In het voorgaande heeft Paulus de rechtvaardiging van God uit belicht. Nu gaat hij vooral in op de betekenis die de rechtvaardiging voor de mens heeft.
Lezen ROMEINEN 5:1-11.
“Wij dan, gerechtvaardigd uit het geloof, hebben vrede met God door onze Here Jezus Christus, door wie wij ook de toegang hebben verkregen in het geloof tot deze genade, waarin wij staan, en roemen in de hoop op de heerlijkheid Gods. En niet alleen hierin, maar wij roemen ook in de verdrukkingen, daar wij weten, dat de verdrukking volharding uitwerkt, en de volharding beproefdheid, en de beproefdheid hoop; en de hoop maakt niet beschaamd, omdat de liefde Gods in onze harten uitgestort is door de Heilige Geest, die ons gegeven is, zo zeker als Christus, toen wij nog zwak waren, te zijner tijd voor goddelozen is gestorven.
Want niet licht zal iemand voor een rechtvaardige sterven; maar misschien heeft iemand nog de moed voor een goede te sterven. God echter bewijst zijn liefde jegens ons, doordat Christus, toen wij nog zondaren waren, voor ons gestorven is. Veel meer zullen wij derhalve, thans door zijn bloed gerechtvaardigd, door Hem behouden worden van de toorn. Want als wij, toen wij vijanden waren, met God verzoend zijn door de dood zijns Zoons, zullen wij veel meer, nu wij verzoend zijn, behouden worden, doordat Hij leeft; en dat niet alleen, maar wij roemen zelfs in God door onze Here Jezus Christus, door wie wij nu de verzoening ontvangen hebben”.
De vrucht van de rechtvaardiging.
Wat zijn de resultaten die van deze rechtvaardiging de blijvende gevolgen zijn? Paulus toont aan, dat zowel onze huidige ervaringen als onze hoop hun grond hebben in het verzoeningswerk van Christus. Het is een heel rijk gedeelte. In de elf verzen vallen een aantal onderwerpen op waar we samen over willen nadenken: Zeven geschenken die voortvloeien uit de rechtvaardiging.
Dit is de eerste vrucht van de rechtvaardiging. Wij, dat wil zeggen Paulus en de gemeente te Rome, die dus gerechtvaardigd zijn door het geloof, hebben vrede met God door onze Here Jezus Christus. Het woord vrede heeft verschillende betekenissen:
Vrede betekent dat het conflict voorbij is. Door de zonde was de relatie tussen God en mensen verstoord. Alleen verzoening kon de vijandschap beëindigen. We weten al, dat God zichzelf van een zoenoffer heeft voorzien. Rechtvaardiging is niet alleen een kwestie van vergeving van zonden, maar het is ook de basis voor een zuivere relatie met God. Het eerste resultaat van de rechtvaardiging is dus: Vrede met God. Wat geeft dat een rust.
Volgens VERS 2 is dit ook een vrucht van de rechtvaardiging. Wanneer je b.v. Bill Clinton wilt beluisteren dan betaal je een hoge toegangsprijs. Toegang betekent: Het recht hebben om binnen te gaan. Hier betekent het dus: Het recht hebben om binnen te gaan in de tegenwoordigheid van God, die oneindig veel belangrijker is dan welke staatsman dan ook. God is heilig!
Ik moest hierbij even denken aan Mozes en de brandende braamstruik. De plaats waar hij stond was heilige grond. In het Oude Verbond kon alleen de priester tot God naderen, als voorschrift van de Wet van Mozes. Maar we weten dat de voorhang van de tempel scheurde, toen Jezus het verzoeningswerk aan het kruis had volbracht. Door Hem kunnen wij nu vrij tot God naderen. In de Hebreeënbrief wordt van Jezus gezegd, dat Hij de grote hogepriester is. Zie HEBREEËN 4:14-16.
“Daar wij nu een grote hogepriester hebben, die de hemelen is doorgegaan, Jezus, de Zoon van God, laten wij aan die belijdenis vasthouden. Want wij hebben geen hogepriester, die niet kan medevoelen met onze zwakheden, maar een, die in alle dingen op gelijke wijze als wij is verzocht geweest, doch zonder te zondigen. Laten wij daarom met vrijmoedigheid toegaan tot de troon der genade, opdat wij barmhartigheid ontvangen en genade vinden om hulp te verkrijgen te gelegener tijd”.
Is het niet een geweldig voorrecht om door Jezus Christus vrije toegang te hebben tot de genade van die heilige God die wij zelfs onze ABBA (pappa) mogen noemen.
Het gaat hier om een vast vertrouwen en een zekere verwachting. In HEBREEËN 11:1 staat:
“Het geloof nu, is de zekerheid der dingen die men hoopt, en het bewijs der dingen die men niet ziet”.
Het is niet de uitdrukking van een wens die wel of niet in vervulling kan gaan. Het gaat bij de rechtvaardiging om een afgerond werk. Christus heeft het volbracht. Deze hoop is een vrucht van de rechtvaardiging, die blijvend is voor een ieder die gelooft.
Waar denken we aan, bij onze hoop op de heerlijkheid van God? Lees OPENBARING 5:10-14.
“En Gij hebt hen voor onze God gemaakt tot een koninkrijk en tot priesters, en zij zullen als koningen heersen op de aarde. En ik zag, en ik hoorde een stem van vele engelen rondom de troon, en van de dieren en de oudsten; en hun getal was tienduizenden tienduizendtallen en duizenden duizendtallen, zeggende met luider stem: Het Lam, dat geslacht is, is waardig te ontvangen de macht en de rijkdom, en de wijsheid en de sterkte, en de eer en de heerlijkheid en de lof. En alle schepsel in de hemel en op de aarde en onder de aarde en op de zee en alles wat daarin is, hoorde ik zeggen: Hem, die op de troon gezeten is, en het Lam zij de lof en de eer en de heerlijkheid en de kracht tot in alle eeuwigheden. En de vier dieren zeiden: Amen. En de oudsten wierpen zich neder en aanbaden”.
Die heerlijkheid komt toe aan God en aan het Lam Gods en wij mogen delen in die heerlijkheid omdat wij in Christus zijn. Lees ook 1 THESSALONICENZEN 4:13-18. Wij zullen op Gods tijd met Christus verenigd worden, maar hebben nu al de geest van het zoonschap.
God kan soms nare dingen die ons overkomen gebruiken om tot Zijn doel te komen. De rechtvaardiging heeft zo’n invloed op ons, vanwege onze nieuwe relatie met God, dat verdrukking, in plaats van ons te verbitteren, ons doet roemen in de Heer. In 1 PETRUS 1:6-7 staat het zo:
“Verheugt u daarin, ook al wordt gij thans, indien het moet zijn, voor korte tijd door allerlei verzoekingen (beproevingen) bedroefd, opdat de echtheid van uw geloof, kostbaarder dan vergankelijk goud, dat door vuur beproefd wordt, tot lof en heerlijkheid en eer blijke te zijn bij de openbaring van Jezus Christus”.
De beproeving wordt tot lof en eer. De verdrukking, zegt Paulus, werkt volharding uit en de volharding beproefdheid. Als iemand regelmatig in moeilijkheden verkeert, dan bouwt hij kracht op om zich staande te houden. Als we als Christen in de verdrukking leven zal dat ook een louterende werking hebben op ons leven, want we worden steeds weer bepaald bij de inhoud van onze relatie met God. We leren ons realiseren dat ons leven alleen werkelijk waarde heeft als we ons helemaal toewijden aan Christus. Lees eens 1 PETRUS 4:12-14 NBV.
“Geliefde broeders en zusters, wees niet verbaasd over de vuurproef die u ondergaat; er overkomt u niets uitzonderlijks. Hoe meer u deel hebt aan Christus’ lijden, des te meer moet u zich verheugen, en des te uitbundiger zal uw vreugde zijn wanneer zijn luister geopenbaard wordt. Als u gehoond wordt omdat u de naam van Christus draagt, prijs u dan gelukkig, want dat betekent dat de Geest van God in al zijn luister op u rust”.
Hier staat, dat je wel blij mag zijn wanneer je voor Christus moet lijden, omdat de geest van de heerlijkheid en de Geest van God dan op je rust. Ik heb een heel concreet voorbeeld van een christen die ook een brief schreef aan de gemeente in Rome. Misschien heeft hij Paulus nog wel gekend. (Lees de brief van Ignatius van Antiochië. Zie de bijlage onderaan bij deze les).
De liefde van God is in ons uitgestort. Ik moest daarbij denken aan een groot net vol vissen, dat op het dek van een vissersschip wordt uitgestort. De liefde van God is overvloedig, maar ook springlevend. Het ligt niet als een steen op je maag, maar brengt je in beweging. Het vult je met blijdschap en het straalt van je af. De liefde wordt hier geschilderd als een gave van de Geest. Een gave die het hart van een mens verandert. Over de gave van de liefde lezen we ook in 1 CORINTHIËRS 13:1-3. Deze gave van de liefde, zegt Paulus in VERS 5, is een garantie, dat onze hoop niet beschaamd wordt, maar uitkomt.
Wat zijn de kenmerken van de gave van de liefde?
Lees 1 CORINTHIËRS 13:4-8. We kunnen soms zo in beslag genomen zijn door de bijzondere bedieningen van de heilige Geest, dat we geen oog meer hebben voor de belangrijkste gave die in alle gelovigen zonder onderscheid is uitgestort: de liefde.
Wanneer wij ons uitstrekken naar een opwekking, dan moeten we die niet in de eerste plaats zoeken in bijzondere uitingen van de Geest, maar in een vervulling met de liefde van God. Wanneer wij vervuld zijn met de liefde van God, dan mogen we ons vervolgens ook richten op andere gaven die God geeft om beter dienstbaar te kunnen zijn voor Zijn Koninkrijk. Lees 1 JOHANNES 4:7-16.
Het lijkt in dit gedeelte wel, dat de Heilige Geest enerzijds, en de liefde van God die in ons uitgestort is anderzijds, kanten zijn van de zelfde medaille. Misschien kunnen we wel stellen, dat de liefde van God de zichtbare openbaring is van de Geest die in ons woont. In JOHANNES 13:35 staat:
“Hieraan zullen allen weten, dat gij discipelen van Mij zijt, indien gij liefde hebt onder elkander”.
De heilige Geest wordt als een gave van God aan ons geschonken. Vanaf het moment dat iemand de verlossing in Christus ontvangt, mag hij er zeker van zijn, dat de heilige Geest in hem woont. In EFEZIËRS 1:13 staat dat wij, toen wij tot het geloof zijn gekomen, wij verzegeld zijn met de Heilige Geest “der belofte”, d.w.z. die ons beloofd was. “Verzegeld” wil zeggen: bevestigd, gewaarmerkt als Gods eigendom.
Waarschijnlijk heeft Paulus hier mede gedoeld op de doop in de Naam van Vader, Zoon en Heilige Geest. Door het symbool van de doop wordt een gelovige namelijk met Christus bekleed en heeft God Zijn stempel op zijn/haar leven gedrukt. Misschien voelen we niet altijd even sterk de aanwezigheid van de heilige Geest. Toch mogen we zeker weten, dat die in ons woont. Zo zeker, zegt Paulus, als de zekerheid dat Christus voor onze zonden is gestorven. De inwoning van de heilige Geest maakt ons lichaam tot een tempel! Zie 1 CORINTHIËRS 6:19.
Zie voor de duidelijkheid ook de vertaling van Het Boek. In VERS 6 wordt met zekerheid gesteld, dat Christus voor de goddelozen is gestorven. Zijn bloed heeft voor ons verzoening gebracht met God. In dit prachtige gedeelte laat Paulus zijn bewondering merken voor de geweldige liefde van God. Een liefde die zo groot is, dat Hij Zijn Zoon niet liet sterven voor rechtvaardige mensen, maar voor vijanden van God die Zijn toorn verdienden.
Wanneer Jezus zegt: ‘Hebt uw vijanden lief en doe wel de mensen die u haten’, dan is dat helemaal in de lijn met het handelen van God met de mensen. Als wij door de dood van Christus gerechtvaardigd zijn zullen wij door Hem behouden worden van de toorn - de vernietigende boosheid - van God.
Waren wij al verzoend door de dood van Christus, hoeveel te meer zullen we dat kunnen zijn doordat Jezus niet alleen is gestorven, maar ook is opgestaan en leeft. Nadat hij dit gezegd heeft maakt Paulus het nog wat meer persoonlijk. Hij prijst zich gelukkig, dat we niet alleen niet meer bang hoeven te zijn voor de toorn van God, maar dat Jezus Christus er voor gezorgd heeft, dat onze relatie met God is hersteld en dat het weer goed is tussen God en ons.
Het is niet alleen zo, dat God ons verdraagt, maar God verheugt zich in ons, zoals wij ons in God mogen verheugen.
Vragen:
Bijlage bij bijbelstudie Romeinen, les 8
Het martelaarschap.
Uit de brief van bisschop en martelaar Ignatius van Antiochië. Aan de gemeente in Rome.
Het beste dat u mij geven kunt, is dat ik aan God geofferd word, zolang er nog een altaar gereed staat, opdat u, in liefde een koor geworden, de Vader in Jezus Christus met gezangen kunt loven. Want God heeft de bisschop van Syrië waardig bevonden van de opgang naar de ondergang (van de zon) gestuurd te worden. Het is heerlijk van de wereld weg in God onder te gaan, opdat ik tot Hem moge opgaan…
Vraagt voor mij slechts de innerlijke en uiterlijke kracht om niet alleen te spreken maar ook te willen. Dan zal ik niet alleen christen genoemd worden. Maar het ook blijken te zijn. Als ik het blijk te zijn, kunnen ze me ook zo noemen. En dan kan ik trouw blijven als de wereld mij niet meer ziet.
In de zichtbare wereld is niets goed: Onze God, Jezus Christus, is pas een echt schitterend licht nu Hij bij de Vader is. Het christelijke geloof is geen zaak van overreding maar het imponeert wanneer het door de wereld wordt gehaat. Ik schrijf aan alle gemeenten en druk allen op het hart dat ik graag voor God sterf. Als u mij tenminste niet verhindert het te doen. Ik vermaan u: bewijst mij niet te vroeg een gunst! Laat mij toch voedsel voor de wilde dieren zijn! Daardoor kan ik tot God komen.
Ik
F. van den Werf.