Stel dat je zondags in de kerk zit en nog voor dat de preek begint barst er een discussie los over het ongeloof van de ouderlingen en andere geestelijke leiders. Dan wil je wel weten waar het omgaat. Want dat bepaalt of jij je in een degelijke discussie gaat mengen. Maar al snel ontdek je dat dit jou ook aangaat.
Hoezo verantwoordelijk
Je bent dan wel geen verantwoordelijk leider maar wanneer het gaat over genezing en uitdrijving van geesten dan wil je wel het naadje van de kous weten. O, gaat het over die jongen van broeder Jansens, tja daar wordt veel over gesproken. Het was een leuke jongen maar in de pubertijd had hij verkeerde vrienden en moet je zien wat er nu van hem geworden is. Dat viel voor die ouders niet mee. En nu stond de vader van die jongen voor de preekstoel met een grote groep mensen om hem heen, druk te praten. Wel, je kunt wel nagaan dat dit geen fijne actie van die vader is. Waarom nu zomaar op zondag, het thema van deze dienst zou toch gaan over kerk en samenleving? Zoiets doe je toch niet in de kerk? Daar moet wel een goede reden voor zijn. Of die vader is ten einde raad of hij wordt beheerst door kritiek op de leiders van de kerk.
En al luisterend ontdek je de reden van dit spektakel. De vader had de pastorale werkers gevraagd of ze zijn zoon wilden zalven met olie en hem zouden bevrijden van zijn verslaving en gebondenheid. Maar dat was toch al gebeurd? De gemeente had er nog wel voor meegebeden. Die vader kan toch wel begrijpen dat niet alles genezen en bevrijdt kon worden? Er waren immers zoveel mensen die de gevolgen van de gevallen schepping met zich meedroegen. En die zoon had toch voldoende aandacht gehad? Waarom nu deze rel, in de kerk? Je kunt toch niet zomaar iemand verantwoordelijk houden als er geen wonder plaatsvindt? En waarom zo boos worden op leiders van je kerk, ze hadden toch meer dan hun best gedaan? Of zou die vader zich willen vast klampen aan deze woorden:
“Maar Petrus zei: Zilver of goud heb ik niet, maar wat ik heb, zal ik u geven: in de naam van Jezus Christus van Nazaret, sta op en loop” HANDELINGEN 3:6 GNB.
Dit was toch een duidelijk voorbeeld dat de Discipelen grote daden van God konden doen? Waarom nu dan niet?
Een triest verhaal
Wanneer we MARCUS 9:14-29 lezen dan zien we daar alle aspecten terug voor een dergelijke discussie. En dan voelen we de pijn van een vader die het beste voor zijn zoon zoekt. Anderen konden zijn zieke zoon niet beter maken. De Discipelen van Jezus waren in zijn ogen tekort geschoten. En nu werd deze vader in zijn hart heen en weer geslingerd tussen geloof en ongeloof. Hij had zijn hoop gevestigd op Jezus’ Discipelen maar zij konden hem niet helpen. Wat een teleurstelling. Dan kun je wel begrijpen dat daar een discussie over losbarst. Dat trekt wel de aandacht, zelfs de kerkelijke leiders van die tijd mengden zich in deze discussie. Eindelijk hadden ze weer iets gevonden om Jezus mee te beproeven.
Je zult er zelf maar staan, te midden van de pastorale werkers met je zieke zoon. De machteloosheid drijft je dan tot wanhoop. En dit spektakel zorgt er ook nog eens voor dat je het mikpunt bent van alle ‘voors en tegens’ van gebedsgenezing. En de omstanders, ze hebben weer het nodige voedsel om hun meningen aan te scherpen. Iedereen kan weer genieten van elkaars standpunt. En wanneer ze het een beetje handig spelen haalt het ook nog de krant. Of gaan de grote namen van de gebedsgenezingdienst zich hier mee bemoeien. En wat zal de publieke opinie hier wel van zeggen. Zij zullen zich weer een avond Life kunnen vermaken met goede kijkcijfers en veel reclame inkomsten. Zij storen zich niet zo snel aan de emoties en de pijn van hen die werkelijk lijden.
Hoezo geen kracht
Moet die vader nu het slachtoffer worden van het voor en tegen verhaal? Of moet hij zich maar schikken in de situatie en de onmacht van de gelovigen accepteren? Waarom konden de Discipelen hem niet helpen? En waarom zijn er nu nog zoveel mensen in grote lichamelijke en of geestelijke nood? We lezen toch duidelijk dat de Discipelen: “op weg gingen en het goede nieuws bekend maakten om de mensen tot inkeer te brengen, en ze dreven veel demonen uit en zalfden veel zieken met olie en genazen hen” MARCUS 6:12. Waarom nu dan niet? Had hun geloof schade opgelopen of waren ze onvermoeid van hun optrekken met Jezus? Of hadden ze speciaal voor dat ene moment de kracht van Jezus in zich gehad om mensen te bevrijden en te genezen?
We weten dat de satan er alles aan zal doen om ons de geloofsmogelijkheden te ontnemen. Het is een voortdurend gevecht voor ons om dicht bij het hart van God de Vader te blijven. Laten we nooit vergeten, de overwinning over de gevolgen van de gevallen schepping krijgt alleen gestalte door ons geloof in Jezus Christus. En nooit door demonstraties van eigen kunnen of inzicht. Toen Jezus de Discipelen autoriteit gaf om mensen in Zijn Naam te helpen, was dit een heen-wijzing om alle volken tot Zijn Discipelen te maken, “en hun te leren dat ze zich moeten houden aan alles wat ik jullie opgedragen heb” MATTHEÜS 28:28.
Mogelijk moeten we ons opnieuw beseffen hoeveel kracht en autoriteit er vrijkomt wanneer we dit zendingsbevel gaan praktiseren.
Hoe groot het contrast is zien we in de disharmonie tussen hemels en aards leven. Het verhaal over die bezeten zoon is een grote demonstratie van het rijk der duisternis. Zo laat de satan zijn gruwelijke en vernietigende kracht zien. Maar niet alleen hierin, ook in de onmacht en het geredetwist van mensen over de ‘voors en tegens’ van Goddelijke bevrijding en genezing zien we die strijd terug. Daarom zegt Jezus:
“Wat zijn jullie toch een ongelovig volk, hoe lang moet ik nog bij jullie blijven? Hoe lang moet ik jullie verdragen” VERS 19.
En hoe is dit bij ons? Ondanks dit voor mijn gevoel zo vernederende feit, laat Jezus toch een hemelse demonstratie zien van de harmonie tussen hemel en aarde. En dan hoor ik de woorden van Jezus luid en duidelijk: “uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel” MATTHEÜS 6:10 GNB.
De aanpak van Jezus
Hoe we het falen of het ongeloof van de Discipelen ook moeten zien, één ding is altijd zeker, Jezus laat niemand aan het lot over. Zo gaat Jezus niet voorbij aan de nood van die vader en ook niet aan onze nood. Want voor Hem zijn alle dingen mogelijk.
En wat doet Hij met dit alles? Gaat er veroordeling van Hem uit richting zijn volgelingen? Het enige wat er te lezen staat is dat Hij de mens confronteerde met hun ongeloof, en daarin ons ook wijst op ons ongeloof. Of zoals Johannes ons het schrijft: “Als jullie geen tekenen en wonderen zien, geloven jullie niet” JOHANNES 4:48.
Nee, de aanpak van Jezus kenmerkt zich altijd door medelijden. De nood van die vader, de ellende van zijn zoon en de onmacht van ons, laten des te nadrukkelijker zien dat Jezus’ oplossing altijd volmaakt is. Die vader roept om hulp en daarin hoort Jezus de pijnlijke onmacht van de hele schepping die gebukt gaat onder het juk van de boze. En dat doet Hem zeggen: “breng die jongen bij Mij”, breng jullie onmacht bij Mij.
Wat een aanpak, BRENG HET BIJ MIJ. Schept dat verwachting? Zeker, gezien het falen van de discipelen moest er nu wel iets zichtbaar worden. Nu kon de kracht van Jezus zich openbaren. Nu konden ze door de onmacht van de mensen zien dat: “aan Hem gegeven was alle macht in hemel en op aarde” MATTHEÜS 28:18.
Omdat die vader zijn nood niet verborg voor de Zoon van God, kon de Zoon van de Vader, hier een wonder voltrekken.
Wat is onze demonstratie
Misschien is het woord ‘demonstratie’ niet zo goed gekozen, maar het wil zoiets zeggen als, ‘iets laten zien waar je van overtuigd bent, waar je met hart en ziel in gelooft’. We weten dat geloof niet te koop is als een soort medicijn dat wanneer je het inneemt, een goede uitwerking zal hebben. Nee, het geloof is een goede houding van vertrouwen op God.
“Geloven is zeker zijn van de dingen waar je op hoopt, ervan overtuigd zijn dat wat je niet ziet, toch bestaat. (…) En zonder geloof is dat onmogelijk. Wie God wil naderen moet geloven dat hij bestaat en dat hij beloont wie hem zoeken” HEBREEËN 11:1;6 GNB.
We kunnen een geloof hebben dat bergen verzet, (MATTHEÜS 21:21) maar we zullen hierin nooit onafhankelijk van God zijn. We kunnen onze geloofsdaden niet aan onszelf toeschrijven het is altijd Gods werk in en door ons. Wel kunnen we groeien in ons geloof. Vgl. EFEZIËRS 4:15. En die groei mogen we laten zien, dat mogen we demonstreren altijd en overal.
Maar ons geloof is niet de garantie dat God ons op onze wenken bedient. Nee, er zullen gebieden blijven waar we onze vragen bij hebben. Ook al denken we nog zo positief, niet alles zal hierdoor binnen onze mogelijkheden behoren. Maar wat maakt Jezus dan duidelijk wanneer Hij zegt: “Alles is mogelijk voor wie gelooft”. Dit moeten we zien als een verklaring dat de Kracht van God weerstanden kan verbreken die er zijn tegen Zijn werk in ons en in de wereld. Die weerstanden kan Hij verbreken en overwinnen. De praktijk leert ons dat we niet altijd gebedsverhoring krijgen, maar door ons geloof krijgen we wel alles wat nodig is om Hem te kunnen volgen en dienen. Dat is onze manier van demonstratie, laten zien waar we voor staan en wat God in ons doet. Ervoor gaan met hart en ziel. Dit geloof demonstreerde Jezus in onze wereld in mensen harten, in onze nood.
De uitwerking
Wanneer we het verhaal doorlezen zien we dat die vader niet met een zieke en gebonden zoon tevergeefs is gekomen. Na een enorme confrontatie tussen hemel en hel (DE VERZEN 20-27) werd deze jongen genezen en bevrijd aan zijn vader teruggeven. Wat een demonstratie van geloof. Begrijpen we nu dat Jezus zegt; ‘Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde?’ Zie MATTHEÜS 28:18. Wanneer het bij dit ene wonder was gebleven zouden we kunnen zeggen dat het een ‘toevalstreffer’ was geweest. Maar we lezen over meer van degelijke demonstraties van geloof. Dat dit met enorme strijd gepaard kan gaan is dan ook heel begrijpelijk. De hel laat niet graag mensen los die door machten gebonden zijn. Daarom kende Jezus ook een gebedsleven. Ook Hij had het nodig om de wil van zijn Vader te kennen. Hoe we dit weten?
“De Zoon kan niets uit Zichzelf. Hij doet alleen wat Zijn Vader Hem voordoet. In feite doet de Zoon hetzelfde als Zijn Vader” JOHANNES 5:19 HB.
Dit is de reden waarom Jezus heel vaak de stilte opzocht. Daar ontmoette Hij zijn Vader en kende hierdoor wat Zijn wil was. Er was dus met grote regelmaat ‘een hemels overleg’ om te weten wat Jezus mocht doen. Zo identificeerde Jezus zich met God om te ontdekken dat het Vaderhart in liefde klopt voor alle mensen. Zo is het gebed altijd een sleutel om Gods grootheid te zien en de uitwerking hiervan in eigen leven en in dat van anderen te zien. Laten we nooit vergeten dat de eenheid met de Vader deuren doet openen. Gebed leidt tot demonstraties van geloof. En een dergelijke demonstratie is een uiting van geloofsvertrouwen in God.
De Zoon kan niets uit zichzelf doen. Hier zien we de afhankelijkheid van Jezus, dat is Zijn roep om hulp. Hij onderwierp Zich in gehoorzaamheid aan de wil van God. Afhankelijk zijn is voor ons meestal niet zo aantrekkelijk. Maar de afhankelijk die Jezus, Zijn roep tot de Vader, laat heel duidelijk zien dat het mensen aantrekt om tot God de Vader te komen. En in die afhankelijk van de Zoon ligt ook onze genezing en bevrijding opgesloten. Wat een uitwerking en geloofsdemonstratie. Hoe daagt dit ons uit om Gods hulp in te schakelen voor de noden in én om ons heen?
Een prangende vraag
Wat was de reactie van de Discipelen op dit hemelse spektakel? “Waarom konden wij die geest niet uitdrijven” VERS 28. Ik denk dat dit een heel herkenbare reactie is. Want hoe vaak voelen we ons niet machteloos en tekort schieten wanneer we ons willen inzetten om anderen te helpen. Waarom kunnen wij het niet? Tja, en waar ligt dit dan aan, waar moet je dan het antwoord zoeken? Te weinig Bijbel gelezen? Moeite met je voorganger? Kritiek op je oudste? Spanningen in je relatie? Te weinig aandacht voor je ontspoorde zoon of dochter? Ach, hoeveel vragen we ons ook bedenken en hoe goed het ook is om hier bij stil te staan, het antwoord komt niet uit die hoek waar jij het zoekt.
Waarom zijn we soms niet in staat om antwoord te geven aan de nood om ons heen? Behoren we soms tot het “ongelovige geslacht” waar Jezus over spreekt tegen de omstanders? Wat we geloven is natuurlijk wel belangrijk. Maar, wanneer we ons afvragen, waarom we iets niet kunnen, dan ga ik er vanuit dat we dit doen omdat we geloven in de kracht van Jezus offer. Dat we verlangen om Zijn wil te zien ‘geschieden’ in het leven van mensen die lijden. Want we beseffen ons maar al te goed dat het leven met Jezus een strijd kent om in onze ‘geloofsdaden’ te falen. Om tekort te schieten in de ‘geloofsmogelijkheden’ die God ons heeft toevertrouwd. Dat zal voor velen van ons een prangende vraag zijn. Daar kunnen sommigen van ons hele nachten van wakker liggen. Zo kunnen de waarom vragen je hele leven gaan beheersen en je een geloofsisolement bezorgen. En hoe kom je daar dan weer uit? Het antwoord dat Jezus geeft op deze vraag heeft tot op de dag van vandaag veel stof doen opwaaien. Hier zijn de nodige boeken over geschreven en veel, ja heel veel studies over gegeven. Wat was het antwoord van Jezus?
“Hij antwoordde: ‘Dit soort kan alleen door gebed worden uitgedreven’” VERS 29.
Dit lijkt me volstrekt duidelijk. Niets aan de hand toch, of is dit toch moeilijker dan we denken? Ik denk dat we hier volmondig ja op zeggen. Het is moeilijker dan we dachten. We leggen vaak de nadruk op het woord ‘uitdrijven’, en daar zijn vele theorieën voor bedacht. Maar hoe simpel kan het zijn als we de woorden van Jezus op ons in laten werken. Of zit daar het echte probleem? Maar waar heeft Jezus het dan over. Hij spreekt over het uitdrijven van ‘het boze geslacht’ door middel van het gebed. Kijk, en nu zijn we direct bij het punt aanbeland waar voor velen van ons de meeste problemen uit voort komen.
Gebed, een roep om hulp?
Ik val maar gelijk met de deur in huis; ‘bidden drukt een absolute onderwerping aan God uit’. En het heeft ook alles te maken met geestelijke strijd. Want er zijn vele vijanden van het gebed. Die vijanden zorgen ervoor dat je ontmoedigd wordt om echt op de bres te gaan staan voor noden om je heen. Twijfels en vragen spelen hierbij een grote rol. Maar wanneer ons gebed een vraag aan God is, hoelang moeten we dan geduld hebben voordat Hij iets hoort of verhoord? En kent ons gebed dan ook een overgave aan God? In onze snelle maatschappij willen we graag een vlotte oplossing voor onze problemen. Op Gods tijd is een geloofshouding uit een grijs geloofscultuur. En zo kan het zijn dat we de wonderen van God een eigen leven laten leiden. Dat we dit gaan verpakken met de theologie van deze tijd, gepaard gaande met krachtige termen die moeten doen wat wij zeggen. Hier schuilt een groot gevaar in, namelijk dat we gebedsverhoring los maken van De Gever. Dat het een middel is geworden waarmee wij anderen kunnen helpen zonder tussenkomst van wat Jezus eigenlijk bedoeld. Lezen we dit nog een keer lezen, in een andere vertaling dan begrijpen we waar het echt om draait.
“En Hij zeide tot hen: Dit geslacht kan nergens door uitgaan, dan door bidden en vasten” MARKUS 9:29 St. VERT.
Kijkt dit raakt de kern van onze relatie met God. Wat is onze demonstratie van geloof? Wat mag het ons kosten om in de bediening van Jezus te staan? Wat is de prijs die wij willen betalen? Er is een verhaal wat haarscherp aantoont dat het gruwelijk mis kan gaan wanneer we opereren in eigen kracht. Wanneer we de confrontatie willen aangaan met het rijk der duisternis, met gebonden mensen, dan moeten we er zeker van zijn dat we dit nooit in eigen kracht kunnen. Willen we dat demonen ons gehoorzamen dan moeten we leven in de zekerheid dat niets ter wereld hen doet gehoorzamen wanneer wij niet een goede relatie met Jezus hebben. Dan kan er deze situatie ontstaan:
“Jezus ken ik en van Paulus heb ik ook gehoord. Maar wie bent u? De man besprong hen en gaf hun er vreselijk van langs. Zij konden niets tegen hem beginnen en vluchtten naakt en gewond het huis uit” HANDELINGEN 19:15-16 HB.
Hiermee is voldoende aangetoond hoe belangrijk het is om Jezus’ woorden heel serieus te nemen. Jezus leert ons hier niet een methode dat ons garandeert dat wij wonderdoeners zijn. Nee, ons slagen is en blijft altijd afhankelijk van ons roepen om hulp. Van een intensief gebedsrelatie en gemeenschap met God de Vader door Jezus. Bidden en vasten wil zeggen dat je er alles aangelegen is om je opdracht om te zetten in daden Gods. Wanneer we bidden en vasten veronachtzamen, zullen we niet serieus genomen worden door de machten die we willen bestraffen. Maar het is ook een gebrek aan vertrouwen in God.
Tegenstrijdigheden
Er zijn veel tegenstrijdigheden in het leven die ons testen of we wel echt menen wat we geloven. Van buiten de kerk is er veel kritiek en is de kerk vaak het mikpunt van spot. Daarom is het goed dat we op de hoogte zijn van dit soort minachting en moeten oppassen dit ons niet uit het zadel stoot. Maar hoe zitten we zelf in elkaar? Geloven we dat de kerk het middel is om Gods getuigenis te laten horen en te laten zien? Zijn wij bereid om kanalen van Gods aanwezigheid op aarde te zijn? Of zijn we vertegenwoordigers geworden van een religie die onderweg de auto hebben stil gezet om even een slaappauze te hebben. Wat zijn onze tegenstrijdigheden? Zijn we overwinnaars?
Het feit dat we vaak niet in staat zijn om anderen te helpen zal de Heer bedroeven. Hiermee geven we ruimte aan de vijanden van het geloof. En hebben meestal niet door dat we God beroven van Zijn eer. Komt dit omdat we onze geestelijke training hebben verwaarloosd en de macht over ons geestelijke stuur zijn verloren? Dan wordt het de hoogste tijd voor een APK keuring van Hoog niveau. Dan wordt het de hoogste tijd om onze fouten te ontdekken om nederlagen om te zetten in overwinning. Maar ben je in staat om je eigen fouten onder ogen te zien? Een tekst die je hierbij zal helpen is deze:
“Een oprecht mens zoekt het licht op; dan blijkt dat hij gehandeld heeft in verbondenheid met God” JOHANNES 3:21 GNB.
Sommige dingen verdragen het licht niet, en zeker niet het Licht van Gods Waarheid. Omdat ze bang zijn voor de waarheid, of omdat ze hun daden niet willen veranderen? Iemand zei eens; ‘de reden dat de zonde zo goed gedijt is omdat we ze koesteren in plaats van haten’. Waarom anderen ons haten heeft te maken met het feit dat onze geloofsdaden de zonden in anderen blootlegt. Maar laten we de moed niet verliezen en Jezus woorden serieus nemen. Dan zullen we een invloed op onze omgeving hebben dat anderen uitnodigt om samen met ons De Weg met Jezus te gaan. En kunnen we bressen herstellen die de vijand geslagen heeft in het huis van God, zowel in ons leven als dat van anderen.
Een geweldig voorbeeld
Wanneer we NEHEMIA 3:11-19 lezen dan krijgen we een opsommingvan mensen die actief betrokken waren bij de herbouw van de muren van Jeruzalem. Iedereen werd verantwoordelijk geacht om mee te helpen. En een stuk van de opbouw voor zijn rekening te nemen. Er waren priesters, bestuurders, vakmensen en vele toegewijde mannen en vrouwen. Men kende hierin een grote verantwoordelijkheid. Niemand draalde omdat men wist, hier ligt onze toekomst. Een toekomst met God en met elkaar binnen de grenzen van zijn voorschriften, de Thora.
We kunnen dit beeld goed gebruiken voor de bouw van de kerk van Jezus Christus. Zo zal een ieder ingezet worden voor herstel en uitbreidingswerkzaamheden. Ook de kerk heeft sterke muren en poorten nodig, want de aanvallen zullen er zeker zijn. Niet iedereen zal dezelfde motivatie hebben, maar het is voor ons van groot belang dat we samenwerken terwijl we dienen. Dan zal de eenheid gezien worden en stimulerend werken. Mensen die weten wat dienen in de kerk is zijn ook degenen die weten wat dienstbaar zijn betekent in eigen huis.
Tot slot
Er zijn verschillende groepen mensen die we kunnen onderverdelen in de voor en tegenstanders en twijfelaars van het geloof. We zullen elkaar altijd tegenkomen. Dat zien we ook bij de herbouw van de muren van Jeruzalem. Soms zijn we al onze tijd kwijt aan de tegenstanders van het geloof in de hoop dat ze Jezus zullen vinden in hun leven. Een andere keer zijn we druk met de twijfelaars in het geloof, in de hoop dat ze de juiste keuze zullen maken en terug zullen keren in Gods huis, de gemeente. Maar er zijn ook momenten dat we naar elkaar moeten omzien zodat niemand zijn of haar geloof verliest. Zie JAKOBUS 1:27; HEBREEËN 12:15. Met welke groep we ook druk zijn, laat het gepaard gaan met gebed en vasten.
Vasten zuivert de ziel en versterkt ons geloof in God. En gebed onderstreept onze verantwoordelijkheid in afhankelijkheid aan God.
Maar laten we ook waakzaam blijven en ons niet schamen om al onze daden van geloof te verpakken in de vraag; ‘Heer help ons’. En beproef jezelf of je:
Tot welke groep behoor jij? Een dergelijk onderzoek kan meer dan de moeite waard zijn voor jezelf en voor anderen. Dus laat de moed niet zakken, wees bedacht op de dingen van de mensen en die van God.
“Want wij zijn bedacht op hetgeen behoorlijk is, niet alleen voor het oog des Heren, maar ook voor dat der mensen” 2 KORINTIËRS 8:21 NBG.
Dit te kennen zal zeker het verschil maken. Blijf bidden dat jij en anderen zullen inzien hoeveel beter het is om in het Licht van God te leven.