Hoe bemoedig je je naaste? Laat ze maar eens in je hart kijken, dan komt de boodschap wel over.
“Ze bleven dagelijks onderricht geven in de tempel of bij iemand thuis en gingen door met het verkondigen van het goede nieuws dat Jezus de Messias is” HANDELINGEN 5:42.
Tegen een bekende evangelist mopperde eens een toehoorder met de volgende woorden: ‘Ik houd niet zo van de manier waarop u het evangelie verkondigt’. 'Ja', zei de Evangelist, 'daar ben ik zelf ook niet zo weg van. Maar hoe zou jij het dan doen?' 'Wel ik, ik, ik….' stamelde de beste man, 'eerlijk gezegd zou ik niet weten hoe ik het zou doen, want ik heb het nog nooit gedaan!' 'Nou, dan houd ik toch meer van mijn manier dan die van jou, om het evangelie te verkondigen', antwoordde de evangelist’.
Snap je ‘m? De discipelen waren maar gewone en sommige van hen zelfs ongeletterde mensen. Maar zij voelden een drang om te getuigen van Gods liefde. Werden ze er toe gedwongen? Nee, zij maakten een vrijwillige keuze om dat te doen. Ging dat van een leien dakje? Wisten ze altijd precies wat ze moesten zeggen? Natuurlijk hadden ze ook de nodige moeite om het te doen, soms met gevaar voor eigen leven. Maar ze durfden hun mond te openen in de kerk (tempel) en op andere plaatsen. De les die ik eruit leer is dit: Als ik mijn mond in de kerk dicht houd, dan durf ik daarbuiten ook niet over Hem te spreken.
Onlangs kwam ik kleddernat de wachtkamer bij de fysiotherapeut binnen. Iemand zei toen: ‘de duivel speelt ook overal mee’. Daarmee doelde hij op het slechte weer. En zonder na te denken zei ik ‘maar niet met God’. De beste man keek mij onthutst aan vanwege mijn direchte reactie. dat had hij niet verwacht.
En van z’n moment kun je dan mooi gebruik maken. Ik zei tegen hem: 'als je het over de duivel hebt, moet je het ook over God hebben. Want als je niet in God gelooft, kun je toch ook niet zeggen dat de duivel het altijd voor het zeggen heeft? Als God niet bestaat, dan de duivel toch ook niet. Dan zijn we hier toevallig een tijdje op deze aarde en verdwijnen dan weer om plaats te maken voor een ander'.
Wat het allemaal losmaakte bij die man zal ik wel nooit te weten komen. Maar één ding is zeker, ik kon een stukje van mijn getuigenis kwijt. En ik schaamde me niet. Hopelijk denkt hij er nog eens aan terug, en komt dan tot de conclusie, dat het waar is.
Zo zijn er vaak van die gelegenheden om over God te spreken. Of we dat in de ogen van de ander goed doen? Dat is niet onze zorg, want kritiek zullen we altijd wel aan moeten horen. Er zullen altijd mensen zijn die er kritiek op hebben. Maar vaak zijn dat de mensen die zelf in grote nood verkeren, daarom gaan ze zo tekeer. Want zouden ze luisteren dan moeten ze hun gedrag of andere zaken veranderen. En dat kost strijd, daarom hebben ze een hekel aan je en moet je je mond houden. Maar laat je niet ontmoedigen Gods boodschap van redding heeft jou ook bereikt en doet wat het moet doen, jou veranderen door de liefde van Jezus.
Op de manier hoe de discipelen het woord van God hebben verkondigd, zullen heel wat mensen toen ook wel kritiek hebben gehad. Dat lezen we duidelijk in de Bijbel. Maar ze déden het wel, ondanks alle tegenstand, waar en wanneer ze er maar de gelegenheid toe hadden. Doe het ook! Op je eigen manier. Maar doe het! En let op Gods belofte:
“Zo is het ook met het woord dat mijn mond verlaat. Het keert pas terug als het zijn doel heeft bereikt, mijn wil heeft uitgevoerd, zijn taak heeft volbracht” JESAJA 55:11 GNB.