Soms kunnen plaatjes je aan het denken zetten en uitdagen tot een ander leven.
“Hij zei tegen hen, ‘Kom, volg mij, ik zal van jullie vissers van mensen maken” MATTHÉÜS 4:19.
Een tijd geleden kreeg ik van iemand een mooie kaart, met daarop een foto van de bekende schilder Hendrik Willem Mesdag (1831-1951). Het is een prachtige kaart van een paar oude vissersboten die net van de vangst terug zijn gekeerd.
Degene die mij dit gaf heeft niet geweten dat ik veel van boten hou, voor mij dus een hele verrassing. Het schilderij heet 'de terugkeer van de vissersvloot'. Bij die afgemeerde schepen staan veel mensen die allemaal vis willen kopen. Toen ik daarover nadacht moest ik denken aan de woorden van Jezus uit MATTHÉÜS 4:19 waar Hij zegt: “ik zal van jullie vissers van mensen maken”.
Mensen vangen, dat is wat hier staat. Mensen binnenleiden in het Koninkrijk van de levende God. Dat is onze gezamenlijke opdracht, dat zit verpakt in die woorden van Jezus. Dat is waarvoor Hij kwam, om ons vrij te kopen uit de netten van deze wereld waarin velen verstrikt zijn geraakt.
Bij die mooie kaart zat ook nog een klein briefje met daarop een gebed van Franciscus van Assisi. Toen ik dit las werd het heel stil van binnen, het trof mij bijzonder. Die woorden pasten helemaal bij wat ik beleefde toen ik dat plaatje bekeek. Ik vroeg mij af, wie was dat ook weer, die Franciscus van Assisi?
Wel, het was de zoon van een zeer welgestelde textiel handelaar, een soort ‘rijke jongeling’ dus. In het jaar 1206 vond er bij hem een ommekeer, een bekering plaats, die hem van een onbezorgd, rijk en ridderlijk leven bracht tot ‘het ideaal’ van de totale armoede. Wat was er met hem gebeurd? Waarom nam hij deze beslissing? Hij kreeg een visioen en werd op een heel bijzondere wijze geconfronteerd met MATTHÉÜS 10:7-10
“Ga op weg en verkondig: Het koninkrijk van de hemel is nabij. Genees zieken, wek doden op, maak mensen die aan huidvraat lijden rein en drijf demonen uit. Om niet hebben jullie ontvangen, om niet moeten jullie geven! Neem in je beurs geen gouden, zilveren of koperen munten mee, schaf je voor onderweg geen reistas aan, geen extra kleren, geen sandalen en geen stok, want een arbeider is het waard dat er in zijn onderhoud wordt voorzien”.
En de vonk van dit Woord sloeg over. Want wat hij las dat zag hij dagelijks om hem heen, de lijdende mensen die het slachtoffer waren van de armoede. Mensen die ziek van ellende waren. Die confrontatie greep hem zo aan dat hij niets anders kon doen dan dit Woord te gehoorzamen.
En hij ging gekleed in vodden en predikte het Evangelie in de omgeving van Assisi. Zijn persoonlijke charme, gepaard met het provocerende karakter van zijn optreden, trok met name veel jongeren aan. Hij werd een 'visser van mensen', die voor de volle 100 procent bereid was om alles op te geven, om te kunnen beantwoorden aan wat Jezus hem had geopenbaard:
“gaat naar de verloren schapen, en vertel hun dat het Koninkrijk van de hemel vlakbij is” (uit Het Boek).
Met dit in gedachten hoop ik dat zijn gebed ons zal aanmoedigen, om ook te beantwoorden aan Gods doel met ons leven:
Heer,
Maak mij een instrument van Uw vrede,
dat ik liefde zaai, waar haat groeit
vergeving, waar belediging is
geloof, waar twijfel heerst
hoop, waar wanhoop dreigt
licht, waar duisternis is,
vreugde, waar droefheid is.
Goddelijke meester,
geef dat ik mij erop toeleg
troost te schenken,
eerder dan getroost te worden,
begrip te tonen,
eerder dan begrepen te worden,
te beminnen,
eerder dan bemind te worden.
Want door te geven,
ontvangen wij;
door te vergeven
worden wij vergeven,
en door te sterven aan onszelf,
groeien wij het eeuwig leven tegemoet.
Amen.