Wat zou de wereld zijn zonder de bomen,
de struiken, bloemen of het groene gras?
Als wij daar enkel maar van konden dromen
en er geen varen, mos of heide was …
Geen oude eiken en geen slanke berken,
met vogels, huppelend van tak tot tak.
Nooit madeliefjes, bloeiend in de perken,
of kleine eksters in hun verenpak.
Wat zou het triest en stil zijn in de straten,
verstoken van het vrolijke geblaf,
van honden, door hun baasjes uitgelaten.
Er ook geen poes was, die mij kopjes gaf!
‘k Zie paddenstoelen, van die hele grote
en boterbloemen in een groene wei.
Ook vruchtenbomen, met hun jonge loten,
als dat toch niet ontluiken zou in mei …
En wat ik zie: een kunstige Ontwerper,
die heel die wereld schiep, in al zijn pracht.
En ja, door al dit moois zie je steeds scherper:
niets evenaart Zijn Goddelijke macht!
© Maria Riksten – Brouwer.