweld op los. Dat moet ten koste van alles voorkomen worden. Dat doorzag Jezus heel goed: “Ik weet wel dat u nakomelingen van Abraham bent. Toch wilt u mij doden, omdat er in u geen ruimte is voor wat ik zeg” VERS 37. Het Boek Vertaling zegt: “Toch probeert u Mij te doden, omdat mijn boodschap niet tot uw hart doordringt”.
Dat hart, het centrum waar God wil wonen, had de satan toegesloten, hierdoor kon het Woord van Jezus niet tot hen doordringen. Het vond geen ingang bij hen. Hun ongeloof bewerkte uiteindelijk ook hun dood, luister maar eens naar het vervolg van dit verhaal:
“Ik spreek over wat ik gezien heb bij de Vader, u doet wat u gehoord hebt van uw Vader. Onze vader is Abraham, zeiden ze. Maar Jezus zei: Als u echt kinderen van Abraham bent, zou u moeten doen wat Abraham deed. Maar nee, u wilt mij, iemand die u de waarheid heeft gezegd die hij van God gehoord heeft, doden – zoiets heeft Abraham niet gedaan. Maar u doet inderdaad wat úw vader deed! ’ Ze zeiden: Wij zijn geen bastaardkinderen! We hebben maar één Vader: God” JOHANNES 8:38-41.
Zoon of bastaard
Wel, dit laat duidelijk zien waar het om draait. Welke Vader ken je, en wat zie je van Hem? En daagt je dit dan ook uit om Hem te volgen? Ook bij de Joden zien we deze discussie terug, en ze houden vast aan hun zienswijze dat Abraham hun vader is. Maar hier neemt Jezus geen genoegen mee. Als Abraham dan echt jullie vader is waarom doe je dan niet wat hij deed? De kern van hun strijd was dat ze geen andere waarheid dulden naast hun eigen overtuiging. En uit het antwoord van Jezus zien we overduidelijk dat het maar om één Vader kan gaan. Wanneer je Die niet kent trek je dan ook de conclusie dat je een ‘bastaardkind’ bent? Dat is voor de Joden onverteerbaar dat is strijken tegen de haren in. Zoiets zeg je niet, wie denkt Jezus wel wie Hij is?
Maar waar het hier om gaat is dat Jezus onderscheid maakt tussen erfelijke zonen en echte zonen. Een erfelijke zoon is qua afstamming een kind van de vader maar hoeft per definitie niet de wil van die vader op te volgen. Maar het echte zoonschap waar Jezus op wijst is het doen van Gods wil. Uit de daden van beide zonen kun je aflezen tot welke vader ze écht behoren. Daden dienen hier als bewijs, zouden we kunnen zeggen. Ook hier windt Jezus er geen doekjes om, als je een echte zoon van Abraham bent dan zou je Mij liefhebben en zou je weten dat Ik namens God spreek. Dan zou je de wonderen die Ik gedaan heb aan God toeschrijven en is dat geen toevalstreffer omdat de goden Mij goed gezind zijn. Nee, echt zoonschap kenmerkt zich in het onderkennen wat de kracht van God is of wat de macht van satan doet. Kerkelijk lidmaatschap maakt nog geen christen van je. Degenen die je gehoorzaamt die zal je echte vader zijn, en dat maakt wie je bent.
“Als u wilt weten of een boom goed of slecht is, kijk dan naar zijn vruchten. Aan een goede boom komen geen slechte vruchten en aan een slechte boom geen goede. Ik bedoel dit: Aan zijn doen en laten kunt u zien hoe iemand is” MATTHEÜS 7:17-18; 20 HB.
In het gesprek met Jezus zullen we altijd Die kern weer terug vinden, ‘wie is je Vader’. Daarom verlangde Hij ernaar om hun de ogen te openen. Maar hun koppigheid en trots en altijd maar weer dat vooroordeel verhinderde hen om Jezus als Zoon van God te zien. Dat is de reden van dit gesprek. Want: “Als God uw Vader was, zei Jezus tegen hen, zou u mij liefhebben, want ik ben bij God vandaan gekomen toen ik hiernaartoe kwam. Ik ben niet namens mezelf gekomen, maar hij heeft mij gezonden. Waarom begrijpt u niet wat ik zeg? Omdat u mijn woorden niet kunt aanhoren” VERS42-43.
“Waarom begrijpt u niet wat ik zeg”, omdat ze bij de verkeerde vader in dienst waren. En die zal er alles aan doen om je het volledige zicht op Gods Vaderhart te ontnemen. Die wil dat je als ‘bastaard zoon’ door het leven gaat. Daarom is het voor ieder van ons zo belangrijk te begrijpen en te zien, met wie God een relatie onderhoudt. Waarom begrijpt u niet wat Ik zeg, hoe klinken die woorden in ons eigen hart? Kunnen we de diepte hiervan nog doorgronden? Of versperren de stokpaardjes, onze meningen en leerstellingen ons de weg? Hoe vrij zijn we om te kiezen?
“Zij geloven niet omdat de god van deze wereld hun geest heeft verblind. Daardoor kunnen zij de lichtstralen niet opvangen van het evangelie dat de heerlijkheid verkondigt van Christus, die het beeld is van God” 2 KORINTIËRS 4:4 GNB.
Kan dit het resultaat zijn wanneer we wel druk zijn met religie, maar ons niet bekommeren om de vraag wie onze echte Vader is? Uit ons verhaal blijkt dat Jezus in gesprek wil zijn met mensen om hun de weg te wijzen naar het echte Leven. Vroeger hadden we een foldertje wat we uitdeelden met deze tekst; ‘ Praat eens met Jezus het helpt’. Het is zo belangrijk dat we gaan inzien dat in elke gesprek met Jezus, God Zelf daarin ook aanwezig is. Hij hoort elk woord en begrijpt elke nood. Maar wanneer je Zijn Boodschap hoort, begrijp je dan wat Hij zegt? Of luister je liever naar de varianten op de waarheid? Naar een boodschap die beter in het gehoor ligt? Wanneer jij luistert naar Gods Woord ben je dan in staat om te horen wat er gezegd wordt? Het goede nieuws is voor iedereen te begrijpen maar wanneer je pad doorkruist wordt door een leer die je niet Bij Jezus brengt, weiger het dan te geloven. Want de satan is een slimme verleider die het genade aspect feilloos uit het evangelie weet te filteren. Overdenk deze woorden maar eens.
“Hun ontzag voor mij heeft geen enkele waarde: wat zij leren en opleggen, zijn louter menselijke wetten” MATTHEÜS 15:9 GNB.
“Maar de Heilige Geest zegt ons heel duidelijk dat er een tijd zal komen waarin sommigen in de gemeente zich van Christus afwenden en leraars gaan volgen, die zich door satan laten leiden” 1 TIMOTHEÜS 4:1 HB.
“Laat u niet meesleepen door veelsoortige en vreemde leringen; want het is goed dat het hart door genade versterkt wordt, niet door spijzen waarvan zij die ze gebruiken geen nut hebben” HEBREEËN 13:9 LEIDSE VERT.
Door de eeuwen heen heeft de satan de gelovigen met ‘velerlei vormen’ van blindheid geslagen. Veel gelovigen leven tegenwoordig met een chronisch staarprobleem. Goed daar heb je een dokter voor nodig maar naar welke ga jij?
“U zegt dat u rijk bent, dat u alles hebt wat u wilt en niets meer nodig hebt. U beseft niet hoe ongelukkig u bent, hoe armzalig, berooid, blind en naakt. Daarom raad ik u aan, koop van mij goud dat in het vuur gelouterd is, en u zult rijk zijn; witte kleren om u te kleden en uw naaktheid te bedekken, zodat u zich niet meer hoeft te schamen; zalf voor uw ogen, zodat u weer kunt zien. Iedereen die ik liefheb wijs ik terecht en bestraf ik. Zet u dus volledig in en breek met het leven dat u nu leidt” OPENBARING 3:17-19.
Door het ‘vele’ wat deze wereld ons te bieden heeft kunnen we gemakkelijk de weg kwijt raken. Dan lijkt Gods aanbod om met Jezus in gesprek te gaan niet zo belangrijk. Maar wanneer we dit Gesprek niet willen aangaan dan zullen de wereldse invloeden een sterke aantrekkings kracht op ons uitoefenen. En welke vader leer je dan kennen? Kijk, en hier legt Jezus in het gesprek met de Joden en misschien ook wel met jou en mij de vinger op. Wordt je dan een zoon of een bastaard? Het antwoord wat Jezus geeft liegt er niet om.
“Uw vader is de duivel, en u doet maar al te graag wat uw vader wil. Hij is vanaf het begin een moordenaar geweest. Hij hoort niet bij de waarheid, omdat er geen waarheid in hem is. Wanneer hij liegt, spreekt hij zoals hij is: een aartsleugenaar, de vader van de leugen” VERS 44.
Conclusie
Onze houding en daden laten zien wie onze vader is. Misschien zijn we ons niet altijd bewust dat die scheiding zo duidelijk zichtbaar kan zijn. Maar afkeer van God en Zijn Zoon doen de mens nu eenmaal leven in een werkelijkheid van de leugen en zal de moorddadige bedoelingen van de satan op de een of andere manier praktiseren. Want je bent je vaak niet bewust hoeveel macht de boze over je kan hebben wanneer je binnen de grenzen van zijn autoriteit leeft. Dan ga je bijna vanzelf zijn instrumenten bespelen. Want de satan creëert op een doortrapte manier een werelds orkest van gespecialiseerde vals blazers, om de ‘kruisen van de mollen’ te scheiden. En zijn tactiek begint met wat Jezus zegt aan te tasten. Ongeloof is een machtig wapen. Als jij daar het slachtoffer van bent geworden, wordt het de hoogste tijd om eens te luisteren naar het goed gestemde Hemels orkest. Dan ontdek je dat Jezus je nooit op het verkeerde been zal zetten. Dan kunnen we Hem nooit van misleiding of welke vorm van zonde beschuldigen. Vgl. VERS 45-46.
Denk nu niet dat je Jezus’ woorden niet mag testen. Sterker nog, Hij vraagt je erom:
“Kan een van u mij van zonde beschuldigen? Als ik de waarheid spreek, waarom gelooft u me dan niet” VERS 46.
Tot nu toe heeft bij mijn weten nog nooit in de geschiedenis iemand Jezus kunnen betrappen of beschuldigen van zonde. De reden dat mensen dit doen zit juist hierin, omdat Hij de Waarheid spreekt. Want: “wie de waarheid doet, gaat tot het licht, opdat van zijn werken blijken dat zij in God verricht zijn” JOHANNES 3:21 NBG. En dit is ons collectief probleem. Van nature doen we liever die dingen die het licht niet kunnen verdragen. Want dan kun je in alle uithoeken van deze wereld lekker rondschuimen. Dan kun je alle registers opentrekken om je eigen klanken te produceren, maar besef wel het zullen klanken zijn, die in de nacht hun echo’s laten horen van je eigen gevangenschap.
Maar door het gesprek met Jezus voor het eerst of opnieuw aan te gaan, zul je ontdekken dat Hij in staat is om je hart weer zuiver te laten klinken. Durf je die uitdaging aan? Stel Hem maar op de proef of Zijn Woorden waar zijn. En beproef je eigen hart ook maar. Zie 2 KORINTIËRS 13:5. Dan zul je ontdekken dat: “Wie van God is, luistert naar de woorden van God. U luistert niet, omdat u niet van God bent” VERS 47.
Wie is jou gespreks partner in dit leven? Durf jij het gesprek aan te gaan wat voor altijd je leven zal veranderen?
“Een dief komt alleen om te roven, te slachten en te vernietigen, maar ik ben gekomen om hun het leven te geven in al zijn volheid” JOHANNES 10:10.
Vragen of reageren, dit kan via: Devadas@aresko.nl