Over liefde is en wordt veel geschreven. Op veel manieren willen anderen ons leren hoe we met liefde in al haar facetten om kunnen gaan. De een slaagt hier beter in dan de ander. Dit kan komen omdat liefde vaak niet getoond wordt op momenten wanneer we het juist zo nodig hebben. Uitspraken als; ‘De liefde kwetst niemands gevoel’, hebben voor velen van ons dan ook een nare bijklank gekregen. Onze manier om lief te hebben is vaak afhankelijk hoe we zelf geleerd hebben om hier mee om te gaan. En de verkilling van de maatschappij heeft op dit vlak onuitwisbare sporen bij veel mensen achtergelaten. Nee, hoe we ook over de liefde praten, we kunnen uit onszelf hier niet zo goed handen en voeten aangeven.
En kunnen we met de Bijbelse liefde dan wel uit de voeten? Ook hier zien we dat de plank vaak wordt misgeslagen. Liefdeloosheid is een belangrijke reden waarom mensen de kerk verlaten. Om die reden schrijft Johannes ons: “Als er liefde onder jullie heerst, zal iedereen kunnen zien dat jullie mijn leerlingen zijn” JOHANNES 13:35 GNB.
Als kinderen van God horen we toch allemaal bij hetzelfde lichaam, de Gemeente? Dan is er toch sprake van een unieke eenheid? Hoe waar dit ook is, het zijn onze verschillen die vaak leiden tot verdeeldheid. Daarom zullen we ons niet moeten concentreren op wat ons verdeeld, maar op wat ons één maakt. Hebben we inmiddels geleerd om iemand te waarderen die anders is, of tot een andere gemeente behoord? Vinden we het een aanvulling dat mensen van andere gemeenten ons nieuwe inzichten leren om samen de grote opdracht te vervullen? Dat is wat Paulus bedoeld wanneer hij schrijft:
“Wees steeds bescheiden, zachtmoedig en geduldig, en verdraag elkaar uit liefde. Span u in om door de samenbindende kracht van de vrede de eenheid te bewaren die de Geest u geeft” EFEZIËRS 4:2-3.
God heeft ons geroepen om Jezus´ liefde op aarde met anderen te delen. Daarom moeten we ´Christus waardig´ leven. Dan komen begrippen als, nederigheid, geduldig, vriendelijk en vreedzaamheid goed van pas. Maar de ervaring leert ons dat we zonder Gods liefde te kennen geen goede vertegenwoordigers van Hem kunnen zijn. Je kunt alles weggeven, ja zelfs je eigen lichaam, maar als je de liefde niet hebt dan betekent dit niets voor God. Zie 1 KORINTIËRS 13:1-13.
Bij alles wat we doen moeten we erkennen dat het niet volmaakt is. De extra dimensie die we aan ons doen en laten kunnen toevoegen is dat we zelf weten dat God ons lief heeft. Dat Hij onvoorwaardelijk van ons houdt. God weet dat wij Zijn liefde nodig hebben. Zonder die liefde zullen we ons blijven irriteren aan de ander. Dan zullen we ons blijven verdiepen in de fouten van onze medegelovigen, en nooit tot eenheid in Christus Jezus komen. Maar door het weten en ervaren dat God ons liefheeft, kunnen we voor elkaar bidden en van elkaar leren.
Door Gods liefde in ons zullen we in staat zijn om de vruchten van de heilige Geest met anderen te delen. Maar dan is wel de vraag; ‘in hoeverre willen we geleidt worden door die wonderlijke liefde van God?’ Wanneer je een kind van God bent, dan ken je die liefde, want ze is uitgestort in je hart, zie ROMEINEN 5:5. Alleen Gods liefde doet ons meer van Zijn liefde begrijpen en ervaren. Het zal ons bescheiden, zachtmoedig en geduldig maken. En het zal ons helpen om elkaar in liefde te verdragen. Zo kunnen we samen de liefde van God ervaren in de grote opdracht. Want ik geloof, dat ieder kind van God gaven heeft gekregen om hiermee en hierdoor Gods liefde te laten zien, aan wie en waar ook ter wereld. Of je gave nu klein of groot is laat het door Gods liefde vermenigvuldigen en je zult een schat aan liefde verzamelen.
Voor meer studie
Maandag |
Mattheüs 7:13-14 |
Weinigen weten die te vinden |
Dinsdag |
Marcus 11:22-24 |
Heb vertrouwen in God |
Woensdag |
Efeziërs 4:1-2 |
Verdraag elkaar uit liefde |
Donderdag |
Hebreeën 4:9-11 |
Binnengegaan in zijn rust |
Vrijdag |
1 Thessalonicenzen 5:2-6 |
U leeft niet in de duisternis |
Zaterdag |
Johannes 2:18-21 |
Met welk teken kunt u bewijzen |
Zondag |
Romeinen 3:25-26 |
Hiermee bewijst God |
Maandag |
Deuteronomium 7:6-8 |
Onder ede had beloofd |