Psalm 9
Het is in deze tijd niet eenvoudig om altijd positief te zijn. O ja we willen het wel, maar het lukt niet altijd. Natuurlijk zijn er mensen die zich niets aantrekken van wat er in de wereld gebeurd. Ze leiden zo hun eigen leven. Hun motto is ‘leven en laten leven’, of ‘je moet iedereen in zijn waarde laten.’ En bemoei je vooral niet met je naaste dan creëer je in ieder geval geen problemen voor jezelf.
Maar of het echt zo werkt, ik vraag het me af. Want laten we eerlijk zijn, we leven toch in een wereld waar de bedreiging hand over hand toeneemt? Daar kunnen we onze ogen toch niet voor sluiten? En daar kun je je toch ook niet aan onttrekken? Nee, zo gemakkelijk ligt dat niet. We leven in een spannende tijd. Is de wereld zwaar overspannen geworden? Het lijkt erop dat de maatschappij een geweldige burn-out heeft.
Maar die spanningen waren er vroeger toch ook, zul je misschien nu zeggen? Natuurlijk wel. Maar niet zo veel en niet zo massaal als in onze tijd. En met de moderne communicatie middelen krijgen we al het slechte nieuws direct en op velerlei wijze geserveerd. Ook dat is een verschil met vroeger. Er zijn ontzettend veel mensen die lijden onder het onrecht. En dat was in Davids tijd niet anders. Ook hij had te kampen met veel onrecht. Ook hij moest veel strijd leveren tegen de opkomst van het ‘goddeloze’ in zijn tijd.
Met dit in mijn achterhoofd vind ik het zo ontzettend bemoedigend dat David positief blijft. Hij laat zich niet door de omstandigheden leiden. Nu zeg je misschien; dat is niet waar, David zat ook wel eens in de stress. Hij zag het ook wel eens niet zitten. Nu, dat ben ik helemaal met je eens. Het is heel menselijk dat je soms de draad even kwijt bent. Maar waar het bij David omgaat is, wat is zijn reactie en hoe gaat hij er uiteindelijk mee om? Laat hij zich leiden door het slechte nieuws, door wat er in zijn privé leven plaatsvindt? Wordt hij een doemdenker? Komt hij maatschappelijk gezien op slot te zitten? Wordt het een in zichzelf gekeerd mannetje?
Nee, hoewel hij soms diep kan wegzinken in zijn eigen frustraties spreekt hij uiteindelijk toch een heel andere taal. Ondanks dat er geweldig veel spanning in deze psalm te lezen valt, slaat David toch een heel andere toon aan. Hij laat het er niet bij zitten. Hij spreekt zijn wil aan. En die toon lezen we dan ook heel duidelijk in de eerste verzen. “Ik wil u loven, HEER, met heel mijn hart, vertellen van uw wonderdaden. Ik wil vrolijk zijn, u toejuichen, uw naam bezingen, Allerhoogste.” VERS 2-3
“Ik wil”, zegt David. Niet, ik zie wel of het me lukt om positief te blijven? Nee, David richt zich op God. En let eens op hoe hij zijn emoties legt in dat wat hij wil. David wilde met heel zijn persoonlijkheid betrokken zijn bij de overwinning die God keer op keer bewerkte. En hij geeft God hier alle eer voor. Hij slaat zichzelf niet op de borst omdat hij het zo goed gedaan heeft. Het zijn niet zijn menselijke bekwaamheden die zorgden voor de overwinning. Nee, aan God alle eer!
En als je goed leest dan loopt David - in die overwinning van God - al vooruit op de uiteindelijke overwinning van Jezus Christus. Hij werpt als het ware een blik in de toekomst wanneer hij zegt: “Want u hebt mijn rechten verdedigd, u nam plaats op uw zetel, rechtvaardige rechter.” VERS 5 David denkt vanuit de hemel als het om de beëindiging van het onrecht gaat. Want hij weet dat de menselijke problematiek niet door de mens zelf is op te lossen. Dat kan God alleen. Daarom ziet hij God, de rechtvaardige rechter, zitten op de troon om de volken te richten. Dan zal elk onrecht beeindigd worden, ook dat van jou.
Micha, een profeet uit het Oude Testament, zegt: “Hij zal rechtspreken tussen machtige volken, over grote en verre naties een oordeel vellen. Dan zullen zij hun zwaarden omsmeden tot ploegijzers en hun speren tot snoeimessen. Geen volk zal nog het zwaard trekken tegen een ander volk, geen mens zal meer weten wat oorlog is.” MICHA 4:3 Wat een geweldige toekomst hebben we. God gaat ingrijpen. Hij zal een keer brengen in alles wat onrecht is. In welke situatie jij ook verkeert, God grijpt in. Eén blik van Hem zal er voor zorgen dat de vijand weg zal wegvluchten.
Ze zullen ten onder gaan in de ruïnes van hun eigen gecreëerde wereld. En de kinderen Gods zullen van alle onrecht gezuiverd zijn. Het zwaard zal niet meer regeren en de mensen zullen dan niet meer weten wat oorlog is.
David ziet in deze psalm vér vooruit. Zijn blik is op de toekomst gericht, het komende Vrederijk. Wat een vertrouwen! Wie geloofd zal begrijpen dat God ‘hét laatste Woord’ heeft. Wij mogen net als David onze blik vooruit werpen. Want als we onze blik aan de andere kant van onze moeilijkheden plaatsen, zullen we nooit beschaamd uitkomen. VGL. ROMEINEN 10:11
David zegt met een vooruitziende blik, net als de schrijver van de Hebreeënbrief, om onze blik gericht te houden op Jezus. Ook Hij heeft het niet gemakkelijk gehad. Wie vertrouwd is met het levensverhaal van Jezus, weet wat Hij allemaal te verduren heeft gehad. Maar: “denkend aan de vreugde die voor Hem in het verschiet lag, liet Hij zich niet afschrikken door de schande van het kruis. Hij hield stand en nam plaats aan de rechterzijde van de troon van God.” HEBREEËN 12:2 David en Jezus kenden God als: “een burcht voor de verdrukte, en een burcht in tijden van nood.” VERS 10 Dit getuigenis moedigt aan om na te volgen.
We moeten leren om vooruit te zien en niet op de omstandigheden. Dat is wat ons hier wordt voorgehouden. Je blikveld verleggen aan de andere kant van het probleem. Waarom dit zo belangrijk is? Wel, je staat dan met je moeilijkheden tussen God en het probleem. Dan vertroebelt het probleem je uitzicht op God niet. Want dat wil de satan wel. Als je uitzicht op God belemmerd wordt door veel narigheid kan hij je heel gemakkelijk te grazen nemen. Paulus waarschuwt ons niet voor niets wanneer hij zegt: “We moeten er namelijk voor oppassen dat Satan ons niet gebruikt; zijn plannen kennen we maar al te goed.” 2 CORINTHIËRS 2:11
Door zo met je moeilijke omstandigheden om te gaan begeef jij je altijd in Gods nabijheid. En dan bemoedigt David ons met de volgende woorden: “Wie uw naam kent, kan op u vertrouwen, u verlaat niet wie u zoeken, HEER.” VERS 11
Wat een geweldige garantie: “U verlaat niet wie u zoeken.” De omstandigheden zijn misschien nog niet voorbij, maar de ervaring uit het verleden geeft nieuwe moed en hoop voor de toekomst. We moeten nooit vergeten wat de Heer in het verleden voor ons gedaan heeft.
Hoe vaak heeft Hij je gebeden verhoord? Wat zeg je, nog nooit? Dan heb je waarschijnlijk nog nooit vanuit je hart naar Hem geroepen. Want God laat geen bidder staan. Hoe groot je nood ook is: “U hebt geen beproevingen te doorstaan die niet voor mensen te dragen zijn. God is trouw en zal niet toestaan dat u boven uw krachten wordt beproefd: hij geeft u mét de beproeving ook de uitweg, zodat u haar kunt doorstaan.” 1 CORINTHIËRS 10:13
Het probleem is niet dat God ons vergeet, maar wij vergeten hoe goed en barmhartig Hij is. Het probleem ligt bij ons, niet bij Hem. Daarom moet jij tussen je noden en God de Vader in gaan staan. Dan kan Hij je bereiken met Zijn antwoorden. Want God vergeet Zijn kinderen niet en voor de zwakken is niet alle hoop verloren. VERS 19
Het geduld wat wij soms moeten leren zal niet voor niets zijn. De gerechtigheid waarop wij hopen zal eens in vervulling gaan. God zal niet toestaan dat de macht van de mens zal triomferen. Er komt een nieuw koninkrijk waar ‘Recht en Gerechtigheid’ zal regeren. Dit initiatief zal van God uitgaan. Hij zal alle ellende beëindigen. Wij kunnen dat niet. Daarom is het goed om steeds weer voor ogen te houden, de vele zegeningen die hij ons meegeeft op onze levensweg.
David heeft ook vaak in zijn leven terug gezien maar nooit als een verliezer, altijd als een overwinnaar. In tijden van benauwdheid was God zijn vesting, waar hij onaantastbaar was voor de satan. Daarom roept hij ook in deze psalm tot God en zegt: “Sta op, HEER, laat de sterveling niet triomferen.” Sta op Heer, dat is God erbij roepen in je eindeloze zoektocht naar recht en gerechtigheid. Dat is belijden dat God je niet alleen laat staan. Soms kun je het gevoel hebben dat God heel ver weg is.
Vooral als tijden van onmacht maar niet weggaan. Maar besef dan, dat God de Vader boven alles staat, wat ons ook overkomt. Hij verliest je niet uit het oog “De HEER laat immers voortdurend zijn ogen over de aarde rondgaan en biedt iedereen hulp die hem met heel zijn hart is toegedaan.” 2 KRONIEKEN 16:9
Hij zal ons bijstaan. Het onrecht zal niet altijd de dienst uitmaken. Er zal een keer komen in je nood. Hij zal je in Zijn wijsheid een antwoord geven. Vertrouwen hebben in het verleden is vertrouwen hebben in de toekomst. En God ziet er naar uit dat wij Hem voor al dat levensbehoud gaan danken. Mijn keuze is: “Ik wil u loven, HEER, met heel mijn hart, vertellen van uw wonderdaden. Ik wil vrolijk zijn, u toejuichen, uw naam bezingen, Allerhoogste.”
Wat wil jij? Dat zal bepalend zijn voor dit leven én voor het leven hierna!