Psalm 12
Kom jij ook wel eens op een feestje waar de sfeer al snel bepaald wordt door iemand die het altijd beter weet? Zulke mensen voeren steeds het hoogste woord. Ze hebben overal verstand van en hebben altijd gelijk. Anderen weten een fijn gesprek zo te beïnvloeden dat het al snel een discussie wordt, met alle vervelende gevolgen van dien.
Zo trekken ze de aandacht naar zichzelf toe, waarin de betweter soms heel handig de twee partijen tegen elkaar uitspeelt. Zo ontstaan er ruzies en drijft het hele families uit elkaar. Vriendschappen worden verbroken en mensen zien elkaar niet meer staan. En de betweter, die zoekt gewoon weer iemand anders, om zo aandacht voor zichzelf te creëren.
En op de werkvloer? Daar kom je ze ook tegen, mensen die denken dat ‘hun gelijk’ het beste product is. Eigenwijze mensen verpakt in maatkleding zien kans om hun ideeën door te drukken. Deze mentaliteit kost de gemeenschap veel ergernis maar zeker ook de nodige euro’s. Hoeveel vergaderingen zijn er die in een goede sfeer verlopen? Inspraak is mooi, maar soms ook een beladen woord.
En in de kerk? O, daar zal het wel anders zijn. Nou vergeet het maar, ook daar gaat het soms om het recht van de sterkste. Veel op de spits gedreven meningsverschillen hebben voor de nodige kerkscheuringen geleid. En daar zijn we zo trots op de we er ook nog eens boeken vol met, ‘ik heb gelijk’ over geschreven hebben. De kerkgeschiedenis laat vooral heel veel slechte voorbeelden zien van ‘hoe het niet’ had gemoeten. En hebben we ervan geleerd? Ik zal geen poging doen hier een antwoord op te geven. Maar Jacobus geeft ons wel een goed advies wanner hij zegt: “Wie meent dat hij God dient, terwijl hij zijn tong niet kan beteugelen, zit op een dwaalspoor, en heel zijn godsdienst is vergeefse moeite.” JACOBUS 1:26
En in David’s tijd? Ja, toen was het anders, nou mooi niet dus. Toen waren er ook mensen die hun tong niet konden beteugelen. En dit feit doet David uitroepen: “Grijp in, HEER !
Niemand is nog trouw, geen mens spreekt nog waarheid.” Als ik de geschiedenis van het menselijke bestaan bezie dan kan ik niet anders zeggen, dat waarheid en leugen elkaar altijd zullen bestrijden. VGL. GALATEN 5:17 Dat is ook wat David ziet. Daarom roept hij het uit: “Heer redt ons van de leugen.” Ook in zijn tijd waren er nauwelijks trouwe en waarachtige mensen. Ook toen waren er personen die woorden zonder betekenis, zonder waarde of waarheid spraken. VERS 3.
Ja, in David’s tijd stonden de mensen ook tegenover elkaar. En het lijkt erop dat de verwoestende woorden van de leugensprekers, de macht volkomen naar zich toe hadden getrokken. En David beklaagt zich bij God door te zeggen grijp toch in Here: “want trouw wordt schaars bij het mensengeslacht.” VERS 1 WILLIBRORD VERT. Zolang de mens in zijn huidige staat zal bestaan zullen ‘trouw en ontrouw, Recht en onrecht’ met elkaar in strijd zijn. Jesaja verwoordt het als volgt: “De rechtvaardige gaat te gronde en niemand bekommert zich erom. Ook trouwe mensen sterven, maar niemand ziet in dat de rechtvaardige sterft doordat er onrecht heerst. JESAJA 57:1
In psalm twaalf staan twee partijen tegenover elkaar. Aan de ene kant de mens die verdrukt wordt, die niet lijkt opgewassen te zijn tegen het onrecht. Aan de andere kant de mensen die het kwaad veroorzaken. Die er genoegen in vinden om hun naaste ten gronde te richten. Dit is de, onoprechte van hart die sluw van tong is en zijn motieven vormen de fundamenten voor een wereld in nood. Deze mensen denken dat zij het voor het zeggen hebben. VERS 3-5
Dat is de situatie die David ons laat zien. En het is zo vergelijkbaar met de tijd waarin wij leven. Als ik luister naar de woorden van David, is het net of een goede vriend me waarschuwt voor een heel geniepig gevaar. Pas op hoor, want voor je weet ben je slachtoffer van roddel en leugenachtig gepraat.
Want: “Er zijn mensen die hun vader vervloeken en hun moeder hun zegen onthouden. Er zijn mensen die denken zuiver te leven, maar vol vuiligheid zijn.
Er zijn mensen met een hooghartige blik, met van die misprijzende ogen. Er zijn mensen met tanden als zwaarden en kaken als messen, die de armen op aarde verscheuren, de verschoppelingen onder de mensen verslinden.” SPREUKEN 30:11-14
David wordt door dergelijke mensen omringt en in het nauw gedreven. En hij voelt zich alleen staan in zijn geloof. Er zijn haast geen vrome mensen meer en trouw is een schaars artikel geworden. VGL. 2 THESSALONICENZEN 3:2 NBG. Vert. Dit moet hem pijn hebben gedaan. En hoe gaat hij hiermee om?
Het is moeilijk om te leven in een maatschappij waar mensen de baas willen zijn. Ze denken met hun verbale vaardigheid macht te kunnen uitoefen over de ander. Ze doen wat ze zelf willen en zeggen: “Met onze tong zijn we sterk, onze mond helpt ons, wie kan ons aan?” Onze tong is ons wapen, wie is heer over ons? Met deze woorden gaat David naar God toe. Hij wil dat God recht doet. Hij wil dat God Zijn mond zal openen en zal zeggen hoe Hij erover denkt.
Heeft God wel aandacht voor de verdrukten? Voor hen die vals worden beschuldigd? Hoort hij naar de mensen die naar rust en veiligheid verlangen? Voor David is dit een uitgemaakte zaak. Gods woord is betrouwbaar, ook al begrijpt David Hem niet altijd. In het leven gaat het vaak over de vraag: ‘wat is waarheid.’ Als wij een wegenkaart raadplegen dan geloven we dat we op de juiste bestemming aankomen. Maar die ‘juiste bestemming’ heeft alles te maken met het feit of je goed kunt kaart lezen. En dat probleem heeft al voor veel ergernis gezorgd. Wie niet goed acht slaat op wat de kaart laat zien, verdwaalt hopeloos. De wegenkaart gaf wel de juiste richting maar wij hebben het verkeerd geïnterpreteerd. Zo is het ook met Gods woord. Wat er staat is betrouwbaar en er staat niets onwaars in. Maar door onze eigen zienswijze mislijden we ons zelf en kunnen zo de ‘eindbestemming’ mislopen.
Het ‘hoogste woord’ in onze wereld, in jouw wereld, heeft al voor veel verwarring gezorgd. Het heeft veel kapot gemaakt. En het zicht op Dé Waarheid wordt ons hierdoor vaak ontnomen. We kunnen ons laten leiden door wat de media ons vertelt.
Of wat we lezen in boeken en tijdschriften met een hoog ‘waarheidsgehalte.’ En hoe misleidend is soms de vlotte babbel van vertegenwoordigers? Waarheid, David verlangt er zo naar dat God de gladde lippen het zwijgen op zal leggen. Dat hun tong voor altijd verlamd zal zijn omdat ze zichzelf tot god wilden zijn.
Gelukkig, God heeft aandacht voor Zijn kinderen. “Om hen sta ik op, zegt de HEER, Ik breng de redding die zij verlangen.” VERS 6 Kijk, dat is het échte ‘Hoogste Woord.’ En dat mocht David horen als antwoord op zijn roepen naar God. Zo is God een Vader die redding brengt. Redding in de zin van ‘hulp, genezing en overwinning’, want dat houdt redding in. Het omvat alle noden van de mens. God is gewend om op te staan. In Jesaja zien we dit als volgt verwoord: “Nu zal ik opstaan, zegt de HEER, nu zal ik mij trots verheffen, fier richt ik mij op.” JESAJA 33:10
“Nu zal Ik Mij trots verheffen.” God komt in actie tegen al het onrecht. Hij grijpt in, hoe jou situatie er ook uit ziet. Roep Hem aan, dat is de actie die jij moet ondernemen. Want er is bij de Heer: “geen onderscheid tussen Joden en andere volken, want ze hebben allen dezelfde Heer. Hij geeft zijn rijke gaven aan allen die hem aanroepen, want er staat: ‘Ieder die de naam van de Heer aanroept, zal worden gered.” ROMEINEN 10:12-13 Wat een geruststelling, God onderneemt iets als antwoord op jou roepen. Is God, net als voor David, ook jou toevluchtsoord?
Is God ook jou zekerheid in bange dagen? Als je Hem aanroept komt Hij in beweging. Dan staat Hij op, speciaal voor jou. Dat God opstaat, wil niet altijd zeggen dat direct gebeurd wat Hij zegt. Het woordje ‘nu’ heeft in profetische termen heel vaak betrekking op Gods eindoordeel over deze wereld. Maar dat Hij opstaat is zeker. En dat er dingen veranderen wanneer Hij in jou leven mag opstaan, dat is ook zeker.
Door welke woorden laat jij je leiden? Ben jij iemand die zelf altijd het hoogste woord voert? Of laat jij je inpakken door de betweters van de deze tijd? Als dit zo is dan word het de hoogste tijd dat jij leert, om met Gods hulp, je eigen leven te leiden.
Dat God door Jezus Christus in jou leven mag opstaan om je bij te staan in dit leven. Dan mag jij met recht ‘het hoogste Woord’ voeren, het woord van Jezus.
Was het voor Jezus gemakkelijk om in zijn tijd het ‘Hoogste Woord’ te verkondigen, zeker niet. Hij werd gehoond, geslagen en uiteindelijk aan een kruis gespijkerd als een misdadiger. Was Zijn ‘hoogste Woord’ dan niet dé Waarheid, zeker. Sprak Hij dan onbetrouwbare woorden? Als dit zo was dan was Jezus zeker niet gekruisigd. Dan was Hij weer vrijgekomen. Dan had niemand zich meer druk gemaakt om die betweter uit Nazaret. Nee, dat Jezus Christus als Zoon van God de Waarheid sprak, dat zat de mensen niet lekker. Daar konden ze niet mee uit de voeten. Het was Zijn Waarheid tegenover hun waarheid. Het was de strijd van tussen Recht en onrecht.
En wie de grote verliezers zijn dat weten we, want ‘Het Hoogste Woord’ in eigen Persoon, is opgestaan uit de doden. En daar hebben de betweters van onze tijd nog steeds geen antwoord op gevonden. Zo zijn: “De woorden van de HEER, zuiver als zilver, gesmolten in de smeltkuil, gelouterd tot zevenmaal toe. VERS 7 Het ‘Hoogste Woord’ Jezus Christus heeft de beproeving van de smeltkroes kunnen doorstaan. Zo laat God de Vader geen enkele belofte verloren gaan. Daarom durft David ook tot slot te bidden: “Behoed hen, HEER, bescherm hen steeds tegen dat volk.”
Het Hoogste Woord nodigt je uit, om Jezus Christus op te laten staan in je leven. Wat is jou antwoord?