De Grootheid Van God.

In 1646 kwamen een aantal theologen in Londen bijeen om een geloofsbelijdenis te schrijven. Ze waren van mening dat eerst de vraag beantwoord moest worden: “Wie is God”. Maar hoe meer ze hier over nadachten, kon niemand van hen hier een passend antwoord op geven. Elke poging daartoe werd door de anderen van tafel geveegd omdat het niet voldoende uitdrukking gaf aan wie God is. Na veel gedebatteerd te hebben ontdekten ze dat ze niet goed bezig waren.

Maar hoe dan verder?

Na wijs beraad, besloot men dat iemand uit hun midden die taak op zich moest nemen en men koos voor de man die het langst in dienst van de Kerk was. Aan hem werd deze verheven taak opgedragen. Na goedkeuring en nog een paar afspraken aanvaarde die broeder zijn taak. Maar niet zonder met elkaar gebeden te hebben, zo was de uitdrukkelijke wens van deze broeder. Dat was een teken van geestelijke rijpheid. Neerknielende begon men eerst met een eigen verootmoediging voor God om het menselijke hart ontvankelijk te laten worden, om de Woorden des Heren in een hart van overgave, te verstaan.

In overgave verstaan we beter

Zo lagen de voorgangers op hun knieën en wachten wie het gebed zou beginnen. Nee, dat was niet die broeder met een lange staat van dienst. Hij wilde wel, maar twijfelde wanneer zijn mond de woorden wilden vormen die hij in gedachten had. Na een tijd van ‘nieuwe stilte’, sprak die jongste broeder, die pas was  toegetreden tot hun groep. Deze voorganger, zo bleek, had geen enkele schroom om zijn gebed onder de aandacht van zijn collega’s te brengen. Zijn gebed klonk zo helder en zijn woorden waren zo mooi gekozen er heerste een serene stilte.

De woorden van zijn gebed waren deze:

‘Almachtige God, Gij die Vader, Zoon en Geest zijt, en oneindig, eeuwig en onveranderlijk in Uw Wezen, U bent alle Wijsheid, alle Macht, alle Heiligheid, alle Gerechtigheid, alle Goedheid en alle Waarheid, Amen’.

Het bleef nog een tijdje heel stil.

Je kon merken dat de heilige Geest aan het werk was. Niemand nam de moeite om het gebed van deze broeder aan te vullen. Zijn gebed was dus het enige wat hardop was uitgesproken en men verwonderde zich hierover, want, zo zeiden ze, ‘Nu hebben wij gevonden om weer te geven, ‘Hoe God is’.

Geen menselijke zeggingskracht

Niet de zeggingskracht die je bij de volwassen voorganger mag verwachten had hier de juiste woorden gesproken. Maar de spontaniteit en overgave van een voorganger die gebruikt wilde worden door de heilige Geest. Zijn uitgesproken gebed bevatte juist die woorden die volledig uitdrukking gaven aan de vraag: ‘Wie is God’. Dat was de beste omschrijving die aanvaard kon worden als onderdeel van de Kerkelijke Geloofsbelijdenis.

Hoe ontwikkelde dit nu verder?

Het was van het allergrootste belang om deze geloofsbelijdenis overal door te geven, zodat de Kerk eenzelfde gezicht zou hebben als het ging om de vraag, wie is God. Jammer maar waar, er werden bezwaren ontwikkeld, niet uit de kring van ongelovigen maar juist uit de kring der gelovigen. Dus ontstonden er meningsverschillen binnen de gevestigde kerkmuren. Elke keer werd het ‘Godsbewijs’ ter discussie gesteld. En met al dit gesleutel brokkelde het steeds een klein stukje af. Men probeerde tussen alle bezwaren door dat God ‘De Eeuwige is’ staande te houden.

God is onafhankelijk, heel het universum is door Zijn wil tot stand gekomen. Wij hoeven God niet te bewijzen Hij bewijst Zichzelf door de natuur heen.

Want uit de schepping is;

“Gods eeuwige kracht en goddelijkheid te zien in de natuur. Dat is altijd al zo geweest, vanaf het moment dat de aarde werd gemaakt. Maar ze wíllen God niet kennen. Daarom hebben ze geen excuus dat ze God niet dienen.

  • Ze hadden God dus kunnen kennen door naar de natuur te kijken.
  • Maar tóch hebben ze Hem niet de eer gegeven waar Hij recht op heeft.
  • Ze zijn Hem niet dankbaar geweest.
  • Ze hebben voor alles liever hun eigen verklaring gezocht.
  • Zo is het donker geworden in hun onverstandige hart.
  • Ze vinden zichzelf wel heel wijs en verstandig, maar ze zijn juist dwaas.
  • Want ze hebben de macht en majesteit van de onsterfelijke God niet willen aanbidden.
  • In plaats daarvan hebben ze beelden gemaakt van sterfelijke mensen of dieren en die als goden aanbeden.
  • Daarom gaf God hen in de macht van hun eigen slechte gedachten.
  • Daardoor gingen ze ook heel verkeerde dingen met hun lichaam doen

Zie: Romeinen 1:20-24 BB.

Wat denken wij te bereiken met een eigen godsbeeld?

Zouden wij God willen bewijzen, het is tijdverspilling en lokt alleen maar meer foute discussie uit. Daar kreeg Paulus en zijn collega’s herhaaldelijk mee te maken. En dat rapporteert hij dan ook netjes om ons te helpen om dit na te laten.

Maar doen wij dit ook?

De kerkgeschiedenis getuigt van een grote ramp op dit gebied. Hoeveel kerkscheuringen zijn er al geweest, te veel, veel te veel!! Laten wij niet dezelfde fouten maken door te leven vanuit een eigen gecreëerd godsbesef.

“Want ik ben bang

dat ik, als ik bij u kom, u niet zo zal vinden als ik  graag zou willen. Mijn optreden zal u dan ook ongewenst voorkomen. Ik  ben bang haat en nijd onder u te vinden (woede-uitbarstingen, rivaliteit,  achterbaksheid, roddel en hoogmoed) kortom: een grote verwarring. Ik ben bang dat God mij zal vernederen door de situatie die ik bij u zal  aantreffen. Dat ik bedroefd moet zijn als er nog velen zijn, die gewoon  blijven zondigen en zich niet afkeren van hun onreinheid, hoererij en  losbandigheid” 2 Corinthiërs 12:20-21 BB.

Drie keer lezen we dat Paulus zegt; “Ik ben Bang”. We weten dat hij niet op zijn mond was gevallen, hij weet zich altijd heel goed uit te drukken. Maar dat hij bang was richt zich op de schande en schade die sommigen over zichzelf en de kerk af roepen. Hun houding werd niet meer langs de maat van Gods Grootheid gelegd. Dat was bij hen al weg gediscussieerd door slimme verleidings-predikanten. 

  • “Er zullen ook mensen komen die andere dingen aan de broeders en zusters leren dan ik hun geleerd heb. Dat zijn trotse en eigenwijze mensen.
  • Zij willen zich niet houden aan de gezonde woorden van onze Heer Jezus Christus. Ze houden zich niet aan de manier waarop we God moeten dienen.
  • Ze hebben er niets van begrepen. (…) Blijf bij zulke mensen uit de buurt” 1 Timotheüs 6:3-5 BB.

Paulus wil dat wij bij zulke mensen wegblijven, zodat we niet vergiftigd kunnen raken door hun verdwaal-technieken. Voor alle duidelijkheid de vijand van God komt ons aanvallen om ons Godsbeeld, onze relatie met Jezus op grond van Zijn vergoten bloed, en het werk van de heiige Geest, kapot te maken. Daar heeft hij een heel leger gespecialiseerde verleiders voor klaarstaan. Denk aan de vele wereldgodsdiensten maar ook kleine groepen die denken dat zij de waarheid rechtstreeks van God hebben ontvangen. Zo zijn er zelfs gemeenten die hun voorgangers selecteren op grond van wat zij willen geloven c.q. horen.

“Want er komt een tijd dat de mensen niet meer naar de waarheid willen luisteren, maar leraars zoeken die hun vertellen wat zij graag willen horen” 2 Timotheüs 4:3 HB.

Want er komt een tijd, zegt Timotheüs en daar zitten wij nu midden in. Daar kunnen we ons maar beter op voorbereiden, zodat wij weten hoe we hun moeten antwoorden. Maar wel de discussies vermijden leert de bijbel ons. Zodra we hierin meegaan begeven we ons op glad ijs. Je moet ze zelfs niet bij je binnen laten:

“Als er mensen bij jullie komen die jullie andere dingen leren, moeten jullie hen niet binnenlaten. Ga niet met hen om. Want als jullie met hen omgaan, doen jullie eigenlijk met hen mee. Dan zijn jullie net zo schuldig als zij” 2 Johannes 1:10 BB.

Deze broeder wist waar hij over schreef. Want de Joden en allerlei splintergroeperingen waren toen al zeer actief en bedreven om pasbekeerden het jonge geloof in de kiem te smoren. Er bestond toen ook veel verwarring en juist hiervoor wil Paulus ons waarschuwen om die aloude geloofsbelijdenis niet te loochenen. Want dit is ontzettend kostbaar, omdat God hiervoor Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, om ons van de zonde-dood te bevrijden. Zie Johannes 3:16 en vers 36.

Dat kan niemand ongedaan maken geen enkele godsdienst. Maar wat ze wel kunnen is ons aan het twijfelen brengen, zodat wij in hun web gevangen komen te zitten. Dan kunnen ze net als een spin dit doet ons langzaam maar zeker leeg  zuigen. Laten we juist in deze moeilijke (Corona) tijd, ons heil bij Hem zoeken, Die ook ons Heil is.

"Lieve broeders en zusters, toen ik bij jullie was, gehoorzaamden jullie mij in alles wat ik zei. Nu ik niet bij jullie ben, wil ik dat jullie dat nog veel méér doen. Blijf ook nu met diep ontzag voor God je best doen om zó te leven als past bij mensen die bij God horen” Filippenzen 2:12 BB.

Wie diep ontzag voor God standaard in zijn of haar ‘Geloofs-rugzak’ heeft zitten, zal niet zo gemakkelijk ten val komen. Maar ja wat doen wij met al deze waarschuwingen? Ja ik weet het, het is een strijd om tegenwoordig voor je geloof uit te komen. De satan vindt het niet erg dat je in welke wereldgodsdienst dan ook gelooft. Maar zo gauw als je zegt in Jezus Christus te geloven, dan struikelt de hele wereld over je heen. Dan wordt je beschimpt en dat gebeurt steeds openlijker en gewelddadiger. Maar mijn vraag is;

‘Wat hebben we te verliezen en wat hebben wij gewonnen.’

Tussen verliezen en winnen daar woedt de strijd. Paulus laat ons dit weten:

"laät je leiden

“door de Geest en niet door je 'ik.' Want wat het 'ik' wil, is precies het tegenovergestelde van wat de Geest wil. En wat de Geest wil, is precies het tegenovergestelde van wat het 'ik' wil. Jullie moeten dus niet doen wat je maar wil” Galaten 5:16b-17 BB.

Dit vers beslaat het gehele geloofsleven dat lezen we duidelijk in de context. Maar wanneer we van Jezus zijn, gekocht en betaald met Zijn eigen bloed, en dit offer aanvaard hebben, dan mag jij je afvragen van wie ben ik nu van Hem of van mijzelf? En geloof me, dit is belangrijker dan je denk, want wij kunnen zomaar in een of andere ‘Geloofscrisis’ terecht komen. Hier weet ikzelf alles van, ook ik leer door schade en schande. Ik ken mijn eigen ziek zijn met al de strijd die hiermee gemoeid is maar al te goed. Maar telkens kom ik weer uit bij mijn geloofsbelijdenis en kan ik daardoor weer herstellen en er mij aan vasthouden.

Wanneer ik dit alles met jullie overzie dan kom ik tot deze conclusie en lees ik deze woorden van Paulus om ons gezamenlijk geloof scherp te houden:

“Omdat God zo goed en vriendelijk is, heeft Hij jullie geroepen om bij Jezus te horen. Maar ik ben er verbaasd over, dat jullie je al zo gauw bij Hem hebben laten wegtrekken. Want jullie zijn ander 'goed nieuws' gaan geloven. Maar er ís helemaal geen ander goed nieuws! Mensen die jullie dat wijsmaken, zijn bedriegers. Ze verdraaien het goede nieuws van Christus.**  Hun 'goede nieuws' is anders dan het goede nieuws dat wij jullie al hebben verteld. Maar luister goed: mensen die dat doen, zijn vervloekt! Zelfs als ík dat zou doen, of een engel uit de hemel. Ik zeg het nóg een keer: als iemand jullie 'goed nieuws' komt brengen dat anders is dan het goede nieuws dat jullie al hebben gekregen, dan is hij vervloekt! Probeer ik met mijn boodschap mensen te plezieren, of God te plezieren? Probeer ik het mensen naar de zin te maken? Nee. Als ik zou proberen om mensen te plezieren, zou ik geen echte dienaar van Jezus zijn.*** Want het goede nieuws dat ik breng, broeders en zusters, is niet door mijzelf bedacht. Ik heb het ook niet van andere mensen gekregen of van mensen geleerd. Maar Jezus Christus Zelf heeft het mij verteld” Galaten 1:6-12 BB

(** Het goede nieuws is dat de mensen door Jezus gered kunnen worden. Maar deze mensen leerden de christenen dat alleen in Jezus geloven niet genoeg was om gered te worden. Ze zeiden dat ze zich óók aan de wet van Mozes moesten houden. Maar dat was niet wat Paulus de mensen geleerd had).

 (***Het lijkt er op dat er mensen waren die Paulus ervan beschuldigden dat hij probeerde bepaalde mensen te plezieren. Maar met zijn uitspraken in vers 8 en 9 wil hij laten zien dat dat niet waar is. In vers 10 zegt hij eigenlijk: "Iemand die zulke dingen zegt, probeert toch niet om mensen te plezieren?") 

“Ik ben verbaasd dat u mijn woorden zo vlug naast u hebt neergelegd”. Het zo snel Gods woord naast je neerleggen had zeker te maken met de invloeden en aanvallen van de afgodendienst. Maar daar konden zij en wij net zo min, niet achter verschuilen. Er blijft altijd de eigen verantwoordelijkheid over. Want in hoeverre waren zij gegroeid in hun geloof in Jezus Christus? Hoe was een toewijding aan de grootheid van God? Hiermee staat of valt veel, ook in ons leven. Geloven is een werkwoord en daar willen we niet de juiste hoeveelheid tijd voor vrijmaken. Dan zijn wij makkelijke prooien voor dat, ‘Anders denken’, waar Paulus het over heeft. Zo is er die strijd van buiten, de valse goden, en die strijd van binnen, ‘De toewijding in woord en gebed en de leiding van de heilige Geest’.

Geen strijd omdat wij God kennen

Ga nu niet denken dat je zover zult komen dat je hier op aarde nooit meer aangevallen zult worden door deze twee valkuilen. Dat zou geweldig zijn maar onmogelijk, want we blijven met heel ons wezen verbonden aan de ‘Gevallen Schepping”. Ik leg het wel eens zo uit; We staan met een been in het Paradijs, of de hemel, maar met de rest van ons wezen leven wij weliswaar bevrijd van de zonde, maar nog steeds verbonden met deze gevallen schepping. Onze bestemming is zeker we gaan richting het hemelse leven. Daar kunnen we nu al blij over zijn, maar daarnaast, Mijn dierbare vrienden;

“U bent altijd gehoorzaam geweest. Wees het niet alleen wanneer ik aanwezig ben, maar ook en des te meer nu ik afwezig ben. Werk aan uw heil in diep ontzag voor God” Filippenzen 2:12 GNB.

Met diep Ontzag voor God = Aarzelen om iets fout te doen, uit vrees voor schade. Maar we kunnen het ook zien als: Vereren, eerbied hebben, met eerbied of eerbiedige gehoorzaamheid behandelen.

Ontzag voor iemand hebben wil dus niet zeggen dat je bang voor deze Persoon moet zijn.

“Wie zal jullie kwaad doen, als jullie je best doen om goed te doen? Maar zelfs als mensen jullie slecht behandelen omdat jullie doen wat God wil, dan zal dat toch heerlijk voor jullie zijn.

  • Wees niet bang als de mensen jullie bedreigen.
  • Laat je niet afschrikken.
  • Vertrouw met je hele hart op de Heer God.
  • Wees altijd bereid om aan iedereen die er meer over wil weten, te vertellen over de zekerheid die jullie hebben.
  • Maar doe dat wel vriendelijk en met respect.
  • Zorg dat jullie een zuiver geweten hebben.

Want dan zullen de mensen die slechte dingen over jullie leven met Christus zeggen, voor schut komen te staan” 1 Petrus 3:13-16 BB.

"Wanneer we zo in het leven staan tegenover God en Mensen, dan is daar ontzagrespect en toewijding. Deze begrippen zijn werkwoorden die ons nooit zonder loon achter laten. Want God is een beloner en: “Wie tot God komt, moet geloven dat Hij bestaat en beloont wie Hem zoeken” Hebreeën 11:6b.

Wie tot God komt, zal Hem ook dienen door zijn of haar geloof. Dan laat je zien dat Hij bestaat en DAT beloont God. Dit is een proces van persoonlijke groei want de tekst eindigt met; “Wie Hem zoeken”.

Wie Hem zoeken

Dat is de sleutel om te groeien in je geloof. Die groei zal de mate van je toewijding laten zien. Dat verschil zien we onmiddellijk terug als wij in problemen komen en het niet eens kunnen zijn met de situatie zoals die dan is. Dan kunnen we zover komen dat ons geloof zomaar voor de helft kan kelderen. Maar wie de Grootheid van God heeft leren kennen én belijden zal weer terugkeren tot Hem.  

Groeien in het kennen

Zullen wij de maat van Gods Grootheid in elk stadium van ons leven ooit kunnen bevatten? Hier op aarde niet want daar schiet ons voorstellingsvermogen helemaal in te kort. Wat wij ook ontdekken of schrijven het zal altijd onvoldoende zijn om Gods wezen te omschrijven. We kunnen dit niet uitdrukken met ons menselijk brein, daarvoor zijn wij te ver bij God vandaan komen te staan. Adam en Eva hebben voor mijn gevoel dit wel gekund, ze ontmoeten God heel vaak in de avondkoelte zegt Genesis 3:8.

Ineens was de mens bevreesd voor God, daarvoor dus niet. Toen was het heel gewoon om God te ontmoeten. Wij kunnen ons dit niet voorstellen maar de eerste mens met zijn vrouw die kenden dit. Hoe erg hebben ze het ervaren toen God Zich van hen losmaakte? Dat gaat veel dieper dan welke scheiding ook die wij in onze menselijke relaties kunnen of moeten ondergaan.

De zondeval heeft een scheiding veroorzaakt waardoor wij heel veel verloren zijn van ons ‘Godsbegrip’. Een poging om aan te tonen dat wij dit niet op aarde hersteld zullen zien, maakt het volgende verhaaltje heel duidelijk.  

Ga naar het strand en neem zoveel mogelijk vrienden en geïnteresseerden mee. Laat een ieder emmers en grote scheppen meenemen. Ga met de helft van de mensen op het strand een groot gat graven en laat de andere helft van de mensen het gat vol water gooien. Zou het hen lukken om de zee leeg te scheppen?. Nee, natuurlijk niet dit is onbegonnen werk. Het zal duidelijk zijn dat zelfs na jaren graven niets bereikt is. Dat dit verloren tijd zal zijn is wel heel duidelijk.

Wij mensen proberen God te begrijpen, in ‘onze leer’ te verpakken of met regels en voorschriften, ons dichter bij God te brengen. we zullen er niet veel mee opschieten. Want hoeveel van de grootheid van ‘Gods wezen’, zou  er Passen in tien gelovigen? Of in honderd of duizend, of een miljoen?

Ik denk wel eens het enige wat wij van God in ons hart en verstand kunnen opslaan is Zijn liefde en vergeving over onze begane zonden. Wij kunnen Hem wel dienen met, “Alles wat in ons is”. En daar verlangt God ook naar. Zie Lukas 10:27

"Maar, alles wat In Hém is zal later aan ons geopenbaard worden.

“Kijk eens hoe ontzettend veel de Vader van ons houdt: Hij noemt ons 'kinderen van God.' De mensen die niet geloven, begrijpen ons niet. Dat komt omdat ze Hem niet kennen. Lieve broeders en zusters, nu zijn we kinderen van God.

  • En we kunnen ons nog niet voorstellen
  • Hoe het later allemaal zal zijn
  • Maar we weten dit: als Hij komt
  • Zullen we zijn zoals Hij
  • Dan zullen we Hem zien zoals Hij werkelijk is

Als je Hem verwacht, ga je op een zuivere manier leven, net zoals Hij Zelf zuiver is”

Zie; 1 Johannes 3:1-3 BB.  

Zullen we dan gelijksoortig aan God’s wezen zijn, nee, want wij zullen God niet zien. Wat God van Zichzelf laat zien, zijn werken, die wij met ons verstand kunnen waarnemen. Uit Gods Daden kunnen we zien dat Hij bestaat. Dat zien we zowel in het O.T. als in het N.T.  

“Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, die aan de boezem des Vaders is, die heeft Hem doen kennen” Johannes 1:18 NBG.

Wat wel waar is wij zullen Jezus zien gelijk Hij is. Dat is ‘lijkend op’. Ook op de toekomstige nieuwe hemel en aarde, zullen wij verheerlijkt zijn, maar niet een deel van God Zelf zijn. Wat een heerlijke toekomst wacht er op ons, dan zullen we de ‘Tegenwoordigheid’ van Gods wezen door Jezus volmaakt ervaren. Want we zijn gelijk aan Jezus, wat een herenigging, kijk daar word ik nu ontzettend blij van.

Maar

Zolang we hier leven zullen we nooit in staat zijn om de diepten Gods te doorgronden. Zouden we dit wel kunnen na onze wedergeboorte, dan kunnen we hier niet leven want dan zijn we het aardse leven helemaal ontgroeid. Dan passen we niet meer in het systeem van de gevallen schepping. Maar we blijven deel uitmaken van de gevallen schepping en hebben Gods Aanwezigheid in ons leven nodig om werkelijk te kunnen leven

Door de Liefde en Vergeving van God te aanvaarden zijn we wel op geestelijk niveau met de Hemel verbonden. Door de Liefde en vergeving door Jezus bloed te blijven praktiseren houden we onze relatie met God de Vader in stand. Het is dus wel noodzakelijk om dit in ons doen en laten terug te zien. Zouden we toch weer vervallen in het doen van zonden, dan is er altijd weer Die Weg terug te vinden door het volbrachte werk van Jezus Gods Zoon.

Want hoe ons leven ook zal verlopen er is bij God Altijd vergeving. Zie Psalm 130:4. Gods vergeving zal altijd een weg zoeken naar het hart van de mensen. We hoeven dus nooit te wanhopen ook al vallen we voor de zonde, God zal ons zeker helpen om ons hiervan te bevrijden op grond van Zijn Liefde en Vergeving. God laat altijd eerst Zijn Liefde en dan de Vergeving zien. Want uit Liefde voor de gehele mensheid toont God altijd eerst Zijn Liefde en dan toont Hij Zijn Daden.

“Want God houdt zoveel van de mensen, dat Hij zijn enige Zoon aan hen heeft gegeven. Iedereen die in Hem gelooft, zal niet verloren gaan, maar zal het eeuwige leven hebben” Johannes 3:16 BB.

Luther heeft eens gezegd: ‘Het is Gods natuur,

  • Dat Hij uit niets iets maakt
  • Daarom, wie nog niets is
  • Uit hem kan God nog iets maken

Zullen we God blijven danken dat wij door de belijdenis van ons geloof:

“Hem aldoor prijzen. Onze woorden van dankbaarheid en van geloof zijn ons offer aan Hem in wie wij geloven. Verder brengen we Hem offers door vriendelijk, gul en goed te zijn voor andere mensen. Dat zijn offers waar God blij mee is. Hebreeën 13:15-16

Voor u geschreven: Fred IJzerman

Datum gemaakt: 22-9-2020
Versie: 3
  • Waardering
  • Hoeveel sterren geeft u dit artikel?