Wie stil gestaan heeft bij het sterven van Jezus – wat wij ‘Goede Vrijdag’ noemen – zal beseffen dat Hij een onmenselijke strijd heeft gestreden. Het was voor Jezus een tijd van grote eenzaamheid. Het verraden worden door één van Zijn vrienden, de Discipelen die in slaap vielentijdens Zijn gebed, de vraag aan Zijn Vader of de beker aan Hem voorbij mocht gaan. Al Zijn gevoelens, de gebrokenheid en de zonde van de gehele mensheid die Hij moest accepteren. Het door God verlaten worden en uiteindelijk het sterven aan een kruis. En dat allemaal voor ons.
Studie 1
Om bij God te zijn moet je tijd vrijmaken. Dat valt in de hedendaagse tijd niet mee. En menigeen verzint dan ook allerlei uitvluchten om geen tijd voor God in te plannen. Maar welke argumenten je ook verzint, om geen tijd met God door te brengen, het is wel een afspiegeling hoeveel je van Hem houdt.
Elia was op de vlucht omdat hij met de dood was bedreigd. Daar zat hij dan in een spelonk vertwijfeld na te denken, met een hoofd vol vragen en met een angstig hart. Hij voelde zich verlaten, moe en eenzaam. Hoe zou God hem uit deze situatie helpen? Hij wist het niet. Maar God zocht en vond hem en vroeg: ‘Elia, waarom zit je hier? Heb Ik je hiernaartoe gestuurd? Waarom heb je je verstopt? Waar ben je bang voor, Elia?’ En God zegt tegen hem: ‘kom uit je schuilplaats, uit je isolement en ga staan voor het aangezicht des Heren’.
Overal kom ik U tegen.
In zonneschijn en lenteregen.
Bij het oogsten van het graan
en het schijnsel van de maan.
In het fluist’ren van de wind
en de ogen van een kind.
In een vriendschap, hecht en sterk,
zie ik U Heer, aan het werk.
Daarbij ontvang je zóveel dingen,
die je goed doen én doen zingen!
Pracht en schoonheid, strooit U rond.
In de morgen en de avondstond.
Kijk die bergen, bomen, bloemen,
’t Is teveel om op te noemen.
Al het mooie, wat wij kregen
voor mij is het een gift, een zegen.
Een eerbetoon aan al wat leeft,
voor ieder, die er oog voor heeft …
© Maria Riksten-Brouwer