Kinderen kun je met een knuffel een pleister of een snoepje troosten. Maar wie troost jou, wanneer je struikelt in dit leven?
“Ik hoorde een luide stem vanaf de troon, die uitriep: ‘Gods woonplaats is onder de mensen, hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal als hun God bij hen zijn. Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij.’ Hij die op de troon zat zei: ‘Alles maak ik nieuw!’ Ik hoorde zeggen: ‘Schrijf het op, want wat hier wordt gezegd is betrouwbaar en waar” OPENBARING 21:3-5.
Wij mensen weten als geen ander dat het leven soms anders gaat dan we hoopten. Onze verlangens worden niet altijd ingevuld. Je doet jarenlang mee aan een of andere loterij en het geluk ligt altijd bij een ander achter de deur. Je hoopte op die mooie baan maar een ander gaat je voor. Er zijn heel wat dingen die anders gaan dan we gepland hadden. Dingen waar we helemaal geen controle over hebben. Dan sta je behoorlijk met lege handen. Je bent bijna aan je pensioen toe, je hebt samen met je partner al plannen gemaakt, maar een slopende ziekte zet daar een dikke streep doorheen. We moeten soms veel incasseren in dit leven.
En God, waar is Hij? God weet ook als geen ander dat het leven heel zeer kan doen. Dat het leven mooi, maar ook ontzettend moeilijk kan zijn. Hij kent onze liefde en haat. Pijn en geluk. Hoop en wanhoop. Leven en dood. En je kunt je afvragen, als God dit weet waarom doet Hij er dan niets aan? Waarom heb ik altijd tegenwind en gaat de ander fluitend door het leven? Ach, er zijn zoveel tegenstellingen en heel veel onmacht. Maar als God dit allemaal weet dan kan Hij er toch wel iets aan doen? Dan mag ik toch wel een klein beetje rekenen op hulp van Zijn kant?
Hier zouden we heel lang over kunnen discussiëren met als mogelijk resultaat, ‘hete hoofden en koude harten’. Nee, wij mensen kunnen maar moeilijk begrijpen waarom ons leven niet altijd van een leien dakje gaat. En ook al zijn anderen gezegend met een goed betaalde baan, achter hun voordeur liggen dezelfde vragen, zonden en ziekten.
Omdat God dit allemaal als geen ander weet heeft Hij nagedacht wat voor ieder mens de beste oplossing was. En het antwoord ligt niet in rijkdom, macht, of andere voor de mens zo aangename zaken. Gods antwoord voor al onze nood ligt opgesloten in dé dood, van Zijn eigen Zoon. Dat was, is en blijft Gods antwoord op al onze nood. Paulus vat dit zo kernachtig samen wanneer hij schrijft:
“Hij heeft ons strafblad dat tegen ons getuigde (de lijst met regels waaraan we ons niet hebben gehouden) verscheurd. Dat bewijs heeft Hij vernietigd door het aan het kruis te slaan” Kolossenzen 2:14 HB.
Gods Zoon heeft het allemaal zelf ondervonden, al onze ellende, toen Hij aan het Kruis de prijs betaalde voor ons allemaal.
“Hij heeft onze zonden gedragen, lijfelijk op het kruishout. Daardoor zijn wij bevrijd van de zonden en mogen we leven in een goede verstandhouding met God. Door zijn wonden bent u genezen” 1 Petrus 2:24 GNB.
En als we nu naar de inleidende tekst kijken, dan is het geweldig bemoedigend dat Hij die belofte geeft, dat Hij eens alles zal veranderen. Er staat dat God Zèlf bij ons zal wonen. Hoewel dit in de toekomst een volmaakt feit zal zijn. woont God nu ook al bij ons. Hoe?
“Weet u niet dat u een tempel van God bent en dat de Geest van God in uw midden woont” 1 CORINTHIËRS 3:16.
Dit wonen van God in ons, is een feit op voorwaarde dat we Jezus Christus hebben aanvaard in ons leven. Jeremia zegt:
“Ik geef hun het inzicht dat ik de HEER ben; als ze met heel hun hart naar mij terugkeren, zullen zij mijn volk zijn en zal ik hun God zijn” JEREMIA 24:7.
En Johannes schrijft ons:
“Wie hem wel ontvingen en in zijn naam geloven, heeft hij het voorrecht gegeven om kinderen van God te worden” JOHANNES 1:12.
God de Vader neemt allen die lijden in Zijn armen en troost hen. God verbindt Zich aan ons. Lees maar mee: “Daarom ook is iemand die één met Christus is, een nieuwe schepping. Het oude is voorbij, het nieuwe is gekomen” 2 CORINTHIËRS 5:17. Wat een troost dat we mogen weten dat het nieuwe er al is, het woont in ons.
Onze omstandigheden zullen niet altijd zo blijven, want God heeft er aandacht voor. We hebben net gezien: “Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen”. Wat een persoonlijke aandacht en verbondenheid. Wat getuigt dit van een intieme relatie van; 'God met ons'. Zonde en ziekte zullen dan niet meer bestaan. De dood zal ons nooit meer van Hem kunnen scheiden.
Wat een geweldig voorrecht dat wij als kinderen van God een fantastische toekomst hebben. Dank U Vader God, voor dit voorrecht dat U ons dwars door alles heen hoop geeft, een hoop die boven alle problemen uitstijgt. Laten we ervoor kiezen om daar vandaag bewust mee te leven. Want er is hoop, omdat U zegt: “Alles maak ik nieuw!” Wat een voorrecht. Een troostvolle toekomst toegewenst!