Vragen wie heeft ze niet? En vaak vallen wij in herhaling, terwijl we de antwoorden allang weten.
Gebed “Voor de derde keer vroeg Jezus: "Simon, zoon van Johannes, houd je van Mij?" Toen Jezus hem voor de derde keer vroeg of hij van Hem hield, werd Petrus verdrietig. "Here," zei hij, "U weet alles. U weet toch dat ik van U houd!" "Zorg dan voor mijn schapen," zei Jezus” JOHANNES 21:17.
Je zit op een feestje en iemand stelt je drie keer dezelfde vraag. En elke keer weet je niet anders dan hetzelfde antwoord te geven. Dat maakt een gesprek er soms niet eenvoudiger op. Dat kan leiden tot ongewenste spanningen en allerlei gedachten kunnen er dan bij je opkomen. ‘Is die ander misschien een beetje in de war’, of ‘ze valt wel vaak in herhaling zeg’. Maar hoe het ook zij, het is wel lastig. Zou Petrus zich ook zo gevoeld hebben? Jezus, die hem telkens vraagt, “houd je van Mij”?
Van Jezus kun je niet zeggen dat Hij verkeerde vragen stelt of onnodig in herhaling valt. Maar in die vraag en antwoord situatie, wordt Petrus met dingen geconfronteerd, die voor hem van levensbelang zijn. Het was bepalend voor zijn toekomstig leven met Jezus. Alles hing van zijn antwoord af. Want dit was voor Jezus heel belangrijk in het aan hem toevertrouwen van de grote opdracht. Vgl. MATTHEÜS 28:16-20.
Maar voor het zover was moest er iets recht gezet worden. Petrus moest openlijk laten blijken dat hij van Jezus hield. Dit was niet gemakkelijk. Want er was iets tussen hen in komen te staan. En dat moest eerst opgeruimd worden. Dat was het verhaal over de ontkenning dat Petrus Jezus kende. Drie maal had hij bij hoog en laag volgehouden dat hij geen volgeling van Jezus was. En bij die derde keer wist Petrus dat hij goed fout zat, want het kraaien van de haan, herinnerde hem feilloos aan wat Jezus al eerder tegen hem gezegd had. Zie LUKAS 22:61.
Petrus voelde wel aan dat Jezus geen genoegen nam met goedkope antwoorden. De tijd van een oppervlakkig leven was voorbij. Daarom begreep Petrus dit ook heel goed, en was er geen verdere uitleg nodig. Daarom bevestigde hij keer op keer dat hij nu wél van Jezus hield. Er was iets bij hem veranderd. Die verloochening had hem de ogen geopend, en had hem laten zien wie hij werkelijk was. En Petrus onderging een ware identiteitsverandering. De vergeving van Jezus maakte van hem een ander mens met een nieuwe opdracht. De visserman werd evangelist. Jezus had hem niet in de steek gelaten. En er ontstond een nieuwe mogelijkheid een tweede kans om te beantwoorden aan Jezus’ roeping om Hem te volgen. De stoere Petrus veranderde in een man die heel goed begreep dat Jezus een echte vriend wil zijn.
Belofte “Wie mijn geboden heeft en ze bewaart, die is het, die Mij liefheeft; en wie Mij liefheeft, zal geliefd worden door mijn Vader en Ik zal hem liefhebben en Mijzelf aan hem openbaren” JOHANNES 14:21.
Veel mensen willen graag weten wat de toekomst gaat brengen. Ook de Discipelen hadden dit graag gewild. Zie HANDELINGEN 1:6. Maar God had ervoor gekozen hen dit niet te openbaren. En zo werkt God nog steeds. Alleen die dingen die we moeten weten voor onze opdracht, dat openbaard Hij ons. Als we willen leven volgens Zijn maatstaven zal Hij bij ons zijn en met ons mee gaan. Dat is de belofte! Dan zal Hij Zichzelf aan ons openbaren zodat wij kunnen beantwoorden aan onze opdracht.
Alleen door die gehoorzaamheid kunnen we onze liefde aan God laten zien. Maar liefde bestaat uit meer dan woorden. Het is een praktiseren van daden. Het is zoeken naar de juiste toewijding en houding in je geloofsleven, richting God en anderen. Lees de belofte er nog maar eens op na. Het is een hebben én bewaren, van Zijn geboden. Dat bewaren, is doen, waartoe Zijn liefde ons uitdaagt. Dan zien we dat wij ook geliefd worden door de Vader. En wie wil dat nu niet?
Iemand heeft eens gezegd; ‘we hoeven de toekomst niet te kennen om geloof in God te hebben maar, we moeten geloof in God hebben om zeker te kunnen zijn van onze toekomst’.
Heb jij al gereageerd op de vraag, of je van Jezus houdt? En hoe echt is die liefde dan? Hoe beantwoordt jij aan Gods doel met je leven?