Het nieuwe leven moet zichtbaar worden
“Jullie zijn met Christus uit de dood opgestaan. Verlang daarom naar de dingen die in de hemel zijn, waar Christus naast God op de troon zit. Geef de hemelse dingen de eerste plaats in je leven, en niet de aardse dingen. Want jullie zijn al dood wat de aardse dingen betreft. Jullie nieuwe leven is nu met Christus in God verborgen. We leven in Christus. Als Hij komt, zal ook te zien zijn dat jullie deel hebben aan zijn hemelse macht en majesteit” Kolossenzen 3:1-4*
Het is niet netjes dat ik het zeg en laat het vooral niet als een veroordeling klinken, maar ook kinderen van God leiden een dubbel leven. Tenminste, wanneer ik de tekst goed begrepen heb. Want hoe kunnen we hier nog leven als dit aardse leven voor dood is verklaard. Dan kan het niet anders dan dat we een dubbel leven leiden. Maar dit is toch veel te ingewikkeld voor ons. Hoe kun Je nu op aarde rondlopen met een dood leven, niet gericht zijn op de dingen van deze wereld en toch gericht zijn op de hemel.
Ik wist niet dat het ‘normale christelijke’ leven zo ingewikkeld zou zijn. Je kunt toch niet voortdurend met je hoofd in de hemel leven en dan maar hopen dat we er hier zonder kleerscheuren afkomen. Want iemand die zegt dat hij of zij met Jezus is opgestaan uit de doden, tja wat kun je daar nu van verwachten. Een super christen?
Hebben dergelijke gelovigen dan nog wel tijd om hier een normaal aards leven te leiden? Kijk, het met Christus uit de dood opstaan dat kan nu toch geen feit zijn? Dan kan het niet anders dat je hier en daar vals speelt met de regels van dit leven. Dan moet je stiekem toch een dubbel leven leiden. Voor het één ben je dood verklaard en voor het andere leef je eigenlijk al in de hemel.
Goed een leven leven met de hemel op aarde dat zouden we allemaal wel willen. Maar zo, zouden we ons kunnen afvragen, wanneer dit een Bijbels voltooide waarheid is hoe moeten we het dan verstaan? Kijk nu stuiten we toch op iets gemeenschappelijks, want we worstelen allemaal met keuzes maken die laten zien welke kant we opkijken. Omlaag of omhoog. En je kunt er na streven om zo zuiver te leven dat jij het onmogelijk acht dat je fouten maakt.
Om toch een goede kijk op deze gevoelige zaken te krijgen blijven er twee vragen over;
Welke richting?
Ik denk dat we hierin het antwoord zullen vinden. Het is die eeuwenoude strijd die we tot op de dag van vandaag niet uit eigen vermogen kunnen veranderen. Want wie heeft de grootste mond in ons dagelijks denken en doen? Juist, het verstand en de ziel. Want dat denken van ons is niet zo verankerd in het goede maar veel meer in het kwade. Wanneer je dit met jezelf eens kunt zijn kunnen de rollen omgedraaid worden.
Een zekere Paulus, worstelde hier ook mee, hij ontdekte in dit hele proces van ‘verstand en hart’ geen eenvoudige aangelegenheid is. Paulus is zo eerlijk om dit openlijk toe te geven en vat het als volgt samen;
Voelen we die spanning, de frustratie, het wel willen maar niet doen. Wijst dit op een macht die het voortdurend op ons gemunt heeft, die het goede steeds aan puin slaat in ons zo gevoelige en kwetsbare geloofsleven.
Maar Paulus zou Paulus niet zijn als hij niet met een goed argument komt voor dit probleem. En zo duidelijk mogelijk legt hij die strijd uit tussen ons zielse leven en ons hart. En lees het met grote aandacht.
“Als ik nu juist doe wat ik níet wil, dan komt dat niet door mijzelf, maar door het kwaad dat in mij zit. En zo gaat het altijd: als ik het goede wil doen, zorgt het kwaad in mij ervoor dat ik het slechte doe. Want met mijn geest en mijn verstand wil ik graag doen wat de wet van God vraagt. Maar mijn ‘ik’ strijdt tegen mijn verstand en wil andere dingen doen.
Zo word ik een gevangene van het kwaad dat in mij zit. Wat een vreselijke toestand!
Wie kan mij bevrijden van dit ‘ik’ waar het kwaad in woont dat mij doodt? Prijs God: Jezus Christus! Het zit dus zo: met mijn geest en mijn verstand wil ik graag gehoorzaam zijn aan de wet van God. Maar mijn ‘ik’ gehoorzaamt aan ‘de wet van het kwaad” Romeinen 7:19-25*.
Wat een verschrikkelijke conclusie, met heel mijn wezen mijn zit ik vast aan de wet van het kwaad. Hoe kom je hier nu uit? Of is het toch eenvoudiger ‘om de meerderheid in het kwade maar gewoon te volgen?’ De weg van de minste weerstand kan toch ook heel gelukzalig zijn, al is het maar voor tijdelijk. Als we allemaal dezelfde richting op gaan kan er toch niemand tegen ons zijn. Zo eenvoudig is het niet! De weg van de minste weerstand maakt ons niet gelukkig en geeft geen blijvend antwoord. Daarom moeten we nog even verder met dit persoonlijk zelfonderzoek.
Bevrijd uit de macht van het kwaad.
Zonder bevrijding kunnen we in dit proces nooit tot een overwinning komen. We zijn geneigd om te zeggen, zullen we God dan maar ongehoorzaam blijven want zolang Hij ons vergeeft hoeven wij toch niet te veranderen? Tja, maar hoe gaan we dan om met deze regel als ‘wet doet zonde kennen, en doet genade ons God kennen. Dit laat Paulus zien in de volgende verzen.
“Hoe zit het dan? Mogen we ongehoorzaam aan God blijven, zodat Hij ons meer kan vergeven? Nee, natuurlijk niet! Hoe zouden we op de oude manier verder kunnen leven? Ons oude, slechte ‘ik’ is toch dood? Want toen we in Jezus Christus werden gedoopt, werden we allemaal in zijn dood ondergedompeld. Zijn dood werd ook onze dood. Door de doop zijn we dus samen met Hem gestorven en begraven. En Christus werd na zijn dood weer levend gemaakt door de macht en majesteit van de Vader. Net zo zijn ook wij uit de dood teruggeroepen en levend gemaakt. We hebben een heel nieuw leven gekregen” Romeinen 6:1-4*
Dood en opgewekt met Christus
De keuze die wij gemaakt hebben om een kind van God te worden zal ons tegen al ons eigen onvermogen in veranderen naar hoe God ons ‘oorspronkelijk’ bedoeld had. Om dit duidelijk te maken, moeten we de woorden van Paulus goed in ons opnemen.
Het is onmogelijk om zonder Gods ingrijpen te veranderen naar zijn beeld en gelijkenis. Wie Gods ingrijpen aanvaardt, zal een goddelijke metamorfose ondergaan. Langzaam leren wij begrijpen wat het inhoud om Hem met ons hart te vertrouwen en Hem die plaats in ons leven te geven, waar Hij zo naar uitziet. (Denk even aan het verhaal van de verloren zoon).
We moeten begrijpen dat voor kinderen Gods veel meer in ons leven zal veranderen dan dat we nu kunnen begrijpen. Wat is er precies met ons gebeurd?
We zijn verhuisd vanuit deze verdorven duistere wereld en overgeplaatst in het Koninkrijk van Zijn genade.
“Over de hele wereld worden mensen door het goede nieuws veranderd. Ook jullie zijn aan het veranderen. Dat begon op de dag dat jullie het goede nieuws hoorden en werkelijk ontdekten hoe goed en liefdevol God is. Jullie hebben het goede nieuws gehoord van onze goede vriend en medewerker Epafras. Hij dient jullie als een trouwe dienaar van Christus. Hij heeft ons verteld hoeveel jullie door de Heilige Geest van elkaar houden” Kolossenzen 1:6-8*.
Op de dag dat het goede nieuws in ons leven kwam is de verandering, die persoonlijke vernieuwing in gang gezet. Zal ik nu eens op een rijtje zetten hoe de vernieuwing, het merkbare hemelse leven in jou en mij leven eruitziet?
Het begint met Gebed waarin Paulus vraagt of God ons veel wijsheid en geestelijk inzicht zal geven. En wat is dan de verandering? Wel nu valt alles als een puzzel op zijn plek. God wil ons leven herschikken, alles beter en zuiverder maken. Dat is geestelijk inzicht ontvangen in de chaos van ons aardse bestaan. Kies je ervoor om de Geest van God zijn werk te laten doen op basis van jouw persoonlijke gehoorzaamheid?
“Sinds we dat weten, blijven we dan ook aldoor voor jullie bidden. We vragen God dat Hij jullie veel wijsheid en geestelijk inzicht zal geven. Want daardoor zullen jullie duidelijk kunnen weten wat zijn wil is;
Zie Kolossenzen 1:9-14*.
Wat een bruikbare begrippen, daar kunnen we wat mee. En het uiteindelijke doel van dit alles noemen wij; ‘De wedergeboorte’ van de nieuwe mens in ons, die maakt dat wij hemelburgers zijn.
Met je hoofd in de wolken?
Nu we dit weten begrijpen we ook de tekst waar ik mee begon. Wij worden geroepen om ons uit te strekken naar wat boven is. Dat is toch wel een beetje leven met je hoofd in de wolken. Het woord heeft ons ook laten zien dat, ‘Wie streeft naar rijkdom en aanzien bij mensen, loopt het belangrijkste mis. Maar wie met God de Vader leeft en rekening met Hem houdt, heeft het niet nodig om door God op een voetstuk geplaatst te worden. Dan zal er een sterk verlangen groeien om meer en meer op Jezus te gaan lijken. Dan zal ons denken en doen met ons hart een steeds grotere rol in ons leven gaan spelen. Dan zal het Vaderhart van God de plaats zijn waar we ons steeds meer thuis zullen voelen.
Laten we ons inzetten om te gaan denken en handelen zoals de Here Jezus het ons heeft voorgedaan. Laten we onze aandacht daarom steeds meer richten op wat boven is op geestelijke zaken, op Jezus Christus Zelf.
Vgl. Hebreeën 12:2*
Elke keer als ik dit gedeelte lees ben ik me bewust dat geloven in Jezus de Christus een fundament is voor mijn totale wezen. Het ontroert me te weten en te ervaren dat Hij de dood verdroeg, er niet voor weg vluchtte maar het bewust onderging voor ons allemaal.
En hierin staan we niet alleen want er zijn ons zoveel kinderen van God voorgegaan. Zij hebben het geloof behouden en hun getuigenissen roepen ons als het ware op om hun voorbeeld te volgen en ook te volharden in ons geloof.
De schrijver moedigt de gelovigen aan om vol te houden en wil dat we naar die positieve getuigenissen blijven kijken. Het mogen voor ons gedenkplekken zijn waardoor we bemoedigd worden, om hun geloof te volgen. Wat kun je dan blij zijn dat de Bijbel deze gebeurtenissen ook noemt. Dat is de reden dat de schrijver van de Hebreeën brief ons het volgende laat weten
“Er is dus een grote groep van mensen die ons door hun voorbeeld aanmoedigen. Laten we daarom alles uit ons leven wegdoen wat onze omgang met God in de weg staat, en alles waarin we God ongehoorzaam zijn. Het is alsof we een hardloopwedstrijd lopen die voor ons is uitgezet. We moeten geduldig tot aan het einde doen wat God van ons vraagt.(....)
Dit willen ze zeggen omdat ze weten wat het hun gekost heeft. We kunnen lezen over hun offers en dan is het niet meer nodig om te weten wie je vijand is, dat is alles en iedereen die de godverloochening met hand en tand verdedigen. En ze hebben hun geweten overladen met alles wat God verboden had. Dan is hun gedrag in overeenstemming met waar de satan hen toe aanzet.
“Ze zijn doodgegooid met stenen, gemarteld, doorgezaagd, onthoofd. Ze hebben rondgezworven in schapenvachten en geitenvellen, hebben honger en dorst geleden, zijn vervolgd en mishandeld. Maar het deed hun niets. Ze hebben rondgetrokken in woestijnen, bergen, kloven en grotten” Hebreeën 11:37-38*.
Als jullie daaraan denken, niet even op de zondag, maar heel aandachtig, dan krijg je hier door weer nieuwe energie. Dan zullen we niet moe worden en het niet opgeven om te doen wat God van ons verwacht. Laten we daarom leren om ons leven richting Hem te buigen zodat er meer ruimte ontstaat voor het Hemelse leven in ons. Ons leven hoeft niet zo nodig rond dit aardse leven te draaien, want dan komen we bedrogen uit. Stel je vertrouwen op de Heer je God, dat moeten we maar goed onthouden. Daar putten we onze kracht uit want:
“Jullie zijn met Christus uit de dood opgestaan. Verlang daarom naar de dingen die in de hemel zijn, waar Christus naast God op de troon zit. Geef de hemelse dingen de eerste plaats in je leven, en niet de aardse dingen. Want jullie zijn al dood wat de aardse dingen betreft. Jullie nieuwe leven is nu met Christus in God verborgen. We leven in Christus.
Als Hij komt, zal ook te zien zijn dat jullie deel hebben aan Zijn hemelse macht en majesteit” Kolossenzen 3:1-4*
Tot slot nog twee bemoedigingen, weliswaar voor het Joodse volk bedoelt, maar nu we samen in Jezus Christus tot één volk samen worden ‘geroepen’, mogen we ook delen in die mooie bemoedigingen.
“Jullie hebben gezien wat ik met de Egyptenaren heb gedaan. Jullie hebben gezien hoe ik voor jullie heb gezorgd. Ik heb jullie gedragen zoals een arend zijn jongen op zijn vleugels draagt. Zo heb ik jullie naar mij toe gebracht” Exodus 19:4*.
“en ik blijf jullie dragen totdat jullie oud en grijs geworden zijn. Want ik ben altijd dezelfde en ik verander niet. Ik heb jullie gedragen en ik zal jullie blijven dragen. Ik zal jullie optillen, dragen en redden. Met wie willen jullie mij vergelijken? Ben ik wel met iemand te vergelijken? Is er iemand zoals ik”? Jesaja 46:4-5*
Ik wens je een fijne dag, Fred IJzerman.
Heb je vragen of maakt deze studie je blij, je mag het ons laten weten.