Hoofdstuk 1

Van droefheid naar blijdschap

Inhoud:

  • Onze inzet
  • Echte blijdschap?
  • Te gemakzuchtig
  • Vernieuwing
  • Onze eerst liefde

“Laten we opmerkzaam blijven en elkaar ertoe aansporen lief te hebben en goed te doen. (…) Zorg ervoor dat niemand zich de genade van God laat ontgaan, dat er geen giftige kiem opschiet die onrust veroorzaakt en met zijn bitterheid velen besmet” HEBREEËN 10:24 en 12:15.

Onze inzet

Wanneer er problemen in een gemeente zijn, wat vaak veroorzaakt wordt door zondig gedrag, dan moet er worden ingegrepen. En dat is voor de verantwoordelijke leiders een onprettige en meestal een ondankbare taak! Het vraagt ontzettend veel van hen. Veel zorgen, verdriet, de juiste aandacht en aanpak. Maar ook veel tijd en gebed én sterke zenuwen zijn nodig. En het kan je behoorlijk ontmoedigen, wanneer je met al je inzet onder ogen moet zien, dit is een verloren slag. Want laat ik maar eerlijk zijn, het is moeilijk om te moeten toezien als mensen voor de kerk bedanken. Mensen die niet willen luisteren of voor enig reden vatbaar zijn. Die het niet kunnen verdragen dat je ze terechtwijst. Of die alleen maar hun eigen gelijk willen! Dit voelt als een amputatie, als iets, wat zonder verdoving van je afgenomen wordt.

Echte blijdschap?

Als de zonde of de zondaar niet op de juiste wijze wordt aangepakt, dan zal er nog wel wat blijdschap overblijven in de gemeente maar, dat is dan wel een blijdschap waarvan je op den duur toch kramp in je kaken aan overhoud. Je bent dan een huis waar de muren worden afgebroken. Dan kan iedereen zijn gang gaan en zullen de gemeente leden opgroeien zonder voldoende bescherming. Bovendien zul je bij anderen een bewustzijn ontwikkelen van, ik kan mijn eigen gang ook wel gaan. Met als gevolg dat het aspect van zonde belijden en vergeving vragen behoorlijk op de tocht komt te staan. De tolerantie neemt toe en langzamerhand ontstaat er een vervlakking waar geloofsbeleving alleen nog maar traditionele kenmerken vertoont. En de gemeente leiding zal zichzelf ongeloof waardig maken. Een waarschuwing die we zeker ter harte moeten nemen lezen we in HOSEA 4:9.Ik zal volk en priesters over één kam scheren: ik zal hun wangedrag bestraffen, hun misdaden zal ik vergelden”.

Te gemakzuchtig

Waarom groeien sommige gemeenten niet in aantal of kennis? En waarom zijn er zoveel scheuringen? Omdat we te toegeeflijk of te gemakzuchtig zijn geworden? O ja, we willen niemand kwijtraken, op zich een goed streven, maar dat is niet altijd te verdedigen. We kunnen niet alles door de vingers zien. En met aangepaste theologische onderbouwde verklaringen komen we er ook niet. We kunnen niet nét doen of alles goed gaat. Gods woord zegt: “Span je in om voor God te staan als iemand die betrouwbaar is. Zorg dat je je niet voor je werk hoeft te schamen en verkondig regelrecht de waarheid. Luister niet naar zinloos en leeg gezwets, want het voert steeds verder van God weg2 TIMÓTHEÜS 2:15-16.

Meestal zijn we er ons wel van bewust dat er moet worden ingegrepen. Maar we doen het niet. Waarom niet? Heeft de moedeloosheid zich meester van ons gemaakt? Laten we daarom de dingen op zijn beloop? Zijn we bang om sommigen kwijt te raken? Maar; “Als de HEER het huis niet bouwt”, door wíe wordt er dan gebouwd? Zwoegen we dan niet te vergeefs? Zie PSALM127:1. Is het verwonderlijk dat veel kerken lijken op monumenten van ‘verdwenen glorie’? Op een huis dat door de ongelovigen allang als ‘onbewoonbaar’ is verklaard?

Vernieuwing

We bespeuren gelukkig ook andere signalen. De kerk is weer in beweging. Leiders trekken lering uit wat fout is gegaan. Er ontstaat weer nieuw leven in gemeenten en kerken. Diensten worden weer goed bezocht. Mensen zijn op zoek naar geestelijk houvast. Wat geweldig dat Gods Geest door gaat en dwars door muren van ‘leer en lauwheid’ heen breekt. Ook wereldwijd zien we die ontwikkeling. Gods reddingsoperatie gaat door. Dat is niet tegen te houden. Overal kunnen we vormen van opwekking zien. Er ontstaan nieuwe gemeenten waar het getuigenis van Jezus Christus weer gepredikt wordt. En er is een groeiend besef van, ‘Heer reinig ons hart en redt ons land’. Er zijn veel mensen die zich inzetten om het morele verval in stad en land tegen te gaan, God zij dank!

Het verhaal uit NEHEMIA 8 is een prachtig voorbeeld, hoe de mensen weer gingen luisteren en hun hart openden voor het woord des Heren. Ezra las voor uit: “het boek der wet, en hij loofde de Here en heel het volk antwoordde met de handen omhoog: Amen, Amen. En zij knielden en bogen zich voor de Here neder met het gelaat ter aarde” VERS 6-7 NBG. Het volk werd zich bewust dat het gefaald had. Dat ze God de rug hadden toegekeerd. Dat ze hun eigen wegen waren gegaan. En ze trokken lering uit het verleden, uit hun nederlagen! En God riep hen op om blij te zijn. Waarom, omdat erkentenis van zonde altijd vreugde veroorzaakt. Zo wil God het, waar schuld erkent en beleden wordt daar komt weer ruimte om blij te zijn. Je krijgt dan weer het gevoel en de zekerheid verlost te zijn van een ‘zware last’.

Een mens voelt zich niet vrij als het leven beheerst wordt door zonde en allerlei ellende. Daarom zei Nehemia, “Wees stil, dit is een heilige dag, wees dus niet bedroefd. Toen ging iedereen eten en drinken. Ze deelden alles met elkaar en maakten er een groot en vrolijk feest van. Ze hadden begrepen wat hun was verteldVERS 11-12. En hoe die opwekking verder ging, wel lees het zelf maar. Het is een prachtig verhaal, maar ook een waarschuwing om Gods woord weer centraal te stellen in onze samenkomsten. Want het is Gods verlangen om mensen te vernieuwen, te herstellen, te reinigen en te vullen met Zijn Geest!

Onze eerst liefde

Je te kunnen verheugen in God is alleen mogelijk wanneer we God gaan gehoorzamen! Maar échte vreugde is en blijft een ‘kwetsbaar artikel’ ook in het koninkrijk van God. Er zal aan gewerkt moeten worden om de blijdschap des Heren in de gemeente te kunnen beleven. Het heeft alles te maken met, “onze eerste liefde”. Zie OPENBARING 2:4. Johannes legt de vinger op de juiste plaats als hij het in zijn brieven heeft over; eerlijkheid, reinheid, gerechtigheid, in het licht wandelen en heiligheid. En het doel hiervan is: “om onze vreugde volkomen te maken1 JOHANNES 1:4. Blijdschap moet de basis zijn voor onze samenkomsten. Blijdschap in de gemeente kent twee kanten. In de eerste plaats is het een kenmerk van hoe onze relatie met God is en in de tweede plaats heeft het een gezonde uitstraling en aantrekkingskracht op onze omgeving. Paulus schrijft ons: “Laat de Heer uw vreugde blijven; ik zeg u nogmaals: wees altijd verheugd. Laat iedereen u kennen als vriendelijke mensen. De Heer is nabij. Wees over niets bezorgd, maar vraag God wat u nodig hebt en dank hem in al uw gebeden. Dan zal de vrede van God, die alle verstand te boven gaat, uw hart en gedachten in Christus Jezus bewaren” FILIPPENZEN 4:4-7. Onze samenkomst beleving mag een ‘feest des Heren zijn’. We mogen blij zijn als we elkaar ontmoeten en ons verheugen om te horen wat een ieder in zijn relatie met God beleefd!

Paulus schrijft aan de Corinthiërs: “Ik heb geen spijt dat ik u met mijn brief verdriet heb gedaan, al had ik dat eerst wel. Dat verdriet heeft gelukkig niet lang geduurd. Nu ben ik blij dat ik die brief heb gestuurd, niet omdat ik u er verdriet mee heb gedaan, maar omdat u zich daardoor tot God hebt gewend. Het verdriet dat u voelde, was zoals God wilde. Daardoor hoef ik u straks niet nog eens pijn te doen. Soms gebruikt God verdriet om een radicale omkeer in ons leven te laten komen en ons te redden. Maar verdriet op zich, dat niet tot een omkeer leidt, heeft een dodelijke uitwerking. U ziet hoe dit verdriet, dat volgens Gods wil over u kwam, verandering heeft teweeggebracht. U kwam niet alleen tot een serieus inzicht, maar ook tot verontschuldiging en verontwaardiging over de situatie. U werd bang en verlangde naar een oplossing. U pakte het probleem aan en loste het op door de man te straffen, die de zonde had begaan. U hebt in alles laten zien dat u zuiver voor God wilt staan. Ik heb dat allemaal geschreven, opdat de Here u zou laten zien hoeveel u eigenlijk om ons geeft. Het was me daar veel meer om begonnen dan om de man die het kwaad had gedaan of om degene die daarvan de dupe was” 2 CORINTHIËRS 7:8-12 HB.

Paulus vindt het niet jammer dat hij de gemeente flink had aangepakt. We weten dat hij, en zeker als het om de zonde gaat, zeer duidelijke taal spreekt, maar wel met een bewogen en pastoraal hart! Lees maar wat hij er zelf over zegt. “Toen ik u schreef was ik terneergeslagen en bedrukt en stonden de tranen in mijn ogen. Ik wilde u geen pijn doen, maar u laten weten hoezeer ik u liefheb” 2 CORINTHIËRS 2:4. “Wees daarom waakzaam en vergeet niet hoe ik ieder van u drie jaar lang dag en nacht onder tranen steeds weer raad heb gegeven” HANDELINGEN 20:31.

Als we verlangen dat onze samenkomsten plaatsen zijn waar de vreugde des Heren een centrale plaats inneemt, dan moeten we bereid zijn om alles wat die vreugde aantast op te ruimen. Paulus’ advies is zeer duidelijk: “Over de buitenstaanders zal God oordelen. Maar binnen de gemeente geldt: ‘Verwijder wie kwaad doet uit uw midden” 1 CORINTHIËRS 5:13. 

Gemeente tucht, het omzien naar elkaar, is een moeilijke taak, maar als de ander luistert dan gaat het van, droefheid tot blijdschap. “Broeders en zusters, als een van u afdwaalt van de waarheid en een ander laat hem daarheen terugkeren, dan mag hij weten: wie een zondaar van het dwaal spoor terugbrengt, redt hem van de dood en wist tal van zonden uit” JACOBUS 5:20. Het verhaal van de verloren zoon is hier een prachtig voorbeeld van.  De vader was blij, “want mijn zoon hier was dood en is weer levend geworden”. En wat doet die vader, hij geeft opdracht om een ‘groot feest’ te vieren. Zie LUCAS15. Het is een verrukkelijke heen wijzing dat we allemaal door de ‘Grote Koning’ zijn uitgenodigd tot Zijn bruiloftsfeest. Laten we daarom acht op elkaar geven zodat niemand de genade van God kwijt raakt. Zie HEBREEËN 10:24 en 12:15.

Ik wens je Gods zegen

Datum gemaakt: 1-1-2013
Versie: 1
  • Waardering
  • Hoeveel sterren geeft u dit artikel?