Verlossing

Studie 4

In deze les willen we stil staan bij het onderwerp ‘Verlossing’. Je persoonlijke beslissing om Jezus als je Heer te erkennen, is de allerbelangrijkste keuze die je ooit in je leven hebt kunnen maken. Maar begrijp je hier ook alles van? Weet je wat er met je gebeurde toen je Gods verlossing door Jezus aanvaarde? En hoe ziet nu je relatie met God eruit? In deze studie willen we het één en ander uitleggen over dit onderwerp, zodat je gaat begrijpen hoe dit je relatie met God beïnvloeden zal.

Inhoud:

  • Inleiding
  • Twee geestelijke families
  • Het rijk van satan
  • Het rijk van God
  • Wat is nu je relatie met God.
  • Tot slot

Inleiding

In onze samenleving komt het nog wel eens voor dat families met elkaar overhoop liggen. Niets aan de hand, dat komt in de beste families voor. Er zijn oorlogen in het groot en in het klein. Maar in sommige van die families komen langdurige vetes voor. De ene familie bestrijdt de ander met alle gevolgen van dien. En dat kan zo uit de hand lopen dat het van de ene generatie naar de ander gaat. Deze cirkel kan alleen maar doorbroken worden wanneer iemand de keuze maakt om te gaan praten, en verzoening te brengen in de één of andere vorm.

Goed dit is de wereld, maar dit voorbeeld is ook van toepassing voor de strijd die er gaande is tussen goed en kwaad. Tussen licht en duisternis. Tussen gelovigen en ongelovigen. Tussen kerken onderling en hierdoor weer in families. Om dit wat beter te begrijpen moeten we gaan zien dat we onze wereld in slechts twee families kunnen opdelen. Dat is Gods koninkrijk en het rijk van de satan. Die twee werelden zijn sinds de zondeval in oorlog met elkaar. Tegen deze achtergrond moeten we deze les zien. En rond die twee families heeft zich al eeuwenlang een vreselijke, onmenselijke strijd afgespeeld.

Maar Jezus heeft toch een einde gemaakt aan deze strijd? Dat is gedeeltelijk waar. Je kunt vrede met God hebben, door het offer van Jezus, maar toch leef je nog in oorlogsgebied. Deze wereld is door de zondeval, tijdelijk in handen van het rijk der duisternis. Zie MATTHÉÜS 4:1-11. En die strijd is nog niet gestreden. Jezus heeft dan wel afgerekend met de satan door hem te overwinnen door het kruis van Golgotha, maar toch heeft en houdt hij onze wereld nog stevig in zijn greep. Kijk maar om je heen. Twee groepen mensen die het absoluut niet met elkaar kunnen vinden.

Verbind u niet aan mensen die niet van de Here houden. Wat hebben recht en slecht met elkaar te maken? Of licht en donker? Wat voor overeenkomst is er tussen Christus en de duivel? En wat voor gemeenschappelijks heeft een gelovige met iemand die niets van Christus wil weten? Wat voor eenheid kan er bestaan tussen Gods tempel en die van de valse goden? Ja, wij zijn de tempel van de levende God, Die heeft gezegd: “Ik zal bij hen wonen en bij hen zijn. Ik zal hun God zijn en zij zullen mijn volk zijn.” Daarom heeft de Here ook gezegd dat wij niet meer moeten omgaan met mensen, die niets van Hem willen weten; wij moeten ons van hen afkeren en ons niet met hun onreinheid inlaten” 2 CORINTHIËRS 6:14-17 HB.

Voor studieDEUTERONOMIUM 7:3, 22:10; EFEZIËRS 5:6-7; 1 JOHANNES 1:6-7.

Duidelijker kan het niet gezegd worden. God wil niet dat we vaste relaties aangaan met iemand die niets van Hem wil weten. Want dat kan onze toewijding aan God verzwakken. Het wil niet zeggen dat we niet mogen omgaan met ongelovigen, want hoe zouden we dan een voorbeeld voor hen kunnen zijn in woord en daad? Hoe zouden we anders hun de liefde van Jezus kunnen laten zien? Waar Paulus hier voor waarschuwt is, dat we geen compromissen sluiten met mensen in de persoonlijke en de zakelijke sfeer. Die kunnen ons dan immers dwingen om ons aan te passen aan hun manier van leven? Zo moeten we leren om onze belangen niet te vermengen met wat God niet behaagd.

Uit dit tekst gedeelte blijkt heel duidelijk dat er twee groepen van mensen bestaan, gelovigen en ongelovigen. En met gelovigen wil de Bijbel hier zeggen, dat dit mensen zijn die Jezus Christus als hun Heer aanvaard hebben, en hierdoor verlost zijn uit deze wereld.

Voor studie - KOLOSSENZEN 1:13-14; HEBREEËN 9:12; 1 CORINTHIËRS 1:30.

Twee geestelijke families

In een gesprek wat Jezus had met de Farizeeën maakte Hij een scherpe opmerking door te zeggen:

“Wie niet met mij is, is tegen mij, en wie niet met mij samenbrengt, drijft uiteenMATTHÉÜS 12:30.

Wie denkt om neutraal te blijven of om een middenweg te bewandelen heeft het mis. Jezus is heel duidelijk, ‘of je volgt Mij, en biedt weerstand aan satan, of je volgt de duivel en dan ben je tegen Mij’. Met dit beeld maakt Jezus duidelijk dat er een strijd is tussen het Koninkrijk van God en dat van de satan. Wie niet strijd voor de goede zaak, zegt Jezus, moet beschouwd worden als een vijand. In het tweede gedeelte van de tekst zegt Jezus: “en wie niet met mij samenbrengt, drijft uiteen”. Het ‘samenbrengen’ vergt een goede samenwerking tussen de gelovigen onderling. En wie in Gods koninkrijk niet let op de aanwijzingen van de Herder, zal bedoeld of onbedoeld, het bereiken van Gods doel tegenwerken.

Het is belangrijk te weten dat Jezus zelf een scheiding maakt tussen gelovig en ongelovig. Dit doet Hij niet om ons tegen elkaar op te zetten maar om aan te tonen dat we gered, verlost moeten worden uit het rijk van satan. Dan worden we overgeplaatst naar het koninkrijk van God. Uit dit gegeven blijkt dus dat we kunnen spreken over twee geestelijke families. Het één noemen we, ‘het rijk van satan’ het andere, ‘het rijk van God’.

Het rijk van satan

Voor studie - MATTHÉÜS 4:1-11; HANDELINGEN 28:18; HEBREEËN 2:14-18. KOLOSSENZEN 1:13-14.

Deze Bijbelgedeelten geven een duidelijk inzicht dat er twee machten zijn die werkzaam zijn in onze wereld. Het toont ook aan dat de satan wel degelijk macht heeft over de gevallen schepping. En hij wil dit ten koste van alles in zijn macht houden. Hiervoor ging hij ook de strijd aan met Jezus in de woestijn om Hem aan zich te binden. En de satan wist dat wanneer Jezus hem zou aanbidden, dat Jezus nooit meer de macht zou hebben om de zonde te overwinnen en ons vrij te kopen uit de macht van de satan. Maar Jezus heeft zich beroepen op het woord van God. Zo heeft Hij ons gered uit een, opstandig koninkrijk, om Koning Jezus te kunnen dienen.

Er is een onderscheid te maken tussen de woonplaats en het werkterrein van de satan. Wanneer we spreken over het ‘rijk van satan’, dan bedoel ik het werkterrein, onze wereld. Dit is het gebied waar hij kan heersen in mensen die hem aanbidden en tegen God gekozen hebben. De uiteindelijke woonplaats van satan zal de hel zijn. In het boek Openbaring lees je hier meer over.

Het klinkt natuurlijk wel een beetje raar wanneer ik zeg dat je tot het rijk van satan kunt behoren. Maar, ik kan niet om de feiten heen. Hierboven hebben we gezien dat het Jezus is die ons dit zegt. Dit doet Hij niet om ons te veroordelen, maar om ons te laten zien dat we een keuze moeten maken. Óf je dient het rijk van satan, óf je dient het koninkrijk van God, een tussenweg bestaat niet. Je kunt niet neutraal blijven in die wereldomvattende strijd. Het gaat hier immers om de strijd tussen goed en kwaad. Tussen God en de satan? Wie voor het kwade kiest, kiest voor een eeuwige scheiding tussen zichzelf en God. Wie Jezus Christus verwerpt als Persoonlijk verlosser, kiest voor het rijk van de satan. Dat is wat de Bijbel leert.

In JOHANNES 8 is Jezus in gesprek met de Joden over het feit wie Hij is. Je moet het maar eens lezen de VERZEN 21-59. Op zich heel boeiend en leerzaam. Daar geeft Jezus een onthulling over wie de Joden tot vader hebben. Laten we een paar verzen bekijken.

Als God uw Vader was, zei Jezus tegen hen, ‘zou u mij liefhebben, want ik ben bij God vandaan gekomen toen ik hiernaartoe kwam. Ik ben niet namens mezelf gekomen, maar hij heeft mij gezonden. Waarom begrijpt u niet wat ik zeg? Omdat u mijn woorden niet kunt aanhoren. Uw vader is de duivel, en u doet maar al te graag wat uw vader wil. Hij is vanaf het begin een moordenaar geweest. Hij hoort niet bij de waarheid, omdat er geen waarheid in hem is. Wanneer hij liegt, spreekt hij zoals hij is: een aartsleugenaar, de vader van de leugen” JOHANNES 8:42-44.

Voor studieJOHANNES 1:14; 3:16; 5:43; 16:27; GALATEN 4;4-7; 1 JOHANNES 1:4; 3:8.

Hier maakt Jezus een belangrijk onderscheid wat iedereen kan begrijpen. Haarscherp geeft Hij aan wie je vader is. De geestelijke leiders noemden zich zonen van God omdat ze van geboorte kinderen van Abraham waren. En Abraham was de stamvader van het Joodse volk en daarom waren ze van mening dat God hun vader was. Maar uit hun daden blijkt iets heel anders en daar wijst Jezus hen zo treffend op. Jezus noemt hen helemaal geen kinderen van God, integendeel. Uit hun geloof, bleek dat ze niet deden wat God wilde. Dus waren ze zonen van satan die onder zijn leiding leefden. Want echte zonen van Abraham zouden nooit dat doen wat zij deden. Je lidmaatschap van welke kerk dan ook maakt je nog geen echt kind van God, daar moet iets meer voor gebeuren. Dat is wat Jezus zegt; ‘Degene aan wie je gehoorzaam bent, die is je echte vader.

De geestelijke leiders konden niet begrijpen wat Jezus zei, erger nog ze konden het zelfs niet verdragen. En uiteindelijk wilden ze Hem stenigen. Hun koppigheid, hun trots en hoogmoed waren de ingrediënten die satan goed kon gebruiken, om te voorkomen dat ze in de verlosser gingen geloven. Daarom zei Jezus ook, “uw vader is de duivel”, want dat bleek duidelijk uit hun daden. En het is diep bedroevend, dat hun haat tegen dé Waarheid, tegen Jezus, moorddadige bedoelingen in hen naar boven bracht. Dit laat zien dat satan wel degelijk macht kan hebben over de mensen van toen én van nu. Want nog steeds voert satan een wereldwijde campagne tegen hen die Jezus als hun verlosser hebben aangenomen. En ten koste van alles wil hij ook voorkomen dat jij gaat geloven in de Zoon van God.

Hoe kom je nu in het rijk van satan? Je wordt lid van een familie door geboorte. Dat is ons allemaal overkomen, de één is daar gelukkig mee de ander niet. Maar hoe je het ook ondervindt het feit blijft dat je door geboorte opgenomen wordt in een familie. De Bijbel geeft ons informatie wat we van nature zijn. Iedereen heeft een vader maar uiteindelijk stammen we allemaal af van Adam. En de Bijbel laat zien dat de afstammelingen van Adam het beeld dragen van ‘een gevallen’ mens. Lees GENESIS 3-5 dan krijg je hierover meer informatie.

Onze zondige natuur hebben we geërfd van Adam. En dat is medebepalend voor het feit hoe we in het rijk van satan terecht zijn gekomen. Dat is dus door onze natuurlijke geboorte. Het karakter van de ‘gevallen mens’ is van generatie op generatie door de natuurlijke geboorte doorgegeven. Jij en ik hebben daar dus deel aan, dat zit in je genen.

“Samengevat is het zo: Door de schuld van één mens, Adam, is de zonde in de wereld gekomen en de dood is het logische gevolg van de zonde. De dood breidde zich uit naar alle mensen, want zij zondigden allemaal” ROMEINEN 5:12 HB.

Voor studieGENESIS 2:16-17; EZECHIËL 18:4; ROMEINEN 6:23; 1 CORINTHIËRS 15:21-22; 50-58. 

Nu kan ik me voorstellen dat je zegt, ‘hoe kan ik nu schuldig zijn aan iets wat iemand anders eeuwen geleden gedaan heeft’? Het is toch niet eerlijk dat God ons mede verantwoordelijk houd aan de zonden van Adam? Dit zijn vragen die mij ook bezig hebben gehouden, maar het antwoord hierop vond ik in mijn eigen zonde probleem. Want ik ontdekte dat ik niet anders was dan die eerste mens Adam. Want dagelijks moet ik constateren dat mijn ‘innerlijke mens’ geneigd is tot alle kwaad. Hierdoor moet ik toegeven dat ik niet anders ben. De rebellie en hoogmoed zijn zaken die me grondig deden beseffen dat ik in Adam mede verantwoordelijk ben en hierdoor schuldig sta tegenover God.

Paulus wil in dit vers de universele heerschappij van de dood benadrukken. We moeten hier de zonde niet alleen zien als zonde van de mens, maar meer als ‘een macht’, die regeert over mensen. En die macht maakt ons tot zondeslaven. Zie ROMEINEN 6:6; 12-22. We zijn van nature zondaars omdat we leven in een gevallen schepping die geregeerd wordt door satan. En zolang hij ons in zijn greep kan houden leveren wij een collectieve bijdragen aan de zondelast van de mensheid. Gezamenlijk staan wij schuldig tegenover God en dragen Zijn oordeel met ons mee.

“Maar wie niet in hem gelooft is al veroordeeld, omdat hij niet wilde geloven in de naam van Gods enige Zoon” JOHANNES 3:18.

Ik heb al eerder genoemd dat God zijn Zoon niet zond om ons te veroordelen maar ons van het oordeel te bevrijden. Daarmee lost Hij het zondeprobleem niet op, maar wel onze ondergang tengevolge ván ons zondeprobleem. Wie niet gelooft zegt Johannes is al veroordeeld. En ons ongeloof vormt hiervoor de centrale spil. Op grond daarvan blijft het oordeel bestaan. Een oordeel dat sinds de zondeval in de wereld was gekomen. En om ons hiervan te bevrijden gaf God Zijn Zoon. Dus onze verlossing uit het rijk van satan kan vandaag een feit zijn. Beslissend is of je Jezus wil aannemen als je Redder. Die keuze is aan ons.

Het rijk van God

We kunnen vaststellen dat hier op aarde zich twee rijken aan het ontwikkelen zijn. Het eerste daar hebben we net wat van gezien. Het tweede rijk waar we naar willen kijken is het rijk van God. Dit rijk wat zich ontwikkelt en bestaat uit wedergeboren christenen, zal uiteindelijk de nieuwe aarde van God bevolken. Dat is een leef situatie die je kunt vergelijken met het Paradijs uit GENESIS 1-2, waar Adam en Eva leefden in volkomen harmonie met God.

Omdat we nu leven in een gevallen schepping, zullen we een keuze moeten maken wie we zullen dienen. Dat is dé mogelijkheid om aan deze gevallen schepping te ontkomen. Het komt dus niet vanzelf goed. We kunnen geen twee heren dienen, dat wil zeggen, ‘ons aan twee heren geven’. Jezus zegt er dit over in een gesprek met Zijn leerlingen over wat of wie je kunt bezitten.

Niemand kan twee heren dienen: hij zal de eerste haten en de tweede liefhebben, of hij zal juist toegewijd zijn aan de ene en de andere verachten. Jullie kunnen niet God dienen én de mammonMATTHÉÜS 6:24.

Er bestaat slecht één manier van dienen. Je kunt al je tijd geven om geld te verdienen en daarmee de tijd verdringen om je af te vragen wíe je hiermee dient. Dat Jezus hier de mammon noemt als heer die je kunt dienen geeft aan dat de mens buiten Jezus om altijd op zoek is naar bezit. Want bezit, geld en goederen, is immers macht? Maar dan wel een macht waarmee je God niet kunt behagen of dienen. Jozua een leider van Israël, liet het volk ook uitspreken wie ze wilden dienen. Hij zegt; ‘besluit dan vandaag nog wie je wilt dienen’. God, die zich als betrouwbaar had bewezen in zijn daden of de plaatselijke afgoden.

“Maar als u de HERE niet wilt gehoorzamen, besluit dan vandaag nog wie u wel wilt gehoorzamen. Zullen dat de goden van uw voorouders aan de overzijde van de Eufraat zijn of de goden van de Amorieten in dit land? Maar ik en mijn gezin, wij zullen de HERE dienenJOZUA 24:15 HB.

Wat kiest Jozua? Precies, hij liet zich niet leiden door de keuze van anderen en deed God een belofte. Hiermee was hij een voorbeeld voor zijn volk. Dit maken van keuzes staat in de hele Bijbel centraal. Het is de enige manier om God te behagen, in Zijn aanwezigheid te komen en om voor altijd met Hem in zijn Rijk te leven. Onze keuze is dan ook van levensbelang voor nu én later.

Wie hem wel ontvingen en in zijn naam geloven, heeft hij het voorrecht gegeven om kinderen van God te worden. Zij zijn niet op natuurlijke wijze geboren, niet uit lichamelijk verlangen of uit de wil van een man, maar uit GodJOHANNES 1:12-13.

Voor studieROMEINEN 8:14-17;29; 1 PETRUS 1:23; 1 JOHANNES 3:1;23.

Dit vers laat duidelijk zien hoe je Gods rijk binnen kunt komen, door de ‘geestelijke geboorte’ uit God. Dus niet naar de wil van een aards persoon, maar je wordt uit God geboren. God is dan je Vader die van je houdt. Door deze geboorte ga je van binnenuit veranderen. Zo zijn er twee geboortes de natuurlijke, uit je aardse ouders, en de geestelijke, uit God de Vader. Zo kun je dus ‘geestelijk levend’ gemaakt worden en een plaats krijgen in Gods gezin. Maar dit alles wordt je niet opgedrongen en is én blijft je eigen keuze.

Het zien van Gods Koninkrijk kan alleen door wedergeboorte. Jezus zegt er dit over:

“Waarachtig, ik verzeker u: alleen wie opnieuw wordt geboren, kan het koninkrijk van God zien” JOHANNES 3:3. 

Gods koninkrijk is heel persoonlijk, het is niet nationaal bepaald. En de voorwaarden om er binnen te komen zijn voor een ieder gelijk. Het kan alleen door persoonlijke bekering en geestelijke geboorte. Zo is dat Koninkrijk van God al lang geleden begonnen in de harten van Jezus’ Discipelen. En het zal voltooid worden bij de wederkomst van Jezus om de wereld te oordelen. Wat is het geweldig dat we de resultaten van die nieuwe geboorte nu al met ons mogen meedragen. Dit komt omdat wij een ‘goddelijke natuur’ hebben gekregen. Petrus omschrijft dit als volgt:

“Zijn goddelijke macht heeft ons alles geschonken wat nodig is voor een vroom leven, door de kennis van hem die ons geroepen heeft door zijn majesteit en wonderbaarlijke kracht. Hiermee zijn ons kostbare, rijke beloften gedaan, opdat u zou ontkomen aan het verderf dat de wereld beheerst als gevolg van de begeerte, en opdat u deel zou krijgen aan de goddelijke natuur2 PETRUS 1:3-4.

Hoe rijk die beloften zijn is bijna niet in woorden uit te drukken. Omdat dit alles te maken heeft met de overwinning van Jezus over het rijk der duisternis. Hij heeft elke macht overwonnen zodat wij een ‘eerbiedwaardig een godsvruchtig’ leven kunnen leiden. Door die beloften hebben wij deel aan de ‘goddelijke natuur’ zegt Petrus. En de rijkdom, de kracht van die beloften zit dus in het feit dat wij er deelgenoten van zijn geworden. Dit is een geweldige bemoediging. Met het deel hebben aan de goddelijke natuur, moeten we niet denken aan de vergoddelijking van ons als persoon, maar aan de nieuwe verbondenheid met God zelf. Want alleen hierdoor zijn we in staat om gemeenschap met God te hebben.

Voor studie - JOHANNES 1:12; ROMEINEN 5;5; GALATEN 4:6-7; 1 JOHANNES 1:3; 3:1-2.

Alleen door die ‘kostbare beloften’, hebben we deel aan die goddelijke natuur, aan heiligheid, aan gerechtigheid en liefde. Dat zijn zaken die horen bij het rijk van God. Maar dan moet jezelf wel ontkomen zijn, verlost zijn, uit het rijk van satan. Een Bijbel gedeelte wat hier mooi bij aansluit is:

“En wij allen spiegelen met ongesluierd gelaat de heerlijkheid des Heren terug, en worden zelfs steeds heerlijker in zijn beeld herschapen, zoals dit door ‘s Heren Geest geschiedt” 2 CORINTHIËRS 3:18 P. CANISIUS V.T.

Dat is het resultaat van je nieuwe geboorte, we worden in God ‘herschapen’, tot mensen die Zijn heerlijkheid weerspiegelen. Hierdoor veranderen wij stap voor stap, en laten we steeds meer zien van Gods karakter in ons. En deze ervaring zal steeds intensiever worden naarmate wij langer met God wandelen. Hoe meer we met God leven des te groter de mate van verandering.

Voor studie - ROMEINEN 8:29; GALATEN 4:19B; FILIPPENZEN 3:21.

De zekerheid van je redding, het leven in Gods rijk, heeft alles te maken met je keuze om Jezus aan te nemen in je leven. En dan geeft de Bijbel je de zekerheid dat je deel hebt aan het ‘eeuwige leven’.

“Waarachtig, ik verzeker u: wie gelooft, heeft eeuwig levenJOHANNES 6:47.

“Wie in de Zoon gelooft heeft eeuwig leven, wie de Zoon niet wil gehoorzamen zal dat leven niet kennen; integendeel, Gods toorn blijft op hem rusten” JOHANNES 3:36.

“Wie de Zoon heeft, heeft het leven. Wie de Zoon van God niet heeft, heeft het leven niet” 1 JOHANNES 5:12.

Onze keuze maakt dat we in geestelijk opzicht een tempel van God zijn. Dat is de plaats waar God wil wonen.

“Of weet u niet dat uw lichaam een tempel is van de heilige Geest, die in u woont en die u ontvangen hebt van God, en weet u niet dat u niet van uzelf bent? U bent gekocht en betaald, dus bewijs God eer met uw lichaam” 1 CORINTHIËRS 6:19-20.

Voor studieROMEINEN 14:7-8; 2 CORINTHIËRS 6;16; 1 PETRUS 1:17-19.

Zelf te bepalen wat je met je leven doet geeft nooit het gevoel van écht vrij te zijn. Je loopt altijd tegen dingen aan die je niet had willen doen en waar je spijt van krijgt of hebt. Wanneer je christen bent, woont de heilige Geest in ons, je leven is niet langer óns bezit. Dus is het logisch dat je leeft tot eer van God. Dat je dingen doet die overeenkomen met het rijk waar je nu deel van bent. En de perfectie van dit nieuwe leven is prachtig samengevat in deze tekst:

“Daarom ook is iemand die één met Christus is, een nieuwe schepping. Het oude is voorbij, het nieuwe is gekomen. Dit alles is het werk van God. Hij heeft ons door Christus met zich verzoend en ons de verkondiging daarover toevertrouwd2 CORINTHIËRS 5:17-18.

In Christus ben je innerlijk een ‘gloednieuw’ mens geworden. Vanaf dat moment ben je nooit meer dezelfde. Je oude leven wordt niet ‘omgeschoold’ en je krijgt ook geen ‘heropvoeding’. Nee, je innerlijke mens is fonkelnieuw en, “wordt van dag tot dag vernieuwd”. Zie 2 CORINTHIËRS 4:16. De Bijbel leert ons om ons te concentreren op die nieuwe mens, op die innerlijke kracht van God. Op het herscheppende werk van Gods geest in ons.

Wat is nu je relatie met God

In de eerste plaats is God je hemelse Vader, houd dit altijd voor ogen, wat er ook gebeurt. God kent ons niet langer als zondaren maar als Zijn kinderen. En zo spreekt Hij ons ook toe:

Kinderen, ik schrijf u dit opdat u niet zondigt. Mocht een van u echter toch zondigen, dan hebben wij een pleitbezorger bij de Vader: Jezus Christus, de rechtvaardige. Hij is het die verzoening brengt voor onze zonden, en niet alleen voor die van ons, maar voor de zonden van de hele wereld. 1 JOHANNES 2:1-2.

Dat God met ons omgaat als Zijn kinderen mag blijken uit hóe Hij als Vader is.

Een Vader:

  • Zorgt voor ons - 1 PETRUS 5:7.
  • Beschermd ons - MATTHÉÜS 18:6.
  • Geeft overvloed - FILIPPENZEN 4:19.
  • Leidt en leert ons - JOHANNES 14:26.
  • Helpt zijn kinderen - PSALM 46:2.
  • Bemoedigt ons – FILIPPENZEN 4:13.
  • Tuchtigt zijn kinderen - HEBREEËN 12:5-11.
  • Voedt ons op - MATTHÉÜS 4:4.
  • Heeft een plan voor ons - ROMEINEN 8:28-29.

God de Vader zal ons nooit onnodig iets aan doen, alleen uit liefde zal Hij dingen doen die ons helpen te groeien en ons tot volwassenheid te leiden. Dit zal altijd op een volmaakte wijze gebeuren, want God maakt nooit fouten wanneer Hij ons opvoedt. Lees maar wat er in MATTHÉÜS 7:11 staat:

“Als jullie dus, ook al zijn jullie slecht, je kinderen al goede gaven schenken, hoeveel te meer zal jullie Vader in de hemel dan het goede geven aan wie hem daarom vragen”.

Jezus zal ons altijd leiden naar het hart van God de Vader. En God is niet te vergelijken met een aardse vader. Aan Hem kunnen we al onze vragen voorleggen. Hij begrijpt ons, Hij zorgt voor ons en troost ons.

Tot slot

Wanneer je Jezus hebt aangenomen heb je twee naturen, een natuurlijke én een geestelijke natuur. De natuurlijke, is je zondige van Adam geërfde natuur. Je nieuwe persoonlijkheid is Gods perfecte natuur geopenbaard door de heilige Geest in ons. Die twee naturen zijn dus, zolang je hier op aarde leeft, in je aanwezig. En welke natuur je zal leiden, die zal je ook het meeste voeden. Lees dit maar eens na in, KOLOSSENZEN 3:5-10; 2 CORINTHIËRS 4:14-18 EN GALATEN 5:13-26.

Pas bekeerde mensen vragen zich meestal af of ze nog zullen zondigen. Het antwoord is helaas, ja, want je hebt nog steeds je oude van Adam geërfde natuur. En wanneer ik zondig verlies ik dan mijn redding? Nee, het bloed van Jezus reinigt ons van alle zonden wanneer we die belijden. Maar God tuchtigt ons wel zodat we betere zonen en dochters van Hem worden. Zie SPREUKEN 28:13; 1 JOHANNES 1:6-10; HEBREEËN 12:5-11.

Wil je reageren met vragen of met een nood voel je vrij en stuur ons een E-mail.

Ik wens je Gods zegen

Datum gemaakt: 15-10-2018
Versie: 2
  • Waardering
  • Hoeveel sterren geeft u dit artikel?