De ander mag je niet zomaar een etiket opplakken. Maar waarin onderscheid jij je van een ander?
“Wie mij dient moet mij volgen: waar ik ben zal ook mijn dienaar zijn, en wie mij dient zal door de Vader geëerd worden” JOHANNES 12:26.
De kerk heeft al een lange bestaansgeschiedenis. En in al die jaren heeft de kerk zich opgesplitst in veel kerken elk met een eigen inkleuring van Bijbelse feiten. Dit alles is niet zonder strijd gegaan, waardoor veel mensen de kerk hebben verlaten of hebben zich tegen elkaar gekeerd. Dat is jammer want hierdoor heeft de kerk haar eenheid verloren. Wat door veel vervolging in de eerste eeuw na Christus was ontstaan is langzamerhand versnipperd en verworden tot verdeeldheid.
Als ik nadenk over de geschiedenis van de kerk, dan geeft me dat vaak een gevoel van schaamte. Waarom? Wie zich een beetje verdiept in het feit wat de mensen elkaar allemaal hebben aangedaan, in naam van hun geloof, dan zou je bijna niet meer durven geloven.
Is het in onze tijd anders geworden? Hebben we een streep door het verleden gehaald en is de kerk weer een ontmoetingsplaats, zoals we in de eerste hoofdstukken van Handelingen kunnen lezen? Nee dat niet. Maar gelukkig hebben veel kerken van de fouten geleerd. Maar heeft de kerk zich dan ook collectief bekeerd en hun fouten beleden aan God voor eeuwenlange meningsverschillen? Gelukkig zoeken veel kerken weer het één zijn in Christus Jezus.
Maar toch, als je luistert naar radio en televisie: christenen en moslims steken elkaars kerken in brand en staan elkaar naar het leven. En vergeet de strijd tussen de christenen en de katholieken niet. En dan nog maar te zwijgen over het Midden-Oosten. In Israel mag je niet meer evangeliseren, dat is strafbaar. Nee, er woedt nog steeds een strijd in en rond de kerk van Jezus Christus.
Wij noemen ons zelf ‘christenen’ en natuurlijk weet ik ook wel dat wij door ons geloof anders zijn “omdat wij Christus hebben leren kennen”. En dat wij elkaar niet naar het leven staan, maar juist ons best doen om de eenheid te beleven met alle christenen. Voor mij ligt dáár ook niet het probleem. Waar ik over nadacht was het feit dat wij voor de wereld ons ook 'christenen' noemen, en samen met al die anderen op één hoop gegooid dreigen te worden.
Toen ik dat door mij heen liet gaan, stelde ik mijzelf de vraag: 'waarin onderscheid ik me van al die andere christenen'? Valt het op dat ik voor de wereld anders ben? Dat ze mij, ons, niet op één hoop kúnnen vegen? Een pittige vraag, maar toch zeer zeker de moeite waard om daar eens stevig bij stil te staan.
We hebben net gelezen: “waar Ik ben zal ook Mijn dienaar zijn”. Dat kan alleen maar als we bereid zijn om Jezus werkelijk te dienen en te volgen. Dat gaat altijd samen. Praktisch gezien komt het dan hierop neer, omdat ik Jezus dien en volg, gaat Hij met mij, met ons mee. En dan is het zo, dat waar Hij is, ook Zijn dienaar is. En dat maakt hét verschil tussen ons en de wereld.
Of we ons nu nog christenen moeten noemen? Van mij mag het, maar ik voel me toch ook wel gelukkig met de gedachte om ‘een volgeling van Jezus’ genoemd te worden. Dat geeft voor mij, en voor de wereld, heel duidelijk de scheiding aan. Want de belofte die Jezus ons geeft is: “en waar Ik Ben, daar zal ook Mijn dienaar zijn”. En let dan ook eens op het feit dat we dan, 'door de Vader geëerd worden'. Wat een eer! Dat is de beloning voor degene die werkelijk de keuze maakt om een volgeling te zijn.