Wat was ik er graag bij geweest,
toen die eng’len zongen,
van het kindje, waarvoor eens
massa’s zich verdrongen!
Wat had ik het graag meegemaakt,
‘k had naast Hem willen lopen,
toen Hij zijn eerste wond’ren deed
en toen Hij zich liet dopen.
Het wonder van dat kind te zien,
dat opstond uit de dood!
Te zitten aan zijn tafel,
bij ‘t breken van het brood.
Wat had ik het graag willen zien,
het zeeg’nen van de wijn.
En hoe Hij tot de golven sprak,
om daar toch bij te zijn!
Ik was er zo graag bij geweest,
om dan ook bovendien,
de liefde, die Hij heeft voor mij
van heel dichtbij te zien …
Hem zien in al zijn volheid:
God, Zoon en Heilige Geest,
ik denk, dan was ik nu
een ander mens geweest …
© Maria Riksten-Brouwer