Wees eens eerlijk voor jezelf. Misschien is deze studie wel een kans van God om je leven weer op de rails te krijgen. Want God houdt van je, oneindig veel. Al is je leven nog zo vastgelopen Jezus wil en kan het weer los trekken. Hoe? Als je naar Hem toegaat, zal Hij je de weg wijzen. Dat weet ik uit eigen ervaring. Misschien hangt er wel een bord in je geestelijke kamer met de woorden erop: ‘U bent een strenge God, en ik ben bang voor U’. Dat is logisch. Wie bang voor God is vindt Hem ook streng. En wie Hem streng vindt is ook bang voor Hem. Dat is een soort kringloop waar jezelf niet uitkomt. Daar heb je Jezus en Zijn verlossings werk voor nodig. Als je Hem toelaat in je leven dan zal Hij je zegenen en je leven zal nooit meer hetzelfde zijn.
Inhoud:
Inleiding
Lezen:
“Zijn meester zei: “Voortreffelijk, je bent een goede dienaar. Omdat je betrouwbaar bent geweest in iets zeer gerings verleen ik je het bestuur over tien steden” LUCAS 19:17.
“Tot slot vraag ik u: Wees allen eensgezind, leef met elkaar mee, heb elkaar lief als broeders en zusters, wees barmhartig en bereid de minste te zijn. Vergeld geen kwaad met kwaad, en als u wordt uitgescholden, scheld dan niet terug; zegen juist, opdat u ook zelf zegen ontvangt, want daartoe bent u geroepen. Immers: ‘Wie het leven liefheeft en gelukkig wil zijn, moet geen laster of leugens over zijn lippen laten komen, hij moet het kwaad uit de weg gaan en het goede doen, en voortdurend vrede nastreven. Want de Heer verliest de rechtvaardigen niet uit het oog en luistert naar hun gebeden, maar hij keert zich tegen wie kwaad doen” 1 PETRUS 3:8-12.
Kerngedachte: Wees een zegen voor je naaste, opdat je ook zelf zegen ontvangt, want daartoe bent je geroepen.
In het verhaal van de gelijkenis zien we dat Jezus de mensen gaat uitleggen, dat Zijn koningschap niet onmiddellijk zal plaatsvinden. Dit deed Hij omdat de mensen ervan uitgingen dat dit wel het geval zou zijn. Misschien vonden zijn toehoorders hier grond voor in de uitspraak van Jezus: “De Mensenzoon is gekomen om te zoeken en te redden wat verloren was” LUCAS 19:10. Maar zover was het nog niet, Zijn plan voor redding van mensen had ook duidelijke consequenties voor Zijn volgelingen. Daarom gaat Jezus hen een gelijkenis vertellen.
Wat is een gelijkenis
Wat is een gelijkenis en wat is het doel hiervan? De mensen aan wie Jezus deze gelijkenis gaat vertellen waren bekend met deze vorm van uitleg. Want hun Leermeesters, de Rabbijnen, maakten er ook gebruik van voor het uitleggen van godsdienstige zaken. Om die reden gebruikt Jezus dit middel zodat de mensen bleven luisteren, want mensen zijn nu eenmaal nieuwsgierig. En evenals de Rabbi’s begon Jezus meestal met de woorden, “waarmee zal Ik het vergelijken”. Met deze uitspraak probeerde je dan je toehoorders te vangen zodat ze bleven luisteren.
Het woord ‘gelijkenis’ betekent: ‘Het naast elkaar plaatsen, of vergelijken met’. Een oude definitie zegt: ‘een aards verhaal met een hemelse bedoeling’. Een gelijkenis is een bedacht verhaal of een aan het dagelijkse leven ontleend voorval. Het doel hiervan is, op een aanschouwelijke wijze een belangrijke waarheid of les duidelijk te maken. Dus is een gelijkenis van Jezus, altijd een verhaal met een Bijbelse boodschap.
Het doel van de gelijkenis
Het doel van de gelijkenis uit LUCAS 19 is tweedelig. In de eerste plaats leerde Jezus hen dat het Koninkrijk Gods niet onmiddellijk openbaar zou worden. En in de tweede plaats wilde Jezus wijzen op hun verantwoordelijkheid in dat wat God hen had gegeven, namelijk de ponden. Om dit duidelijk te maken vertelt Jezus een verhaal wat bij Hem zelf begint.
“Hij zei: ‘Een man van voorname afkomst ging op reis naar een ver land om het koningschap in ontvangst te nemen en dan terug te keren” VERS 12.
In dit vers zijn drie belangrijke feiten over Jezus te vinden. Zijn geboorte, Zijn bediening en Zijn wederkomst. Ter wille van het doel van deze gelijkenis gaat Jezus niet op deze feiten in, maar Hij noemt ze wel. Wat Hij nu verder vertelt is voor ons heel belangrijk. Want ‘de man van voorname afkomst’ is weg, terug naar Zijn Vader. Maar Zijn discipelen, Zijn volgelingen blijven achter.
En wat Jezus nu duidelijk gaat maken is een regelrechte boodschap voor ons. Het gaat hier om onze verantwoordelijkheid in datgene wat Hij ons heeft toevertrouwd. We kunnen dat ‘de grote opdracht noemen. Vgl. MATTHÉÜS 28:18-20. Hij geeft iets aan zijn discipelen met als doel: “Ga daarmee handeldrijven terwijl ik weg ben” VERS 13. Hij geeft dus ‘iets’, met een duidelijk doel!
Dezelfde roeping
Maar wat is het wat Hij aan ons geeft? Hij geeft elke knecht één pond, oftewel honderd zilverstukken. Wat hier opvalt is, Hij maakt geen onderscheid tussen de dienstknechten. Ze krijgen allemaal hetzelfde. We zouden kunnen zeggen dat ze allemaal dezelfde roeping hebben, maar ook dezelfde beproeving om trouw te blijven. Er wordt niet uitgegaan van hun bekwaamheden. En een ieder is voor Hem gelijk aan de ander, in het ontvangen en in de opdracht. “Want er is geen aanzien des persoons bij God” ROMEINEN 2:11. Dit is belangrijk voor het verstaan van deze boodschap.
Bij de ponden kunnen we denken aan onze bekering. Bekering is voor iedereen gelijk. We krijgen allemaal hetzelfde, vergeving, aanvaarding, verlossing en een relatie met God de Vader door de inwoning van de Heilige Geest. Vgl. ROMEINEN 5:5-6. Bij het ontvangen van de ponden gaat het erom dat je zo leeft dat je in je geloof groeit, dat de ponden in aantal toenemen. Dat er dus vruchten van geloof groeien in je dagelijkse omgang met Hem. Dat heeft alles te maken met je positie in Christus. Bij de ponden gaat het om je levenshouding naar God toe. Dat je leeft vanuit je gered, vanuit je wedergeboren zijn.
Ik zei al, dat God geen verschil maakt bij het uitdelen van de ponden, bij Hem is er geen aanzien des persoons. Maar wat wel opvalt, is dat er door Zijn dienstknechten heel verschillend met de verkregen ponden wordt omgegaan. Het probleem van ‘vruchten door bekering’ ligt dan ook niet bij God, maar bij ons. Want wij gaan heel verschillend om met onze bekering. Dat laat de gelijkenis van de ponden ook heel duidelijk zien.
Duidelijke consequenties
Bekering is nooit vrijblijvend, het kent duidelijke consequenties. We dragen een grote verantwoordelijkheid, ook dat zien we heel duidelijk in deze gelijkenis. Want de Heer roept Zijn knechten tot zich om te zien wat ze met hun ponden gedaan hebben. Dit doet me denken aan:
“Want wij moeten allen voor de rechterstoel van Christus verschijnen, zodat ieder van ons krijgt wat hij verdient voor wat hij in zijn leven heeft gedaan, of het nu goed is of slecht” 2 CORINTHIËRS 5:10.
De vraag is: ‘wat heb jij met je leven gedaan?’
Bij de bekering gaat het niet alleen om onze geest nee, het gaat om heel ons wezen, heel ons ‘zijn’ speelt hierbij een grote rol. Bij de bekering is onze geest, ziel en lichaam betrokken. Want wie zich bekeert wordt opgeroepen om:
‘God lief te hebben met hart en ziel en met inzet van al zijn of haar krachten’. Vgl. DEUTERONOMIUM 6:5 en MATTHÉÜS 22:37.
Bekering is een geestelijke daad met grote gevolgen.
Daarom roept Paulus ons ook op om God te verheerlijken met ons lichaam. En ook in zijn tijd hadden de mensen moeite om zich met heel hun wezen aan God te hechten. Om met heel hun ‘zijn’ God te verheerlijken. Ook toen hadden mensen moeite om niet te zondigen, en was er de zonde van onreinheid en hoererij. Vandaar ook de vraag:
“Of weet u niet dat uw lichaam een tempel is van de heilige Geest, die in u woont en die u ontvangen hebt van God, en weet u niet dat u niet van uzelf bent? U bent gekocht en betaald, dus bewijs God eer met uw lichaam” 1 CORINTHIËRS 6:19-20.
Wat betekent dit? Het is niet zo moeilijk om te begrijpen dat elke geboorte zichtbaar, voelbaar en soms vooral, merkbaar is. Dat is ook zo met de ‘geestelijke geboorte’, de wedergeboorte van de mens. Willen we zegen ontvangen dan zullen we ons voortdurend moeten afvragen hoe en of we God dienen.
God lief hebben staat gelijk aan God dienen. En dienen is een vrucht van je bekering. Hoe staat het met jouw verantwoordelijkheids besef? Of komt het nu te dichtbij? God geeft ons zoveel en we mogen hiervan uitbundig genieten maar er ook overvloedig van uitdelen aan de ander. God roept ons ter verantwoording, hebben we net gelezen. Dus laten we acht geven hoe we leven, om de zegeningen van God niet mis te lopen. Wij kunnen niet leven volgens het principe van ‘laat mij slapend op U wachten’. Wie zo leeft mist niet alleen zijn of haar doel, maar raakt uiteindelijk alles kwijt wat God had toevertrouwd.
De voortreffelijke knecht
Om iets meer aandacht te geven aan verantwoord christendom en de daarbij horende zegeningen is het goed om te zien hoe de reactie was van die ene slaaf. En let dan eens op wat de Heer doet bij Zijn wederkomst.
“Bij zijn terugkeer, toen hij het koningschap had ontvangen, liet hij de dienaren aan wie hij het geld had gegeven bij zich roepen om te vernemen wat ze met handeldrijven hadden verdiend. De eerste kwam en zei: Heer, uw geld heeft het tienvoudige opgeleverd” LUCAS 19:15-16.
De knecht zegt niet ‘mijn geld’ maar ‘Uw geld’ heeft winst gemaakt. Hier zien we een nederig persoon. Maar het spreekt ook van het kennen van de Heer. Deze man wist wat het betekende dat de Heer: “terugvordert wat hij niet heeft gestort en oogst wat hij niet heeft gezaaid” VERS 21. Vanuit zijn nederige houding en het kennen van de Heer, was het voor hem een vreugde om zijn winst aan Hem af te staan. Hij had immers verdiend met ‘het middel’ wat de heer hem zelf had gegeven? Want zonder dat ‘ene pond’ had hij nooit winst kunnen maken.
Hij had begrepen dat genade ‘onverdiende gunst’ was. En deze genade was hem niet te vergeefs geschonken. Paulus had dit ook heel goed begrepen wanneer hij zegt:
“Alleen dankzij zijn genade ben ik wat ik ben. En zijn genade is bij mij niet zonder uitwerking gebleven. Integendeel, ik heb harder gezwoegd dan alle andere apostelen, niet op eigen kracht maar dankzij Gods genade” 1 CORINTHIËRS 15:10.
Kijk dat begreep die knecht ook heel duidelijk. “Heer Uw geld heeft: …” Er was niets van hem bij.
In ons vrucht dragen zijn we altijd afhankelijk van Hem, omdat Hij degene is die ons de middelen toevertrouwd.
Deze man had handel gedreven. Hij had gewerkt zolang het dag was, hij had zijn opdracht begrepen. Hij had een positie in het koninkrijk van zijn heer. Maar dat leverde niet de winst op. Nee, zijn winst kwam door, trouw en nederigheid. Dat bracht hem tot vrucht dragen. Hij kende zijn heer en wist wat hem te doen stond bij de terugkomst van zijn heer. We zien dan ook dat de heer hem rijkelijk beloond. En de hoge beloning gaat veruit boven het gepresteerde.
Nu hoor ik je al zeggen; geweldig verhaal, fijn voor hem, maar ik, ik breng er niets van terecht. Ik heb nog geen vijf, laat staan twee ponden winst gemaakt. Nee, mijn leven is niet zo vruchtbaar.
Als dit zo is dan heeft dit ook een oorzaak. En die moet je dan opsporen en aanpakken.
De bange knecht
Hoe zag de relatie met zijn heer eruit? Op welke manier kende hij hem. Hij zegt;
“Ik was bang voor u, omdat u een streng man bent”.
Wie zo de Here Jezus kent, kan geen open relatie met Hem hebben. Dat was het probleem van die knecht. Ben jij ook bang voor Jezus, voor God de Vader? Begrijp goed, angst gaat nooit relaties aan. Iemand die angst voor God heeft, zal altijd de neiging hebben om zichzelf voor Hem te verstoppen. Denk maar aan het verhaal van Adam en Eva die tegen Gods gebod waren ingegaan. Dit maakte hen bang voor God en ze verstopten zich voor Hem. Maar God riep hen omdat Hij van hen hield. Zie GENESIS 3:1-10.
Als jij bang voor God bent, dan kun je ook niets met wat Hij je gegeven heeft, want je gaat het verstoppen.
De knecht, hij kreeg een mooi geschenk van zijn heer maar deed er niets mee, omdat hij een relatieloos contact had met hem. Hij leefde met angst in zijn hart. Daarom durfde hij niet te werken met wat hem was toevertrouwd. Telkens zag hij weer dat grote bord waarop stond: “U bent een streng mens”.
Maar was dat het enige probleem? Waarom wist hij dat zijn heer een streng mens was? Waarom was hij bang voor hem? Zou het kunnen zijn dat hij met zijn eigen leven in de knoei zat? Leefde hij met een zonde die hij niet los wilde laten? Het antwoord op die vraag zullen we niet weten. Wat we wel weten is, hoe jij en ik reageren op Gods opdracht om vruchten voort te brengen overeenkomstig onze bekering. Zie LUCAS 3:8.
Jaren geleden hadden we onze schoorsteen verstopt. Achteraf had ik het kunnen weten omdat er iets in de schoorsteen naar beneden viel. Maar omdat ik er geen aandacht aan gaf ontstond er enkele dagen later wel een probleem. We kregen hoofdpijn, beslagen ramen en het begon te stinken in de kamer. En omdat ik toen direct op onderzoek ben uitgegaan kon ik erger voorkomen. Maar het had ook anders af kunnen lopen.
Later vergeleek ik die schoorsteen met mijn eigen leven. Zo kan het verstopt raken met allerlei rommel wat we zonden noemen. Hierdoor verzwakt je relatie met God. Je gebed en Bijbellezen vind je niet fijn meer. En op den duur krijg je hoofdpijn van je eigen problemen. Door het verstopte kanaal weer schoon te maken, verdwijnt het onbehagelijke gevoel om geen relatie meer met Jezus te hebben.
Problemen in het leven kun je niet altijd ontlopen, jij wel? Ik niet. Wat je wel kunt doen is om er voldoende aandacht aan te schenken en een oplossing te zoeken bij God de Vader, al dan niet met hulp van anderen. Denk niet, met mij valt het wel mee. Voor je het weet, is je eigen leven een grote puinhoop. En velen van ons zullen dit kunnen beamen.
Een probleem is net onkruid. Hoe langer het de kans krijgt om te groeien, hoe moeilijker het te verwijderen is. En het verstikt de rest van het gewas, je leven. Iemand heeft eens gezegd: ‘jij rekent af met de zonde, of de zonde rekent af met jou’. En dat gebeurde ook met die bange dienstknecht.
En nu jij
Wees eens eerlijk voor jezelf. Misschien is deze studie wel een kans van God om je leven weer op de rails te krijgen. Want God houdt van je, oneindig veel. Al is je leven nog zo vastgelopen, Jezus wil het weer los trekken. Hoe? Als je naar Hem toegaat, zal Hij je de weg wijzen. Dat weet ik uit eigen ervaring. Misschien hangt er wel een bord in je geestelijke kamer met de woorden erop: ‘U bent een strenge God, en ik ben bang voor U’. Dat is vanzelfsprekend. Wie bang voor God is vind Hem ook streng. En wie Hem streng vindt is ook bang voor Hem. Dat is een soort kringloop waar jezelf niet uitkomt. Daar heb je Jezus en Zijn verlossings werk voor nodig.
Alleen als je bereidt bent om dat geweldige geschenk van God aan te nemen, kun je een verandering in je eigen leven ervaren. Dan kun je met Zijn zegeningen aan de slag. Laat dus Gods cadeau voor jou niet liggen. Wat deed die bange knecht met Gods geschenk? Hij durfde er niet mee om te gaan. En hij stopte het in een doek en verstopte het in de grond. Hij schaamt zich ervoor. Hij kon er niets mee. Waarom niet? Naar mijn mening had hij een verkeerd Godsbeeld voor ogen. God was voor hem een soort politieagent.
Is dat vaak ook niet ons probleem. Door een verkeerd Beeld van God te hebben kan er geen relatie tussen jou en Hem ontstaan. Dan versta je Zijn opdracht niet. Dan kun je niets met zijn geschenken doen. Dan begrijp je ook niet dat God de Vader blij is wanneer je vrucht gaat dragen. En dat die vrucht weer anderen bemoedigd en aanspoort om Hem ook aan te nemen.
Voor die ene dienstknecht loopt het verkeerd af. Hij raakte alles kwijt.
Hoe zit het bij jou? Heb jij je bekering ook verstopt voor anderen? Vind je het een probleem om bekeerd te zijn? Als dit zo is dan ken je de zegeningen van God nog niet. Het missen van Gods zegeningen kent verschillende oorzaken, laten we ze opruimen. Dan zijn we voor Hem en voor elkaar tot zegen. Mogen de volgende woorden ons uitdagen en bemoedigen om Jezus Christus voor altijd te kennen en te dienen.
“Zijn goddelijke macht heeft ons alles geschonken wat nodig is voor een vroom leven, door de kennis van hem die ons geroepen heeft door zijn majesteit en wonderbaarlijke kracht. Hiermee zijn ons kostbare, rijke beloften gedaan, opdat u zou ontkomen aan het verderf dat de wereld beheerst als gevolg van de begeerte, en opdat u deel zou krijgen aan de goddelijke natuur.
Span daarom al uw krachten inom uw geloof te verrijken met deugdzaamheid, uw deugdzaamheid met kennis, uw kennis met zelfbeheersing, uw zelfbeheersing met volharding, uw volharding met vroomheid, uw vroomheid met liefde voor uw broeders en zusters, en uw liefde voor uw broeders en zusters met liefde voor allen.
Als u deze eigenschappenin overvloed bezit, is uw kennis van onze Heer Jezus Christus niet nutteloos maar vruchtbaar. Wie ze niet bezit is kortzichtig, ja blind, en vergeet dat hij van zijn vroegere zonden gereinigd is.
Span u daarom des te meer in om uw roeping en uitverkiezing waar te maken, broeders en zusters. Als u dit alles doet, komt u nooit ten val en zal u onbelemmerd toegang worden verleend tot het eeuwige koninkrijk van onze Heer en redder Jezus Christus” 2 PETRUS 1:3-11.